De motorclub ASOM – Allemaal Stapel Op Motorrijden – vierde kortgeleden zijn of haar, of wat het nu ook mag zijn, 50ste verjaardag. Bij die verjaardag is een extra dikke uitgave van het clubblad gemaakt. En uit de verhalen daarin kun je precies lezen hoe het in 50 jaar allemaal helemaal is veranderd.
Het begon met een vriendenclubje motorrijders
En vijftig jaar geleden waren dat doorgaans jongvolwassen tot zeg maar vroege dertigers. Ze reden geen motor uit lifestyle overwegingen. Want dat woord was toen nog niet uitgevonden. Ze reden motor omdat … Nou ja: kijk nog maar even naar de clubnaam. Bovendien was er vaak gewoon geen geld voor een auto. En ze reden veel meer dan de gemiddelde actuele motorrijder nu doet. Want dat gemiddelde kilometrage ligt nu gemiddeld blijkbaar onder de 3000 km. In de begindagen van ASOM waren er leden die daar een maand of twee voor nodig hadden.
In die tijd was de maatschappij veel minder individualistisch. De club en de wekelijkse clubavonden waren ankerpunten in de levens van de clubleden. De club groeide van een cafézaaltje naar een eigen clubhuis op ‘eigen’ grond. Er werden binnen- en buitenlandse ritten, rally’s en vakanties georganiseerd. Er groeiden relaties en huwelijken binnen de club.
Het is al gezegd: motorrijden was nog geen lifestyle dingetje
Sterker nog: Vijftig jaar geleden werden motorrijders breed maatschappelijk als vrij verdacht volk gezien. Dat was in de tijd dat Honda’s ‘You meet the nicest people on a Honda’ zeker in de rustieke Achterhoek, maar ook ergens anders nog niet helemaal ingeburgerd was. Dat had natuurlijk ook wat te maken met de verschijningsvorm van het fenomeen motorrijder (toen nog feitelijk alleen ‘M’). De dames waren er ook wel, hoor. Die zaten ‘achterop’. Zo in 1970 waren er al BMW R75/5’s en Honda CB750’s. Maar die waren voor de motorrijders – toen volgens de rijderstests in het Weekblad Motor – toen nog voornamelijk technische ambachtslieden en mensen zoals studenten, zonder geld voor een zogenaamde ‘automobiel’. Motorrijders, de clubleden, reden doorgaans op motoren met ervaring. Denk aan een NSU Max en een razendsnelle Suzuki T20. De boffers reden een BMW R50, of R60 of heeel misschien een R69S. Of een dikke Britse twin. Waarbij dat ‘boffen’ dan toch weer heel anders beleefd werd. Later, toen er wat meer verdiend werd kwamen er de CB500’s omdat die minder duur waren dan CB750’s en de Yamaha XS 750 met zijn 750 pk werd als tomeloze krachtpatser gezien. Onderhoud, reparaties en aanpassingen deden de clubleden doorgaans zelf. Daarbij was de club als bron van kennis en spullen onmisbaar. De clubruimte ook.
Motoren waren dus wat verdacht
En hun berijders waren geen mensen om dat vermoeden te ontkrachten. Want motorrijders zagen er altijd uit alsof ze zich niet hadden gewassen. Ze droegen ingevette katoenen of canvas kleding. Vaak militaire laarzen uit de dump. Als helm hadden ze een ‘potje’ en een motorbril met glazen ruitjes. Die vetpakken waren uniek. Ze waren bij regelmatig invetten (vaseline mengen met petroleum en dan het spul inkwasten) een soort van waterdicht. Als er zon scheen dampte de petroleumwalm als een stinkende kolom om je heen. En in de tijd van de een andere club, de TOCN, was er Driek Verdonk die zijn eigen woonruimte kreeg. Hij hield een housewarming party waar veel Triumph rijders kwamen. Cool als ze waren hielden die eerst hun jacks aan. De door Driek strak wit gewitte muren zijn de veeg en vetvlekken denk ik nog niet te boven.
Er werden veel trips georganiseerd en bij ASOM was het grootse treffen zo’n 800 man M/V groot. Daarmee had de club zijn hand feitelijk overspeeld.
Over de top…
In de loop der jaren werden de motorfietsen en de motorkleding steeds beter en het clubgevoel steeds minder. De belangstelling voor lange ritten en weekenden nam af. De individualisering was begonnen en de aanwas van nieuwe, jonge leden vertraagde. Het is nu 2022. Eens kijken hoe de motorwereld er over vijftig jaar voor staat.
Het Davida potje op de foto’s is heel mooi nagemaakt. Het ding was ooit een duur verjaarscadeau. Maar het is het bewijs dat alles vroeger niet beter was: boven de 89 km/u heb je een stereofonische orkaan in de oren.
Lees meer columns via deze link.
We hebben ook meer verhalen over klassieke motoren
Ook hier in Hoogeveen bij de 51 jarige MC hetzelfde ,, probleem,,. Met ruim 50 leden is het een gezelligheids club geworden. Clubhuis is om de 2 weken open en treffend worden bijna niet meer bezocht. Ben zelf de oprichter van deze MC geweest en reed toen ook 45000 km per jaar. Nu is dat nog maar 10% van dat totaal op nog steeds een Moto Guzzi met injectie.
Zelf rijd ik ruim 60 jaar, waarvan de eerste 2 jaar een beetje illegaal. De beschrijving klopt ook bij mij, want ik heb nog nooit een motor ter reparatie aangeboden. Ook de motoren die ik nu nog heb kan ik zelf onderhouden. een pietsje techniek is mij dus niet vreemd.
De beschrijving van de wat vreemde figuren op motoren klopt, ook werd je bijna dagelijks gekontroleerd. De garage waar ik vaak kwam (enkele keren per week) onderhield de motoren van de politie. die motoragenten trof je dus vaak en dart waren toffe figuren als ze je eenmaal kenden.
Die garage had je dus niet nodig omdat de motor het niet deed maar het was een trefpunt. Het was dan ook een werkplaats, een winkel was er niet. Heel gezellig allemaal.
Op zo’n Jawa m’n rijlessen gehad. Instructeur zat met zijn dubbele bediening achterop. Om bij de rijschool te komen had ik een Bsa Lightning met een blauwe L. Had een proefrijbewijs van twee gemeenten. Gouda had als voorwaarde niet binnen de grachten tijdens de spits. Keertje stout geweest en naar Scheveningen gereden met weggedraaide L maar voelde niet echt lekker. Na het roze papiertje binnen een jaar een gele. Had mn voorkeur uitgesproken bij de militaire dienst keuring voor motorordeneans en jawel er was rekening mee gehouden.
Daar heb je mee geboft. In mijn peleton zaten tweelingbroers die hadden geleerd als instellingskok. Ze mochten hun voorkeur uitspreken. Ze wilden de keuken in. Ze werden automonteurs . Heel slecxhte automonteurs. En het uitspreken van hun voorkeur? Daar was dus naar geluisterd. Er was alleen niks mee gedaan.
Motorrijden lijkt tegenwoordig alleen nog begrepen te worden als de motor het ideale platform voor de smartphone is. Ik ben nog van de zelf sleutelende categorie die letterlijk ruim binnen twee maanden 3000km op het telwerk erbij reed. Blauwtje was zodoende zo’n 20 jaren lang mijn trouwe woon/werk dienstfiets en daarbij werden er nog motortochtjes ter ontspanning gemaakt ook. Zonder ‘Tupperware’ op die fiets en aanvankelijk bij 12 graden onder nul bovendien nog zonder handvatverwarming ook. Een pretje was anders, maar enfin. Het motorrijden was dus echt mijn life style want ik had simpelweg geen andere ‘style’. Het ASOM gevoel is mij daarom waarschijnlijk wel bekend en van al dat rijden door regen, wind en kou, maar ook door de schroeiende zon, heb ik nog geen seconde spijt gehad, ook zonder dat het ideaal platform voor mijn mobiel was.
Beste Maurice, je bent heeeel erg old school!
Jawa 350 uit 1975 van Hans Koopman : zie de bijgevoegde foto (uit aug.’22)
Vertederend. En van deze bouwlijn nog niet duur
Rob dat viel mij ook al op
En dat clubgevoel… Na meer als 50 jaar bij hetzelfde clubje is nu een van onze grootste problemen hoe we jonge rijders erbij kunnen krijgen. De gemiddelde leeftijd wordt behoorlijk grijs. Een dertiger telt tegenwoordig bij ons al als jongere. En als er dan een veertig wordt, blijven er nog maar heel weinig over waarvan de leeftijd met een drie begint. We hebben meer zeventigers als dertigers.
Millennials hebben blijkbaar ‘niks’ met motorfietsen, snappen het fenomeen niet en bovendien niet ‘groen’..
Dat bemoeilijkt de aanwas; er is weinig volk enthousiast te maken in onze ‘vieze, stinkende’ hobby…laat staan als het klassiekers betreft.
Probleem geschets in een notendop
Er zit olie op mijn toetsenbord!
Net het 50 jarig bestaan van ASOM gehad. “Allemaal Stapel Op Motorrijden”. De teneur van het ubileumnummer: Tis een aflopende zaak, dat clubgebeuren met gezelligheid en mensen M/V die serieus kilomters maakten
Als je op een beurs iemand van onder de veertig ziet is die persoon vaak met zijn ouders mee!
Weer een leuk verhaal!
Alleen de XS 750 met zijn 750 pk lijkt wat overdreven?! 😃
Aan de bar wordt overdreven! Mijn Zundappje liep makkelijk 110 . Maar bedankt voor het opletten!
Tja … van de berg af waarschijnlijk 😉