Een vreemde dag
Het was een rare begrafenis van iemand die zijn leven en handel op zijn heel eigen manier had geleefd. Het hoogtepunt van de ceremonie was de man die rustig naar het spreekgestoelte liep, de aanwezigen correct begroette en vervolgens zei dat hij alleen voor de zekerheid was gekomen en de weduwe toe wenste dat ze vanaf nu, nu haar man dood was, eindelijk een gelukkig leven zou gaan leiden. Hij knikte vriendelijk, verliet het spreekgestoelte en het pand. Een flink aantal van de aanwezigen bleef gepast somber kijken met een blik waarin toch iets doorschemerde van “Dat had ik ook gezegd kunnen hebben”.
De nazit was wat bedrukt. Maar er kwam wel veel oud zeer naar boven.
Persoonlijk had ik de overledene alleen gekend als eigenwijze krotenkoker XXL, maar hij had wel wat met ouwe, dikke motoren, hij dronk betere whisky dan dat ik kan betalen en rookte ook sigaren. Op de terugweg reed ik een donkerblauwe, bijna zwarte lucht met vuile zwavelgele strepen en paarse vlekken tegemoet. Een paar seconden later was ik doorweekt tot in het diepst van mijn ziel. Ik had zicht tot aan mijn vizier. Toen ik dat opklapte voelde ik me als een aap op een bakfiets in een autowasinstallatie. Op gegist bestek uitrollend stopte ik ongeveer in de berm waar een beekje over mijn linker voet spoelde. Gelukkig was het zomer. Het water was allemaal zo koud nog niet. Een 4WD die blijkbaar buienradar aan boord had kwam met een flink gangetje voorbij. De tsunami die zijn brede banden opwierpen sloeg over me heen.
Schuilen in een bushokje
Ik zette mijn brommer tegen een boom en zocht mijn heil in een bushokje verder op en haalde een sigaar uit zijn nog net niet doorweekte doosje. Twee sigaren verder was het droog. De K&N filters –koop alleen de echte! We hebben gemeten dat een set imi’s zomaar 21 pk zoek maakten! – van mijn motor bewezen dat ze net zo makkelijk water als lucht doorlieten. Ik sloeg ze droog en tapte de vlotterbakken af. Dikke tweecilinders kunnen best dorstig zijn, maar ze drinken liever geen water. Verder op bleken hele stukken weg onder water te staan. Tot aan mijn assen aan toe.
Een blije hond
Thuis liet ik een hele natte stapel kleding achter op de mat en liet de verbaasde hond zich daar mee vermaken. Wammes ziet natte kleding als prooi. Maar als jachthond is hij ‘zacht in de bek’ Ik liep bloot naar de badkamer, droogde me af en deed verse kleren aan. En iedereen die zegt dat seks lekkerder is dan droge kleren, die is nog nooit echt nat geregend. De natte hoop kleding was toen ik beneden kwam opgeborgen. Tot spijt van de hond. Die ging dus maar weer naar zijn vaste plek onder mij bureau. Mijn Lief en ik bespraken de dag met milde verbazing. De begrafenis, de stortbui die we later op tv nog eens terug konden zien.
Oh ja. Ik heb een Honda CB 200 uit 1978 geërfd. Die is deze winter weer in orde gemaakt. Grappig hoor zo’n fietsje voor ‘Rundherumhause’ ritjes en boodschapperij.