Datsun Fairlady Roadster 1600

Tijdens het zoeken naar een Datsun 240Z kwamen we terecht bij de – soort van – voorloper daarvan: de Datsun 1600 Roadster, de elegant beschaafde cabriolet die bekend werd als Datsun Fairlady. Die naam was het idee van de toenmalige president/voorzitter van Nissan, Katsuji Kawamata san. Hij had in New York de musical My Fairlady gezien en was daar zo van onder de indruk, dat hij besloot dat hij de naam voor zijn auto had gevonden. In het westen werd die naam voor een sportwagen, of laat het een sportieve cabriolet zijn, niet echt als opwindend, sportief en dynamisch gezien. Daarom werden de gangbaarste namen voor de exportmodellen … ‘Sport’ of ‘Roadster’.

De 1500 cc kwam eerst

De Datsun Fairlady 1500 werd in 1961 gepresenteerd op de Tokyo Motor Show en hij – of ‘zij’ – zat daarmee een paar maanden voor het debuut van wat zijn grootste concurrent zou worden, de MG MG B. De Datsun Fairlady moest het daarbij ook opnemen tegen de roadsters van Triumph, Fiat en Alfa Romeo. Onder de motorkap van de elegante Aziaat lag een 1500 cc viercilinder in lijn met een enkele carburateur die 77 pk produceerde. In 1964 werd er een tweede carburateur aan toegevoegd, wat het vermogen deed stijgen naar 85 pk. De 1500 was een soort van driezitter vanwege de soort van zitplaats achter de voorstoelen. De laatste wijziging vond in 1965 plaats voordat de 1600 Roadster zich aandiende als opvolger. Het interieur kreeg een compleet nieuwe layout en het achterzitje verdween. Op dat moment waren er net geen 7000 exemplaren van de 1500 gebouwd, die bijna allemaal naar de Verenigde Staten gingen.

Op naar 1600 cc

In 1965 werden er veel wijzigingen doorgevoerd aan de Datsun Fairlady, met de 1600 Roadster als resultaat. Die kreeg een helemaal nieuw 1600cc blok met 96 pk dat identiek was aan de motoren van de eerste generatie Silvia. De bak was een volledig gesynchroniseerde vierversnellingsbak volgens Porsche patenten. Met die ‘driveline’ was de 1600 165 km/u snel. Uiterlijk waren de wijzigingen Oosters ingetogen, het verschil zat hem vooral in de grille met 3 spijlen in plaats van rechthoekige mazen. De productie van de 1600, met de interne benaming SP311, liep door tot april 1970.

Japanse auto’s waren kwalitatief erg goed

Maar ze waren net als bijna al hun tijdgenoten roestgevoelig. De Datsun Fairlady had daarbij het enorme nadeel dat hij ook regen kreeg te verwerken als de kap omlaag geklapt was. Bij menselijke fair ladies leidt dat tot een geruïneerd kapsel. Bij de Datsun Fairlady werd het interieur broeierig vochtig en grepen veel roestwurmen hun kans. Het is bijna onmogelijk deze ranke cabriolets zonder roestschade te vinden. En er zijn er toch ongeveer 40.000 van gemaakt. AMK adverteerder Jos van de Wouw, hij is vast vernoemd naar zijn bedrijf, kon zijn ogen dan ook niet geloven toen hij ‘zijn’ Fairlady vond. Als techneut steekt hij graag tijd in het technisch helemaal in orde maken van zijn auto’s. Maar van het nalopen van de helder gele Datsun Fairlady werd hij helemaal blij.

Wat de 240 Z betreft. We kennen intussen iemand die zijn E-type heeft verruild voor een 240Z. Het moet niet gekker worden.

Abonneer en ontvang elke maand Auto Motor Klassiek in de bus, ook leuk als cadeau natuurlijk.