Tijdens het slotakkoord van 1967 introduceerde DAF haar eerste personenauto met een watergekoelde viercilinder motor. Een jaar eerder was de DAF 44 gelanceerd, mét een nieuwe koets die was ontworpen door Michelotti. Die carrosserie werd in de basis ook de behuizing voor de nieuwe 55, die in december 1967 het levenslicht zag.
De DAF 44 was het cosmetische uitgangspunt voor de 55. Uiteraard kreeg ook de nieuwe DAF de onvolprezen Variomatic transmissie aangemeten. Toch was de 55 technisch een andere auto ten opzichte van de kleinere broer. Zo kreeg de DAF 55 een gescheiden remcircuit en – aan de voorzijde – schijfremmen aangemeten. Ook kreeg de 55 een gewijzigd onderstel en werd het motorcompartiment vergroot. DAF besloot namelijk om de watergekoelde 1108 cc Cleon Fonte motor van Renault in het vooronder te monteren. Hierdoor ontstond de noodzaak voor de montage van een radiateur. Vanwege de plaatsing daarvan construeerden de Eindhovenaren ook extra openingen aan het front, uiteraard voor de koeling.
Afspraken met Renault
DAF kreeg daarnaast het recht om de krachtbron – waarvoor het Eindhovense concern een leveringscontract van 40.000 stuks met Renault afsloot – ook in eigen beheer te gaan bouwen. De keuze voor de Renaultmotor had onderliggende redenen. De motor was beproefd, het DAF programma was in volle ontwikkeling én de bouw van de fabriek in Born had tijdens de ontwikkeling van de DAF 55 veel aandacht.
De coupé en de combi
Ook aan de achterzijde onderscheidde de 55 zich. DAF monteerde daar langwerpige achterlichten. Binnen het hoogwaardig verzorgde interieur prijkten onder meer een instrumentarium dat uit twee klokken bestond. De DAF 55 debuteerde als sedan, en mocht niet veel later de fraai gestileerde coupé als familielid verwelkomen. In technisch opzicht verschilden de sedan en de coupéversie niet, maar een eigen karakter kon de beide modelvarianten niet worden ontzegd. Daarnaast kende de coupé een iets luxueuzer uitrustingsniveau. Na de komst van de coupé volgde de DAF 55 Combi, die in praktisch opzicht meerwaarde toevoegde aan de DAF range en geprezen werd vanwege de aantrekkelijke lijnvoering.
Kijk ook op Oldtimer taxatie voor € 99 bij Wilbers Oldtimer Taxaties
London-Sydney
Ondertussen had de competitiedivisie van DAF de potentie van de 55 als rally- en marketinginstrument op waarde weten te schatten, niet in het laatst vanwege de sperwerking van de Variomatic. De verse 55 werd ingeschreven voor de London-Sydney Marathon. De rallydivisie van DAF – onder leiding van Rob Koch – vaardigde op professionele wijze (met luchtsteun!) twee teams af voor de 16.500 kilometer lange monsterrally. Het duo Slotemaker-Janssen behaalde een 17e plaats in de eindrangschikking. Dat was de hoogste klassering in de klasse onder 1600 cc. Ook het duo David van Lennep (de broer van levende legende Gijs)/Peter Hissink voltooide de race, en legde beslag de 56e plaats.
Van rally racekit naar topversie: de Marathon komt
De DAF 55 had zich bewezen als rallywaardig, en om het succes kracht bij te zetten ontwikkelde DAF voor de 55 een speciale Marathon kit. Die bestond onder meer uit speciale STIL velgen, een aangepaste motor- en onderstelafstemming, een toerenteller en een speciale uitlaat. De DAF 55 kreeg in deze uitmonstering meer vermogen. Verder inspireerden de racekits de Eindhovense marketeers uiteindelijk om in 1971 de “Marathon” versie aan het leveringsgamma toe te voegen.
Sterkere motor
De nieuwe topversie van de DAF 55 kreeg de BR 110 motor met hoge compressie (10:1) aangemeten, en leverde hiermee 55 DIN PK vergeleken met de 44 DIN PK die door de gebruikelijke versies werden opgebracht. In uiterlijke zin vielen de centraal geplaatste sportuitlaat, de striping op de flanken, de Marathon badges en de zwarte wielcovers in combinatie met 13″ wielen op. Binnenin was de afwerking (met onder meer fraai tapijt) voortreffelijk en namen de voorste inzittenden plaats in sportief geprofileerde stoelen. Verder kreeg de Marathon rembekrachtiging.
Meer rallysuccessen
Intussen had de DAF 55 diverse zware rally’s zijn mannetje gestaan. De Coupe des Alpes en de East African Safari rally vormden maar een paar van deze beproevingen. En in de Rally van Monte Carlo van 1970 wist DAF in de 1150 cc klasse zelfs beslag te leggen op de eerste twee plekken, een prestatie van formaat. Vooral het duo Laurent/Marché was de DAF tijdens rally’s trouw en het was regelmatig succesvol. Vermeldenswaard is de DAF 555, die op basis van de 55 coupé werd ontwikkeld en zwaardere Renault motoren én een F3 transmissie kreeg.
Minieme wijzigingen
De gewone DAF 55 modellen werden tijdens de productieperiode, die van 1967 tot in 1972 duurde, miniem gewijzigd. De 55 kreeg zijn tweede generatie in 1969, maar de verschillen beperkten zich tot detailniveau. Onder meer de grille en de logo’s werden aangepast. Daarnaast kreeg de coupé in 1971 raamomlijsting bij de portier ruiten.
Schoonheid. De Siluro
Een exclusieve variant van de DAF 55 was de Siluro. Het op basis van de coupé door Giovanni Michelotti ontworpen prototype werd maar een keer gemaakt. De Siluro beleefde zijn vuurdoop op de Salon van Genève van 1968. Het was een van de eerste auto’s met een wigvorm en vooral: buitengewoon fraai vormgegeven. Vandaag de dag is hij te bewonderen in het DAF museum in Eindhoven.
Nederlands vernuft. Hollands veelzijdig
Tot in 1972 hield de 55 het vol. Hij werd – na in totaal 153.263 gebouwde exemplaren – vervangen door de DAF 66. Die werd uiterlijk bij geschaafd. Vooral qua constructie betekende de 66 een stap voorwaarts. Toch mag de DAF 55 – zeker dankzij de vele indrukwekkende raceprestaties – als waardevolle exponent van de Nederlandse automobielbouw worden gezien. Want in alle omstandigheden liet de 55 zien, hoe vernuft en betrouwbaarheid tot aansprekende resultaten konden leiden.
Lees ook:
– Meer artikelen over DAF
Nog een poging..
Plaatje bij het praatje:
Wat Jeroen schrijft had ik omgekeerd: een groene 2CV, naar ik begrepen heb in een tint die door Citroën maar vrij kort geleverd is, aan het eind van de jaren ’70. (ik had beginletters DY op het kenteken) en daar heb ik afstand van gedaan, de bodem was in behoorlijk slechte staat.
Ik bezit een 55 coupé in de kleur zoals de sedan op de bovenste promotiefoto.
Gekocht voor een belachelijk laag bedrag, enige jaren terug bij een handelaar die vooral kleine Japanners verkocht. Net op tijd overigens, want de man stond op het punt om de auto door een demontagebedrijf te laten ophalen.
De wagen vroeg dan ook behoorlijk wat aandacht; aan alle kanten was het roestspook zichtbaar.
Dat is intussen aangepakt, nu het afbouwen nog….
Ford bda motoren werden gebruikt
Voor Jan werd het dak verhoogd waardoor de auto
Het bultje werd genoemd
Voor meer info lees het boek hart van zand
Bedankt voor dit mooie verhaal. DAF (Nederlandse personenauto’s en vrachtauto’s) refereren aan een tijd dat Nederland degelijk was, technische mensen die wisten wat ze deden en een zuidas die nog niet bestond. Introductie van een pientere automaat voor het gewone volk. Maximaal op koppel rijdend. Een degelijke techniek en mooie Italiaanse lijnen. Sportief dingetje voor de brave huisvader en -moeder.
DAF had een visie die volksstammen vertrouwen in de toekomst gaf met praktische auto’s, vergezichten over vliegende auto’s en ruimteschipachtig goederenvervoer in prachtige posters en om bij weg te dromen als jonge knul.
Ik heb ooit kortstondig een Daf46 gehad, groen met open schuifdak. Heel leuke auto, echter: het veercomfort was tegenover mijn 2CV zo matig dat ik hem snel doorverkocht heb.
Sorry, excuses en pardon, had ik hem maar gehouden/gestald en behouden voor ons cultureel erfgoed. Een Daf is super, had ik hem nog maar, ik wist niet beter.
Ja een beetje dom hè , waar als we alles wisten dan?????
Ja een beetje dom hè , maar als we alles wisten dan?????
De rallycross Daf coupé van Jan de Rooy was 4-wiel aangedreven; had hij zelf ontworpen volgens mij. De verbinding voor-achter stond op de plek waar de passagiersstoel had gestaan en de motor was niet van Renault. Hij won er altijd mee op circuit Valkenswaard, zelfs als hij de rest van het veld 10 seconden eerder liet vertrekken !
Ja, die Jan de Rooij wist hoe hij een Daf op de top van zijn kunnen kreeg. Wat een talent. Zijn zoon weet dat trouwens ook, ook al rijdt die met Iveco. 😀
Volgens mij zat de motor dwars op de plek van de passagiersstoel en de variomatic dwars onder de stoel van Jan. De stoel moest daarom hoger en vandaar de bult in het dak.
Één aandrijfas van de variomatic (de linker) ging naar voren die dan via een differentieel de voorwielen aandreef.
De andere aandrijfas van de variomatic (de rechter) ging naar de achteras.
Een subliem en slim systeem!!
De motor was een Ford Twin Cam, getuned door BRM en had 175 pk.
Beste Erik.
Dank voor jouw reactie en de nuttige aanvullingen hierin.
Met vriendelijke groet,
Erik van Putten