De nieuwe auto’s van 1970. Deel één

De jaren zeventig zijn begonnen. De autofabrikanten willen klinkende munt slaan uit de ontwikkelingen van de jaren zestig. In 1970 is het direct raak. Ontwikkelingsperiodes van járen resulteren in diverse spraakmakende nieuwelingen. Bovendien varieert menig fabrikant sterk op bestaande concepten. Vandaag deel één van het boeiende autojaar 1970, waarin wij een aantal illustere modellen beschrijven. Wij doen dat in meerdere bedrijven, want 1970 bracht diverse fraaie en heel interessante nieuwelingen.

Citroën GS

Citroën brengt in 1970 de GS. De Fransen presenteren in augustus 1970 de avant gardistische en hypermoderne middenklasser met vooruitstrevende en complexe techniek. De Citroën GS krijgt een luchtgekoelde vier cilinder boxer krachtbron met 1.015 cc, het onderstel heeft hydropneumatische vering én schijfremmen rondom. Robert Opron heeft de auto een aerodynamische jas gegeven. De schuine achterzijde is voor een vierdeurs auto een noviteit. De GS wordt Auto van het Jaar 1971. Citroën breidt de GS serie tamelijk snel uit. In 1971 volgen de opvallend gestileerde Break en de Servicemodellen.

Steeds verder ontwikkeld met karakterbehoud

Ook op het gebied van uitrustingsniveaus en motoren ontwikkelt Citroën de GS door. Met name 1.222 cc motor is een welkome aanvulling. De half automatische convertisseurtransmissie van februari 1971 was dat al. De versie met Wankelmotor- de Birotor- komt op een verkeerd moment en houdt het niet lang vol. Rond het midden van de jaren zeventig past Citroën gefaseerd een facelift toe. Zowel binnen als buiten is dat zichtbaar, maar de GS houdt vooral zijn karakteristieke uitstraling. Deze Citroën gaat in 1980 als GS Special (met inmiddels de 1.130 cc motor, die in 1977 de 1.015 cc versie vervangt) met pensioen. Op dat moment rijdt de nauw verwante GSA reeks al een jaartje rond, en die houdt het nog tot 1987 vol. De Citroën GS, hij kende in zijn klasse nimmer een gelijke en behield altijd zijn eigenheid.

Toyota Celica (1970-1977)

Binnen de klasse van sportieve vier persoons achterwielaangedreven coupés verrast Toyota, als het met de Celica komt. De nieuwe 2+2 coupé maakt zijn publieksdebuut in december 1970. De Celica kent een karakteristiek en fraai ontwerp. De uitrustingsniveaus zijn (marktafhankelijk). Europa krijgt vooral versies met de 1.6 liter motoren, die al naar gelang de uitvoering steeds sneller en vermogender. De tweedeurs LT en ST zijn bekende uitrustingsvarianten. De klapper voor Europa is echter de tweedeurs Celica GT met de 2T-G motor met 2 bovenliggende nokkenassen en 124 SAE- PK, limited-slip-diff en stalen sportvelgen. Topsnelheid? 190 kilometer per uur. Voor Amerika stelt Toyota onder meer 1.9 en (later) 2.2 motoren beschikbaar. Japan heeft als enige markt ook nog een 1.4 versie.

Wijzigingen en de komst van de Liftback

In 1972 en 1974 facelift Toyota de Celica, en in 1973 krijgt de tweedeurs coupe gezelschap van de liftback, de driedeurs versie. In Europa komt de Liftback later dan elders. Toyota levert de driedeursversie op ons continent overigens óók met twee liter motoren. De 2000 GT is daarbij de topversie van de Liftback.

Facelift

In 1975 heeft Toyota de Celica nóg een keer gefacelift. De meest in het oog springende veranderingen zijn het nieuwe front met rechte hoeken en de verlengde wielbasis. De bumpers waren voor specifieke markten al eerder aangepast. Toyota vervangt de eerste Celica voor modeljaar 1978 vervangen door de tweede generatie. Vandaag de dag is de eerste Celica nog altijd één van de meest begeerlijke klassieke Toyota’s, de prijzen zijn daar overigens ook naar.

Triumph Stag

De Triumph Stag ziet in februari 1970 na een lange aanloopperiode het levenslicht. Michelotti tekent voor het ontwerp van het project. Aanvankelijk is het de bedoeling om er een cabrio van te maken, maar een gebrek aan stijfheid zorgt ervoor dat de Stag een T-Bar kreeg. Ook leverde Triumph een hardtop. Verder monteert Triumph niet de voorhanden zijnde aluminium Buick V8 motor (bekend uit de Rover P5B) maar de in eigen beheer ontwikkelde 3.0 liter V8 motor met gietijzeren blok en aluminium kop. Die krijgt onder meer twee Zenith Stromberg carburateurs. De motor genereert 147 DIN-PK. De koper heeft de keuze uit een drietraps Borg Warner automaat of een handgeschakelde vier versnellingsbak. De Stag koper kan in combinatie met de handbak een overdrive bestellen. Dat blijkt een fijne toevoeging te zijn om de potentie van de motor goed te cultiveren.

Stag: van zorgenkind naar prachtige en betrouwbare toerwagen

De motorconstructie zorgt voor menig probleem. De koeling, distributiekettingen en kromtrekkende blokken zorgen voor de bekendste feilen van de Stag. Vandaag is een Stag dankzij veel specialistische kennis wel degelijk betrouwbaar. In ieder geval heeft hij een presence waar je ú tegen zegt. Van 1970 tot in 1977 paste Triumph de Stag vier keer aan. In totaal verkocht Triumph (of liever gezegd British Leyland) 25.939 exemplaren van deze prachtige toerwagen, bovendien één van de mooiste Britse klassiekers.

Opel Manta A

Opel versterkt in 1970 haar positie binnen het (kleinere) sportieve segment. Er zijn al Rallye Kadetts, en in 1969 presenteert Opel de GT. Nu breidt Opel het gamma uit met de Manta-A, de sportieve gezinscoupé. Die komt voort uit Project 1450, waar ook de eerste Ascona van afstamt. De tekening van de Manta is nog steeds uit duizenden herkenbaar. Grote C stijlen, het ontbreken van de B-stijl, het brede front en de dubbele achterlichtclusters per kant zijn echte kenmerken. De Manta komt in september 1970 op de markt en krijgt een 1.6N, een 1.6S of een 1.9S motor van Opel, allemaal gekoppeld aan een handgeschakelde vierbak. De “S” versies zijn ook in combinatie met een automaat leverbaar.

Uitbreidingen en speciale versies

Opel vergroot het programma uit met een 1.2S versie en aan de bovenkant van het leveringsgamma komen de Berlinetta (ook weer met automaat leverbaar) en de illustere 1.9 GT/E. Een speciale versie van de Manta is de TE 2800 (in België bedacht en gebouwd). Ook de TURBOMANTA hoort bij de illustere speciale versies. Dat Opel goede zaken deed blijkt wel uit de verkoopcijfers. Van september 1970 tot juli 1975 verkochten de Duitsers 498.553 exemplaren van deze fraaie coupé. Hij wordt dan opgevolgd door de Manta B, die moeiteloos voortborduurt op het succes van zijn voorganger.