De Alfa Romeo Giulia geldt voor tal van klassiekeradepten als één van de mooiste auto’s die ooit werd ontworpen. De prachtige berlina uit Noord-Italië maakte al snel faam als geraffineerde en zwierige rijdersauto. Vandaag de dag bekoort zij nog steeds, net als vroeger, toen vele mevrouwen en mijnheren gegrepen werden door de geraffineerde vormgeving en de fraaie techniek.
Op 27 juni 1962 presenteerde Alfa Romeo in Monza de opvolger van de Giulietta (Tipo 101) aan de wereld. De onder leiding van Orazio Satta Puliga ontworpen Giulia viel op door haar zelfdragende carrosserie met een scherpe, klassieke vormgeving die heel subtiel werd gecombineerd met een hoge graad van aerodynamica. De Cw waarde van 0.34 (naar huidige maatstaven nog steeds heel acceptabel) werd geroemd. Deze werd onder meer gerealiseerd dankzij de laag geprofileerde neus, de Kamm achterzijde (met een in het plaatwerk geïntegreerde spoiler, die de achter sectie tot boven de bumper omrandt) en de panoramisch vormgegeven ruiten.
Diverse derivaten
Op basis van de Giulia Berlina (Tipo 105) werden (bijvoorbeeld) ook de fabuleuze coupé (Bertone, 1963), de Giulia GTC, de Spider (Duetto en opvolgers, 1966) gebouwd. En uit de Italiaanse pen kwamen ook speciale versies, zoals de TZ1, de TZ2 én de Junior Z(agato). Het is slechts een greep. Verder bouwde Carrozzeria Colli van 1962 tot in 1973 Combi’s op basis van de Giulia Berlina. Opmerkelijk is dat de coupé (tot in 1963), de Sprint Speciale, en de Spider (tot in 1966) voortgezette Alfa Romeo Tipo 101 modellen waren. Zij zetten hun loopbaan een tijdlang als Giulia voort en kregen ook technische elementen van de Giulia.
Meerdere uitvoeringen, steeds gewijzigd, fraaie techniek
In dit artikel beschrijven wij vanaf nu exclusief de carrosserievariant waar de Giulia-sage mee begon: de Guilia Berlina. Zij werd in tal van hoedanigheden gebouwd, en op de Nuova Super Diesel (vanaf zomer 1976, met Perkins-diesel) na kregen zij allemaal een Nordmotor (bialbero) met twee bovenliggende nokkenassen, die aangedreven werden door twee duplex-kettingen. De krachtbronnen hadden onder meer een aluminium blok en dito cilinderkop, de verwisselbare cilinderbussen waren van gietijzer. Het type Nordmotor was uiteraard afhankelijk van de uitvoering waarin de Giulia werd geleverd.
Debuut in Monza als 1600 TI.
De prachtige Alfa Romeo debuteerde als 1600 TI (nog met lintsnelheidsmeter, stuurschakeling en ‘drieschoentype’ trommelremmen, later werd het instrumentarium gewijzigd en monteerde Alfa Romeo Dunlop schijfremmen rondom). In de loop van de jaren volgden meerdere versies, zoals de 1300, de 1300 TI, de (sterkere) 1300 en 1600 Superversies, de Unificata-serie (van 72 tot 74) en de Giulia Nouva Super serie (vanaf 1974) met bijvoorbeeld de kunststof grille, dubbele koplamepen met gelijke omtrek en een gladgestreken achterklep. Alfa Romeo voerde vanaf de productiestart in 1962 overigens regelmatig op kleinere en grotere schaal technische wijzigingen door (rembekrachtiging, hangende pedalen, gescheiden remcircuits). Niet onbelangrijk voor de interne typenfanatici: vanaf medio 1972 (dus vanaf de lancering van de Unificata serie) heette de Giulia (net als enkele ervan afgeleide modellen) intern geen Tipo 105 meer, maar Tipo 115.De Italianen bouwden deze illustere Alfa Romeo tot in 1977, maar tot enkele jaren na de productiestop verkocht Alfa Romeo nog nieuwe exemplaren.
TI Super, absoluut pronkstuk onder de berlina’s
Eén van de pronkstukken uit de Giulia-sage was de TI Super, een heuse rariteit die in een oplage van 501 stuks werd gebouwd. Dit was een lichtgewicht versie (menig onderdeel werd weggelaten), met onder meer een achterruit van Plexiglas, racestoelen met aangepaste gordels, magnesium velgen en een heerlijke 1570 cc motor met twee dubbele horizontale Weber-carburateurs, die dankzij de nodige aanpassingen een vermogen van 112 DIN-pk genereerde. De TI Super was bestemd voor private coureurs, en is tegenwoordig zéér gezocht.
Gefeliciteerd, Giulia!
Wie ooit met een Giulia reed weet het. En wie eigenaar is van een Giulia ook. Zij is in staat om een fascinerende rijbeleving over te brengen, die niet alleen dankzij de vaak zo fijne motoren aan de oppervlakte komt. Ook het onderstel (met onafhankelijk opgehangen wielen voor en een uitstekend gestabiliseerde en geveerde achteras) was een fraai staaltje en uitstekend afgestemd stukje techniek, dat aan het rijplezier een niet te missen bijdrage leverde. De Alfa Romeo Giulia leerde veel mensen om van auto’s te houden. En het is niet voor niets dat zij zelfs als nieuw gebouwde auto tot diep in de jaren zeventig nog steeds hoog op menig verlanglijstje prijkte. We kunnen eigenlijk maar één ding zeggen: Grazie Alfa Romeo, grazie mille. E complimenti per il tuo 60° compleanno! Van harte!
Persoonlijk vind ik de Giulia qua design helemaal niet zo bijzonder. Geef me maar een Alfasud Sprint, een GTV, een Giulia (type 2) of een Alfetta. Rij zelf met een Brera en vind dit qua design echt de top; rijdt ook heerlijk. Kleine opmerking over de lay-out van de onderschriften bij de foto’s: zet die aub in een andere kleur of met meer contrast want die zijn nauwelijks leesbaar … Verder heel interessant artikel.
Heb een “supertje” gehad. Bouwjaar 1978, zo’n blauwe. Geweldige auto. Spijt dat ik hem ooit heb weggedaan.
Schitterende auto’s met ziel en prachtig geluid. Had van dit model ooit de latere 1300 Nuova Super met de minder sprekende kont, maar ook erg leuk. En dat was trouwens de eerste 2e hands auto die ik bij een Alfa dealer kocht en wat de miskoop van de maand bleek en ineens de Bovag garantie daar niét voor bleek te gelden. Mijn heerlijkste Alfa ooit was een 1600 GT Sprint van ’66 die ik jaren daarvoor als studentje kocht en 10 jaar had (rijden maar 2 jaar ofzo), die was echt mooi en bijzonder leuk. Maar zoals zovele leuke auto’s uit het verleden ook die niet bewaard. Een dergelijke GTV mag er zo weer komen, maar prijzen van leuke oudere auto’s zijn al tig jaar absoluut niet meer leuk dankzij de invloed van “belegging” en dat is heel erg jammer.
Elk stukje van die auto “past”, een model met “smoel”… elegant-eigenwijze sportsedan. Dat “sport” is letterlijk, had een klant met een 2.0 liter die in een 1.3 kas lag. Van een zwierig achterste gesproken ;)… instant reactie op het gaspedaal. En dan is er dat geluid. Die smachtende carburatoren zijn immer aanwezig. Het totaal omgekeerde van elektrische auto’s, die stil, nuchter…efficiënt én ja “snel” zijn. Doch wat maakt snelheid uit zonder ziel? ‘t Is als taart van ‘t groot warenhuis: ziet er meestal lekker uit… doch de smaak van een warme bakker is wel iets anders. Ik rij nu vooral met m’n ’33 1.7IE met origineel open dakje. Een budgetoldtimer, maar echte Alfa. Elke keer ‘t motortje aanslaat, smile op je gezicht. Misschien dat ‘k nog eens zo’n Guilia koop, de prijzen zullen door de aankomende economische crisis flink dalen. Al denk ik dat ik eerder m’n 166 2.5 busso ga opknappen. Veel hangt af van hoe de autobelastingen gaan evolueren. Helaas.
Noem haar aub geen Guilia 🙁
Bella bella machina!
De beste sedan ever!
Jammer dat die Alfa`s zo gekrompen zijn tijdens de was. Vroeger waren ze ruim, nu is
de auto alleen nog maar goed voor werkloze Cirque de Soleil artiesten.
Mijn zus heeft haar museumstuk pas verkocht, nu een heel artikel, ouch!.
Ze waren, en zijn dat nog steeds, heel apart.
Bas.
Ik zoek een puntgave – u leest het goed – puntgave
R16 tx
ander nieuws , hoera we gaan rekeningrijden , natuurlijk ook met je oldtimer , en natuurlijk ook in het buitenland , ook al betaal je daar al mee al mee aan de infrastructuur via kfz steuer in de brandstofprijs of tol etc.
oprutte !
Het is ook helemaal niet nodig. Elektrische auto’s kunnen ook gewoon een bedrag per maand betalen.
Wat een prachtige oldtimer en reed als een trein 🚆