Sluitingsdatum novembernummer: 23 september
De AMI 6: Het geheim van de schuine achterruit.
Flaminio Bertoni (1903-1964) is de weinig door Citroën geprezen van de DS en de AMI 6. Dat gebrek aan erkenning heeft hem pijn gedaan. Maar zijn prestaties waren er niet minder om.
Na de DS wilde Citroën het gat tussen de 2CV en de DS dichten. Op het wensenlijstje stond een auto van maximaal vier meter met plek voor vier personen en een grote bagageruimte. En Pierre Bercot, de baas van het concern, wilde geen doorgetrokken dakpartij of stationcar achterkant aan het ontwerp zien. Basta! Het project heette in eerste instantie “M” voor Milieu de Gamme (middenklasser). Maar uit kosten overwegingen moest het lopen op het onderstel van dse 2 CV
Bertoni ging dus voor de inmiddels befaamde schuine achterruit. Die waarborgde voldoende hoofdruimte voor de achterpassagier zonder ten koste van de bagageruimte te gaan. En dat dat achterruitje een stijlicoon zou worden?
Oh ja; en achter de sterk gewelfde flanken van de AMI zat ook een geheim: de sterke profilering zorgde daar voor de benodigde stijfheid van het slechts o,6 mm dikke plaat van het koetswerk.
Die koets werd overigens onder meer omschreven als “Avontuurlijk lelijk”(Motorwelt 5.69) . Want het idee van Bertoni dat zijn schepping er al snel rijdend moest uitzien terwijl hij gewoon geparkeerd stond, werd niet direct door iedereen opgepikt.
Het uiterlijk van de AMI wekte eerst nog al wat verwarring, onbegrip en wrevel. De waardering kwam pas later. Flaminio Bertoni zag dat anders: Hij vergeleek zijn ontwerpen met kunst. Een kunstwerk, dat moet je leren kennen voordat je het kunt gaan waarderen. Kwaliteit leren kennen kost tijd. En de AMI schatte hij als kunstwerk hoger in dat zijn andere scheppingen, de TA en de DS.
Misschien is het dus handig nu alvast een mooie AMI te scoren voordat de resterende exemplaren allemaal voor miljoenen door toonaangevende musea zijn gekocht.
De reden? Het dak van de ID/DS moest ook voor de Ami worden gebruik!