Als je iets wilt hebben, dan koop je het. Of je laat het maken. Naar gelang de verkrijgbaarheid van je droom moet je dan meer of minder diep in de buidel tasten. Of heel diep.
Bentley en the Bentley Boys
In de tijd voordat Bentley een Duits prestigemerk werd was Bentley al een fenomenaal merk. Een merk van absolute topklasse. Een soort Rolls-Royce met sportieve ambities. Bentley werd legendarisch door the Bentley Boys.
De originelen
Walter Owen Bentley was een getalenteerd technicus uit een financieel erg gezond geslacht. W.O.’s motto was “To build a good car, a fast car, the best in class.” Ettore Bugatti zag dat anders en meldde dat Bentley ‘de snelste vrachtauto’s ter wereld’ maakte. Bentley was eerder technisch dan zakelijk. Bentley Motors Ltd raakte in zwaar weer en W.O. kreeg op de kop van zijn raad van bestuur. Het bedrijf werd gekocht en gered door de steenrijke erfgenaam, investeerder, playboy en coureur van een Zuid Afrikaanse diamantmijn consortium, Joel Woolf Barnato (27 september 1895 – 27 juli 1948). Barnato had eerder al een drie liter Bentley gekocht en was letterlijk verliefd op die auto geworden. Hij hoorde bij de groep rijke jongelingen die de uitgaanswereld, openbare wegen en circuits onveilig maakten onder de naam ‘the Bentley Boys’.
Bentley en ‘Babe’ Barnato
Onder de bezielende leiding van ‘Babe’ Barnato plakte Bentley twee extra cilinders aan het drieliter blok. Tijdens een testrit met een gecamoufleerd prototype ontmoette de Bentley bestuurder een ook gecamoufleerde Rolls-Royce met een even fanatieke testrijder. De mannen gingen – op de openbare weg – de strijd aan en de Bentley won alleen maar omdat de hoed van de Rolls-Royce piloot afwaaide. Die man haakte af om zijn hoed weer op te halen. Ontevreden over de prestaties van zijn prototype zescilinder, werd in 1926 besloten de boring van deze motor te vergroten, waardoor de totale cilinderinhoud op 6,5 liter kwam.
De Bentley 6.5 was geboren. Het extra vermogen kon echter niet op tegen het extra gewicht. In 1928 volgden er een aantal aanpassingen, waaronder de toevoeging van een extra carburateur. De Bentley 6.5 veranderde in de Speed Six. En dat was wel een succes, beloond met een overwinning op Le Mans in 1929. De Speed Six-motor met vier kleppen per cilinder en een bovenliggende nokkenas leverde 140 pk.
De uiteindelijke Speed Six stal Barnato’s hart. Hij had er een stuk of zes van en gebruikte er eentje met een H. J. Mulliner carrosserie voor zijn dagelijks transport.
Bentley by Petersen
Er is meer vraag dan aanbod in het echt klassieke Bentley segment. En daar is de markt op ingesprongen. En waar Ruska ooit een Bugatti ‘replica’ maakte op basis van een Kever onderstel, daar doet Bob Petersen het trucje dubbeldik over door perfecte Bentley replica’s te maken op basis van de onderstellen van minder gezochte Bentleys en Rolls-Royces. De meeste exemplaren die je nu ‘in het wild’ tegenkomt zijn zulke op bestelling replica’s, recreations.
Maar wat moeten we met die recreations?
Ik denk dat we die mogen respecteren. Indertijd was het immers zo dat de autofabrikant het rollend gedeelte aan de klant verkocht en de klant liet daarbij een koetswerkbouwer een carrosserie opzetten. En er is al jaren de trend om ‘saaie’ Rolls-Royces en Bentleys van hun koetswerk te ontdoen en om dan, met het authentieke chassis en techniek als basis, een wedergeboorte van een ‘spannender’ exemplaar plaats te laten vinden. Het gaat allemaal aanzienlijk verder dan een polyester Bugattikoetsje op een Kever onderstel te zetten. Want alle werk wordt net zo liefdevol ambachtelijk en met het meest ouderwetse vakmanschap gedaan. Zo’n ‘recreation’ is gewoon een droom die geen bedrog is. En duur.
Toch is er wereldwijd een markt voor dit soort stukken eerbetoon. Ten eerste zijn ze ‘net echt’ en ten tweede vinden bezitters van een origineel exemplaar het vaak zonde om daar lekker mee te gummen. Want dat heeft anno nu zijn beperkingen. En niet iedereen heeft zo’n grote geest als de Britse landheer die regelmatig boodschapjes ging doen met zijn Blower Bentley. Hij was in de bocht voor zijn landgoed een paar keer de macht over het stuur kwijtgeraakt en was daarbij, na een stuk door de struiken geploegd te hebben, tot stilstand gekomen tegen zijn tuinmuur.
Een bevriende AMK lezer heeft trouwens nog een stel nieuwe Rolls-Royce achtcilinder lijnblokken liggen. Dus als u zelf aan de slag wilt, dan brengen wij u graag in contact met Theus. Voor directe opdrachten kunt u natuurlijk terecht bij Bob Petersen Engineering in Engeland.