Peter Koelewijn zong het al: “Je wordt ouder pappa”. En met ouder worden kun je een hele tijd doorgaan. Tot je niet meer ouder wordt, maar overleden bent. Ai… Dat klinkt niet als een vrolijk begin.
Maar je hoeft niet altijd schaterlachend door het leven te gaan. Soms is wat bezinning niet onaardig. En dat geldt ook voor ons klassiekerliefhebbers. Ondanks dat we jarenlang dat levensgevaarlijke motorrijden hebben overleefd, komt onze tijd ook een keer. En dan heb je definitief afscheid genomen van je geliefde, je familie, vrienden en een handvol vage kennissen. En van je klassieke motorfiets.
Herinnering of moeilijke erfenis
Zo’n motor is dan of ‘gewoon een ding uit de erfenis’ of een gewaardeerd aandenken. In het eerste geval gaat hij de verkoop in en worden de stuivers verdeeld. In het tweede geval kan de motor zomaar in de familie blijven. We kennen zo een dappere oude tweewieler die nu in de liefdevolle handen van de derde generatie is gekomen.
Maar wat als de overledene nu wat meer klassieke motorfietsen en onderdelen had? Zeg tussen de twintig en de honderd exemplaren. Plus een schuur vol onderdelen. En als noch de weduwe noch de kinderen interesse in die materie hebben? Dan is er sprake van een serieus probleem. Zeker als de weduwe – en geloof me, het is gebeurd – niet eens wist dat haar overleden echtgenoot twintig+ klassiekers had staan.
Een zaak van respect
In het gunstigste geval wist ze dat wel. En kende ze de passie die de overledene ertoe had gebracht zijn collectie op te bouwen. Zo’n collectie wordt dan gezien als een emotionele nalatenschap. En uit medegevoel met de overledene en zijn passie is het voor de overlevende partij dan een erg moeilijke keus of en hoe er afstand genomen moet worden van die ‘zeg maar hoeveel’ klassiekers.
De initiële insteek is doorgaans dat de collectie ‘ongedeeld’ weg, maar niet naar ‘de handel’ toemoet. Ergens in de kantlijn zijn er op dat moment altijd al een paar bekenden en een paar van de beter ingevoerde handelaren die belust op buit om de weduwe heen scharrelen en de zaak er emotioneel niet duidelijker op maken.
Meer is niet altijd beter
Grote, gemengde collecties, de droom van elke liefhebber met ook maar een druppel motorolie in de aderen, zijn daarbij in praktijk een ramp inplaats van een zegen. ‘Iedereen’ wil alleen ‘dat’ merk of type. Zo wordt de collectie geen collectie meer maar een stel hapklare porties. Bij die ‘verdeling’ zijn er dan altijd dingen die niemand interessant vindt. En daaronder valt doorgaans ook zo’n 90% van de verzamelde onderdelen. En daar kun je je soms wat bij voorstellen. Want hoeveel ‘markt’ er is voor 147 linker RVS uitlaatbochten voor een Moto Guzzi Lario?
Vanuit een enorm netwerk, en het feit dat ik helaas hinderlijk eerlijk ben opgevoed, word ik soms benaderd om in dit soort situaties te helpen en te bemiddelen. Dat heeft me geen rijkdom gebracht, want ik hecht niet erg aan geld en geld hecht niet erg aan mij. Maar een mooie afwikkeling van zo’n zaak geeft tevredenheid voor alle partijen.
Eens kijken hoe dit afloopt
Momenteel speelt er weer zoiets. Er is een enorme pluk aan klassieke motorfietsen van alle merken. Er zijn klassieke racers. Er ligt een enorme bult aan onderdelen van ZGAN tot schroot. De insteek is weer dat ‘alles’ het liefst in een keer weg gaat om de collectie te behouden als eerbetoon aan de dierbare overledene. Dat zou dan in dit geval iemand met een heel brede smaak en een stevig gevulde portemonnee moeten zijn.
Over het verloop van het traject wil ik jullie op de hoogte houden via www.amklassiek.nl. Want ook als je het geld niet hebt, dan kun je dromen. En wie weet hoe de zaak zich ontwikkelt?