De tijd dat een motor- of autoliefhebber ’s ochtends uit bed stapte, tijdens het ontbijt uit het hoofd versnellingsbak verhoudingen berekende en na het ontbijt de berekende tandwielen met een figuurzaag uit dubbel gehard staal zaagden? Die tijd is er nooit geweest.
De meesten van ons, klassiekerliefhebbers, hebben echter een aardige, brede technische kennis. Die kan op scholing of latere interesse gebaseerd zijn. Of we kunnen nog steeds lerend zijn. Want te oud om te leren zijn we nooit. En de boeken, de ‘vraagbaken’ van Olyslagers of de motorboeken van Peters kunnen nog steeds trots op je nachtkastje liggen. Die boeken vind je trouwens gewoon gebruikt bij de Slegte, bij Boekwinkeltjes, bol.com, op MP op braderieën, kerkbeurzen. Noem maar op.
Op praktisch gebied leren is nu makkelijker dan ooit. Er zijn – ook onder onze adverteerders – heel wat bedrijven die cursussen en/of trainingen aanbieden. Lassen, plaatwerken, spuiten. Maar onlangs liepen we tegen iets op waar we al een poos niet meer aan hadden gedacht: Oude school- en informatieboeken. En omdat het vandaag toch te koud is om wat anders te doen duiken we eens in die materie.
Hoe vreemd het ook klinkt: vroeger moesten lerenden of studerenden dingen leren om te weten. Dat is nu anders. Dankzij Google & Co. Een onlangs van een verse diploma voorziene, jonge, eerste monteur kwam bij zijn senior vragen wat hij moest doen. Hij had een storing al vier keer gereset. Maar de melding bleef. De Echte Ervaren Monteur stelde de jeugdige technicus toen een onverwachte vraag: “Heb je al onder de motorkap gekeken?” Nee dus…
Wat mensen vroeger moesten weten, dat vinden wij tegenwoordig voor een prikkie. En natuurlijk op de PC, de laptop of de smartphone. Op braderieën, kerkbeurzen en dergelijke feestelijkheden. Voor een paar duppies tot een paar euro. En die oude ‘schoolboeken’, ook uit de tijd dat veel volwassenen nog avondstudies deden om hun toekomst te vergulden, zijn doordacht en duidelijk bedoeld om uit te leggen en kennis over te dragen. Al zou je dat al bladerend en wegdromend over alle tekeningen helemaal vergeten.
Een recente aanschaf laat overigens de teloorgang van het onderwijs op dramatische manier zien. Het is ‘Voertuigen, deel 1’ in 1978 uitgegeven door de VAM uit Voorschoten. Het is een studieboek, inclusief vragenlijsten. Voor de LTS, de lagere technische school. En dat was in 1978 niet de plek waar je je kind wilde hebben. Want werken met je handen? Dat gunde je je kind niet.
Tegenwoordig verdient een goede monteur aanzienlijk meer dan een student die cum laude is afgestudeerd in sociologie of evenementskunde. En als je het kennisniveau van een LTSser voertuigtechniek uit 1978 hebt? Dan moet je jezelf tegenwoordig vast al ‘master’ kunnen noemen.
De heel brede basis van de stand van techniek van onze klassiekers wordt in dat studieboek glashelder omschreven.
Het VAM auto technisch zakboekje dat bij dezelfde deal werd aangeschaft is meer een nazoekwerk dan een studieboek. Het gaat technisch – inclusief formules – aanzienlijk dieper dan het eerstgenoemde boek. In het katern ‘wettelijke voorschriften staat bijvoorbeeld wat in de DDR de toegelaten tandemasbelasting afhankelijk van de asafstanden is. Of was.
Ja, de kennis over ‘oude’ techniek gaat verloren.
Ergens ook logisch, want klassiekers zijn nog geen 8% van ons huidige voertuigenpark.
Zelfs de WW-er stond even appelig te kijken toen ik hulp vroeg bij de verbrandde dynamo van m’n ouwe zijklepper.
“Laat mij maar, heb jij gereedschap?”
De beste man keek graag over m’n schouders mee, geen probleem.
“Mag ik een foto maken, want dit is er eentje voor mijn plakboek?!” werd ook toegestaan.
Kijk; zo helpen we elkaar 😉
vroeger stond er in de handleiding van de auto hoe je de kleppen moest stellen
nu staat er een waarschuwing dat je niet uit de accu mag drinken
Klopt helemaal wat je schrijft over het salaris Dolf. En ik vind het niet verkeerd ook. De overheid heeft jarenlang de preek over kenniseconomie afgestoken en de praktische beroepen verwaarloosd. Probeer dat ontstane gat maar eens te dichten. Goede autotechnici zijn broodnodig en verdienen waardering. Wij auto- en motorliefhebbers weten het op waarde te schatten. Gedegen kennis van die elektrische ‘touwtjes’ en van de mechaniek gecompleteerd met puike diagnostische inzichten plus probleemoplossend vermogen is regelrecht goud waard en mag wat kosten. En als ik ons gilde van de klassieker minnenden om mij heen zie, zo zijn wij daarmee uitstekend bezig. Maar bij nieuwere voertuigen kun je zonder OBD tester al vast niets meer beginnen. Daarmee begint de ‘ellende’ al. Automonteurs zijn tegenwoordig meer computer mensen en dat lijkt vaak ten koste te gaan van het vertalen van de aflezing naar de uitvoering van de oplossing. Met al het stiekem versturen van data naar de autofabrikant weet die fabrikant eerder dan de bestuurder wat er fout is met de elektrisch heilige koe. Maar dan heb je hem nog niet gerepareerd…
Tja, een kleine 20 jaar terug bleek ik al de enige te zijn die een oude Engelse MG of iets dergelijks weer aan de praat kon krijgen.
Puntjes ontsteking was voor de betreffende ‘Eerste Monteur’ een stap te ver.
Deze dame stelde het op gevoel af waarna het perfect bleek te kloppen op de testkast naderhand.
Eigenaar blij…
Monteur deuk in ego…