in ,

Volvo 164. Nobele zescilinder, vlaggenschip uit Zweden.

De eerste Volvo 164 loopt van de band. De terugkeer in de zescilinderklasse is een feit. Afbeelding: Volvo

In 1958 nam Volvo voor een periode van 10 jaar afscheid van het zescilindertijdperk in de personenautodivisie. De ‘PV 831-PV 834’ serie werd toen uit productie genomen. Het duurde vervolgens een decennium voordat de Zweden een nieuw zescilinder model in productie namen. Volvo keerde terug in de rangen van de Europees groot gemotoriseerde automobielen. En lanceerde in augustus de Volvo 164.

Uiterlijk kende het nieuwe vlaggenschip uit Göteborg veel overeenkomsten met de 144, die twee jaar eerder het levenslicht zag. Wel kende de nieuweling een met 10 centimeter gegroeide wielbasis. Toch was de nieuwe 164 vooral herkenbaar aan een onderscheidend vormgegeven front, waarin twee grote koplampen en twee kleinere verlichtingsunits een grote vierkante grille met afgeronde hoeken omklemde. Die grille bepaalde ook de vorm van de motorkap, welke een verhoging kende die vanaf de grille “uitwaaierde” naar de voorruit.

De eerste Volvo 164 loopt van de band. De terugkeer in de zescilinderklasse is een feit. Afbeelding: Volvo

Indrukwekkende motor, aangepaste transmissie

In dat voorsteven bevond zich de zes in lijn B 30 A motor met een cilinderinhoud van 2979 cc, die werd beademd door 2 Stromberg 175 CD 2 SE carburateurs. Om die zwaardere motor goed van dienst te kunnen zijn werd de transmissie vooral zwaarder gemaakt. Daarbij had de koper de keuze uit een gesynchroniseerde vierversnellingsbak met of zonder overdrive. En voor diegenen met een nog grotere hang naar gerieflijkheid stond een drietraps Borg Warner Automaat ter beschikking. Vanaf 1972 verhuist de schakelhendel ervan naar de vloer.

Injectie vergezelt carburatiemotor

Ondertussen werd de Volvo 164 aangepast. Vanaf het begin van de jaren zeventig behoorde stuurbekrachtiging tot de standaarduitrusting, werd de Volvo voorzien van leer en groeide de wielbasis van de topper in de Zweedse range met nog eens twee centimeter. Ook kreeg de 164 groter schoeisel. De belangrijkste aanvulling kwam echter op het conto van… de krachtbron. Vanaf 1971 werd – naast de oorspronkelijke krachtbron – de B30-motor voorzien van het elektronische Bosch D-Jetronic injectiesysteem. Voor sommige markten kwam het vermogen voor die motor op 160 PK, voor andere landen werd vanuit milieuoogpunt – mede door een lagere compressie – het vermogen begrensd op 145 PK. De injectietoevoeging leidde in ieder geval tot een aantal wijzigingen, zoals de toepassing van geventileerde remschijven.

Ongemerkt onderging de Volvo 164 in zeven jaar tijd een stevige gedaanteverwisseling.Dit is de 164 uit één van de laatste bouwjaren. Afbeelding: Volvo
Ongemerkt onderging de Volvo 164 in zeven jaar tijd een stevige gedaanteverwisseling. Dit is de 164 uit één van de laatste bouwjaren. Afbeelding: Volvo

Nog meer aandacht voor veiligheid en luxe

In 1973 verdween de carburatiemotor – de B 30 A – van het toneel. Tegelijkertijd evolueerde de 164. Zo deden verzonken deurklinken (vanaf 1972) en nieuwe vierkante achterlichtunits deden hun intrede. Een nieuw veiligheidsstuur en -dashboard vinden hun weg naar het binnenste van de Zweed, de grille werd kleiner en de voorbumper werd recht van vorm. De deuren werden voorzien van balken voor extra bescherming bij een aanrijding. Ook monteerde Volvo aircovoorbereiding in haar topmodel. En voor het modeljaar 1974 werden er aan de voor- en achterzijde nieuwe veiligheidsbumpers op het topmodel uit Zweden gemonteerd. In de aanloop naar 1974 verdwenen bovendien de voorste ventilatieruitjes. Verder bouwden de Zweden extra kreukelzones in en maakten zij hun naam op veiligheidsgebied door enkele andere aanpassingen (bijvoorbeeld de verplaatsing van de brandstoftank) verder waar. Een luxe aanvulling werd gevormd door de installatie van elektrisch verwarmbare voorstoelen.

Ook voor laatste modeljaar nog wijzigingen

Zo liep de geperfectioneerde 164 langzaam richting het laatste modeljaar, waarvoor ook nog enige wijzigingen (stoelen, plaatsing handrem, verbeterde vering) werden gepland. In dat laatste modeljaar – 1975 – maakte de Volvo, welke verantwoordelijk was voor de terugkeer in de zescilinderklasse – plaats voor de 264, welke een jaar eerder al het levenslicht zag. De 164 liep in totaal 153.179 keer van de band en werd zowel in Europa als in de Verenigde Staten van Amerika verkocht. Het was hoe dan ook een nobele, respectabele en indrukwekkende auto.

8 Comments

Leave a Reply
  1. Die ”Ouwe – Trouwe” Renault V-6 word NU 40 jaar na Dato nog steeds gebruikt in de Nissan Murano -en0 Infinti FX 35, en met een gemodificeerd uitlaat systeem brult ”Oma” als een moderne !!! …

    • In de 164 zat toch heus een 6 in lijn motor, geen V6. Die kwam veel later pas in de S/V90 serie tegen het einde van de vorige eeuw.

  2. Goed licht is in een land waar het grotendeels van het jaar donker is natuurlijk een basis eis voor veiligheid. ( Ik heb nog nooit zoveel grote verstralers op auto’s gezien als in Zweden). En aandacht voor botsveiligheid. Als je een eland midden op de weg tegenkomt zie je de uitwijk- en botsproef voor je. Klimaat: betrouwbaar motortje en stoere kachel. Cultuur: socialistisch, eenvoud in design en geen tierelantijnen.
    Kortom en samengevat (volgens mij van Jeremy): It looks like a tank, it drives like a tank. In fact… it is a tank.

  3. De B30 is eigenlijk een Volvo B18 4-pitter, uit de Amazon, waar men 2 cylinders aan heeft ‘geplakt’ en mede voor de auto-motive (vrachtwagen, personenwagen en sportwagen) alsmede in de scheepvaart (inboard): Penta. Hier werd het blok nog meer gekanteld en voorzien van valstroom-strombergs en dry-sump smering.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

The maximum upload file size: 8 MB. You can upload: image. Links to YouTube, Facebook, Twitter and other services inserted in the comment text will be automatically embedded. Drop files here

FIAT 900 T (1963)

FIAT 900 T (1963) ‘IJskoud’ de mooiste.

Audi TT. Reuring op de afdeling