BMW 2002 Turbo – BMW 323i

Auto Motor Klassiek » Reportages » BMW 2002 Turbo – BMW 323i
Automatische concepten

Een echte BMW heeft zes cilinders. Of niet?

Downsizing is helemaal van nu. Zelfs bij BMW, dat al meer dan 80 jaar onafgebroken zescilinders bouwt, worden de zes-in-lijns vervangen door kleinere viercilinders met turbo. Om te kijken hoe erg dat is zetten we een legendarische viercilinder naast een al even onvergetelijke zescilinder. Wint de 2002 Turbo het van de 323i?

Tekst: Perry Snijders – Fotografie: Jacco van de Kuilen

 

 

Voor BMW-liefhebbers zijn het barre tijden. Het merk blonk decennialang uit in het maken van sedans, coupés en een enkele roadster waarbij rijplezier voorop stond. Freude am Fahren paste bij BMW als Peppi bij Kokki, maar nu verandert het merk behoorlijk. Die transformatie begon al vijftien jaar geleden, toen het merk de eerste generatie X5 introduceerde. Nadien volgen modellen als de X6 en 5 Serie GT. Over de noodzaak en schoonheid van die modellen kun je discussiëren, maar nog steeds kon je ze krijgen met de voor BMW zo kenmerkende zes-in-lijn. Er zijn echter ook modellen waardoor liefhebbers van het merk zich bijna persoonlijk aangevallen voelen: de varianten van de 2, 3, 4 en 5 Serie waar de zijdezacht lopende zescilinders vervangen zijn door een viercilinder.
Vergeten lijkt te zijn dat de eerste 5 Serie in 1972 niet eens leverbaar was met zescilinders, hetgeen eveneens gold voor de eerste 3 Serie (1975). En mocht je denken dat dat toeval is, bedenk dan eens dat BMW tussen 1968 en 1972 een nieuw hoofdkantoor in de vorm van vier cilinders liet bouwen in München. Dat is niet iets wat autoliefhebbers erbij hebben verzonnen, architect Karl Schwanzer had het zo bedoeld. Het naastgelegen BMW Museum stelt de bijbehorende cilinderkop voor. Autovisie was in 1975 dan ook bepaald niet terughoudend over de motoren in de op dat moment splinternieuwe 3 Serie. “Opmerkelijk is de erg mooi ronde loop, er zijn weinig (zo niet geen enkele) fabrieken die zó fraai draaiende viercilinders (kunnen?) maken. De Duitsers gebruiken hier graag het woord seidenweich voor – als je dat vertaalt met zijdezacht klinkt het meteen een beetje trutterig, maar het is toch misschien wel de beste verwoording van het typische BMW-motorkarakter.”

 

Autoloze zondag

In hetzelfde nummer van het blad sabelde Rob Slotemaker de 3 Serie echter neer. “De fijnste auto aller tijden vind ik nog altijd de 2002. Ik heb begrepen dat de 320 van die auto de opvolger is, maar dat hebben ze dan wel slecht gedaan.” Slotemaker had het vooral over de wegligging van de auto, die intern E21 genoemd werd. Andere liefhebbers liepen echter ook niet direct warm voor het nieuwe model, omdat hij zwaarder en trager was dan het uitgaande model.
Dat uitgaande model was dan ook tamelijk spectaculair. Weliswaar was het instapmodel, de 1502, nog heel bescheiden, maar de 2002 was al een heel ander verhaal. De 2002 tii was de overtreffende trap, terwijl de 2002 Turbo het summum was. Die kwam echter wel op een totaal verkeerd moment, want net toen BMW had besloten dat het tijd was voor een opzichtig topmodel met uitgebouwde spatborden, spoilers en een opvallende (optionele) striping, brak de oliecrisis uit. In de tijd van de autoloze zondag probeerde BMW een auto te verkopen die uitstraalde dat hij méér zoop dan André Hazes in zijn hoogtijdagen. Geen wonder dat het merk niet meer dan 1.672 exemplaren verkocht, waarvan slechts 18 in Nederland.

 

 

Stoeiauto

BMW leek er zelf een beetje van geschrokken, want pas in 1978 – drie jaar na de introductie van de E21 – volgde er een snelle versie. Het recept was dit keer totaal anders dan bij de 2002. Ditmaal geen viercilinder turbo, maar een prachtig lopende zes-in-lijn. Met minder vermogen én een hoger gewicht was hij geen partij voor de snelle 2002 Turbo, maar toch was het genoeg om Rob Slotemaker als een blad aan een boom om te laten slaan. “Naar mijn smaak is deze BMW 323i de meest verrukkelijke en min of meer betaalbare stoeiauto van dit ogenblik,” noteerde hij, opnieuw in Autovisie. “De wagen heeft een voorbeeldige wegligging en is buitengewoon stabiel. Remmen, schakelen en sturen doet hij prima. En je kunt er echt ongelooflijk snel mee rijden.”
Dat de 323i wat minder sportief bedoeld was dan de 2002 Turbo, was onder meer te merken aan de afwezigheid van de uitbundige spoilers en bestickering. De typeplaatjes en twee uitlaten (aan iedere kant één) moesten voor het onderscheid zorgen ten opzichte van de tammere varianten van de 3 Serie. Met behulp van de (bij BMW traditioneel lange) optielijsten kon je de 323i wel op smaak brengen, met bijvoorbeeld een sportstuur, sportstoelen, een 5-bak (indien gewenst zelfs een dogleg) of een sperdifferentieel.

 

Turbogat

Marcel Winkelman, de eigenaar van de 323i, heeft zich ingehouden. Zijn auto is voorzien van een zeldzame vijfbak en de al even zeldzame sportstoelen, maar hij heeft dat niet aangevuld met een sportstuur of een paar 15 inch velgen. “Soms denk ik dat ik het zou moeten doen, maar ik heb nog meer klassiekers en ik verdeel het budget over mijn auto’s. Natuurlijk staan 15 inch Alpina’s heel tof op een 323i, maar die zijn inmiddels ook echt schreeuwend duur geworden. Maar ik ben met je eens dat hij zo naast de 2002 wel wat minder dik overkomt.” Daar staat tegenover dat de 323i je laat genieten van zijn fantastische soundtrack, want het geluid van zijn zes-in-lijn is onovertroffen.
Onderschat de 2002 echter niet. Zijn viercilinder klinkt ook prima, en het kolossale turbogat stoort minder dan je op basis van de (talloze) horrorverhalen zou denken. Ja, de turbo komt pas rond 4000 toeren in actie. Maar onder dat toerental is het geen levenloze koffiemolen die onder de kap ligt te pruttelen; feitelijk rijd je tot dat toerental met een normale 2002-motor. Eigenaar Piet Molenaar (van de bekende BMW-specialist in Heerhugowaard) vertelt: “Veel bezitters van een 2002 Turbo rijden er eigenlijk nauwelijks meer mee. Wij wel, een paar jaar terug ben ik er nog mee naar Portugal gereden voor een vakantietripje. Dan maak je eigenlijk geen gebruik van het potentieel van de turbo, maar als je wéét dat het kan is dat ook prettig.” Dat Piet met zijn 2002 geen concours d’élégance zal winnen, hoef je hem dan ook niet uit te leggen. “Deze wordt gebruikt, met alles wat daarbij hoort. Steenslag, gebruikssporen, hier en daar een roestplekje. Natuurlijk zijn we er zuinig op, maar het is onvermijdelijk.”

 

Soundtrack

Beide eigenaren overhandigen ons de sleutels, zodat we zelf kunnen ervaren wat de verschillen zijn. Fotograaf Van de Kuilen hoeft er geen drie seconden over na te denken. “Natuurlijk vind ik de 2002 mooier, moet je kijken hoe dik die eruitziet!” De souplesse en de soundtrack van de 323i zijn echter ook zeer aansprekende eigenschappen, terwijl je met de huidige waarde al snel een schuur vol 323i’s koopt voor de prijs van een 2002 Turbo. Eén ding staat echter als een paal boven water: een ramp hoeft het niet te zijn als BMW een paar zescilinders vervangt door viercilinder turbomotoren. Zolang ze die geweldige zes-in-lijn maar niet helemaal overboord gooien!

 

Specificaties

BMW 2002 Turbo (1974)
Motor viercilinder lijnmotor met turbo
Cilinderinhoud 1990 cm3
Vermogen 125 kW (170 pk) bij 5800 rpm
Transmissie handgeschakelde 4-bak
Aandrijving achterwielen
L x b x h 422 x 162 x 141
Gewicht 1.080 kg
Topsnelheid 211 km/h
0-100 km/h 7,2 s

 

 

BMW 323i (1982)
Motor zescilinder lijnmotor
Cilinderinhoud 2315 cm3
Vermogen 105 kW (143 pk) bij 5800 rpm
Transmissie handgeschakelde 4-bak (5-bak optioneel)
Aandrijving achterwielen
L x b x h 436 x 161 x 138
Gewicht 1.135 kg
Topsnelheid 190 km/h
0-100 km/h 7,6 s

REGISTREER GRATIS EN WE STUREN U ELKE DAG ONZE NIEUWSBRIEF MET DAARIN DE LAATSTE VERHALEN OVER KLASSIEKE AUTO'S EN MOTOREN

Selecteer eventueel andere nieuwsbrieven

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Clubs in overvloed

Heb je een klassieke BMW en zin om lid te worden van een club? Die zijn er in overvloed.
Een deel van de BMW-clubs is verenigd in de Federatie van Nederlandse BMW Clubs, die onderverdeeld is een deel voor autoclubs (bacn.nl) en een deel voor motorclubs. Daar zijn echter geen clubs bij aangesloten waar je met je 2002 of 3 Serie terecht kunt. Er bestaan echter ook clubs die niet bij de overkoepelende federatie aan zijn gesloten. Een voorbeeld daarvan is de BMW 02 Club (bmw02club.nl). Voor de 3 Serie bestaat geen vereniging, maar voor de E21 is er wel een zeer actief forum, te vinden via bmwe21.net.
De auto’s die op deze pagina’s schitteren, hebben we allebei gevonden via de BMW Klassieke Autoclub (bmwklassiek.nl). Die club is in 1988 opgericht en is bedoeld voor iedere BMW van 25 jaar en ouder. Bovendien zijn bezitters van een Bristol, EMW, Frazer Nash of Veritas er welkom.

Eén reactie

  1. Er is maar 1 (een) erkende federatie van BMW clubs in Nederland, voor auto’s en motoren. Dat is BMW Clubs NL (www.bmwclubs.nl). Daar zijn ook de in het artikel genoemde BMW Klassieke Autoclub Nederland en BMW 02 Club bij aangesloten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maximale bestandsgrootte van upload: 8 MB. Je kunt uploaden: afbeelding. Links naar YouTube, Facebook, Twitter en andere diensten die in de reactietekst worden ingevoegd, worden automatisch ingesloten. Bestanden hier neerzetten