Goed. De lamp op de foto brandt niet. Want hij zou je verblinden. En als motorrijder wil je niet verblind worden. Met de herfst in aantocht kan ik me daar zelfs wat bij voorstellen. Duisternis, nattigheid, sneeuw, vallend blad en vallende motorrijders. Maar rijden met een fluo geel of groen hesje? Dat trekt mijn systeem niet. En met een fluo helm op de schouders zou ik me voelen als een champignon die te dicht bij een Belgische kerncentrale is opgegroeid.
Piraatjes
Tijdens een gesprek met iemand die ’s avonds rallyritten rijdt kreeg ik te horen over het fenomeen ‘piraatjes’. Dat ging niet over illegaal vuurwerk, illegale rookwaar of de neefjes van Captain Jack Sparrow, maar over 100 Watt halogeenlampen. En die dingen zouden om een of andere duistere reden illegaal zijn. “Net als Xenon verlichting.” Ha! Dat wist ik ook al niet! Stefan was er echter nogal over te spreken. Bovendien: hij had nog een setje verstralers met piraatjes over.
Strak zaken doen
Op basis van ons gangbare betaalmiddel in dit soort zaken maakten we de deal rond op ‘Eén krat’. Bij het ophalen van de verstralers bleek één van de twee armaturen met noorderzon te zijn vertrokken. Rustig doorzoekend compenseerden we qua beugelflessen alvast het gemis. Het ding bleef onvindbaar. We hielden het erop dat er maar één piraat aan boord zou komen. Het aansluiten van extra verlichting kan op veel high tech manieren. Echte kenners zien er niet tegenop om relais te gebruiken of lampen parallel over andere lampen te schakelen. Ongelooflijk maar waar. En het werkt dan doorgaans nog ook.
‘KISS’: keep it simple stupid!
Ik geef er de voorkeur aan twee draden te trekken tussen de accu en de lamp. Schakelaar ertussen. Zwevende zekering van – eerst maar eens – 8 Ampère ertussen. Klaar. Nu was de lamp natuurlijk gewend om op een stevige autobumper te wonen. Op het polyester windscherm gemonteerd gaf het ding bij de eerste testrit wel enorm veel licht. Maar de behuizing schudde zo dat het lichtbeeld leek op wat een stevig gedrogeerde in de seventies moet hebben gezien tijdens een woeste nacht in een disco.
De lamp verhuisde naar een valbeugel en zo werd de tweede proefvlucht een succes. Het 100 Watts piraatje schoof een indrukwekkend stuk zonsopgang door het duister. Bij het doorlopen van een lange bocht straalde mijn schijnwerpertje een blijkbaar vers geplaatst verkeersbord aan. Mezelf snijden bij het scheren was me als eens gebeurd. Maar mezelf in een doorlopende bocht verblinden door de reflectie van een verkeersbord? Dat was nieuw voor me. Het ging goed, maar ik had het eventjes erg warm.
Tegenligger in het verre veld
Om het natuurlijk evenwicht te herstellen was er een paar dagen later iemand anders die het erg warm kreeg. De tegenligger in het vlakke polderland kwam me met juichend groot licht tegemoet. Ik gaf hem een grootlicht knipoog, maar hij reageerde niet. Het leek met toen een strak plan om de zaak eens bij te lichten met mijn piraatje. Dat maakte vrij duidelijk waarom die dingen volgens zeggen illegaal zijn. Mijn hallelujalogeenlicht knalde blijkbaar direct door de pupillen van mijn tegenligger tegen de binnenwand van zijn achterhoofd en verlamde zo zijn denkspier.
Met de voor autodebilisten zo kenmerkende onvoorspelbaarheid gaf de chauffeur een ruk aan het stuur en dook resoluut, met zijn grootlicht nog aan, een vers geploegde akker in.
Tevreden reed ik mijn zonsopgang achterna en besefte dat het verhaal heel anders had aflopen kunnen wanneer ik alleen maar een fluo hesje had gehad om mee te zwaaien naar de automobiele konijnenjager. En mocht u tijdens een verjaardag een verhaal horen over zo’n asociale motorrijder met een hoornvlies verschroeiende lamp op zijn klassieker? Dan was dit de andere kant van het verhaal.
Een terecht gevalletje oog om oog, lamp om lamp zoals het oud Hollands spreekwoord luidt.
Mocht je voor de nodige balans nog een tweede armatuur willen, heb ik dat vast nog wel ergens voor je liggen.
Maar zelf doe ik noooit iets illegaals dus voor het “piraatje”zal je zelf moeten zorgen.
als een champignon dat te’ dicht bij een belgische kerncentrale gegroeid is, die vond ik goe 😀
Geweldig weer, dit verhaal. Ik rijd tegenwoordig met een 80w gele halogeenbol van chinese ali. Perfect licht, en heeel erg herkenbaar door de kleur. Als grootlicht schakel ik extra een 10w led bij. Lichtknipoog heeft daarmee gegarandeerd de gewenste uitwerking.
Heel herkenbaar.
Had destijds een Escort mk4, met een kapot lampje.
Langs de lokale automeukboer, en wat origineel 60-55 hoort te zijn, bleek vervangen door 110 -90 of daaromtrend.
Vandaar dat ik zoveel klachten kreeg dat mijn licht te hoog stond.
Maar het gaf wel echt een bak licht.
Nadeel: de lampjes worden heter, en dus ook de stekkers.
Die waren na een paar jaar totaal verweerd.
Dus die temperatuur is wel een dingetje.
Maar probeer eens een relaisschakeling te maken tussen de gewone verlichging.
Bij veel voertuigen (zoals mijn Audi 200 van 1986) loopt alle spanning voor de verlichting via de schakelaar (kleine contactjes, inpitten, verbranden, kleven etc)
Velen hebben daar inmiddels een relaisschakeling van gemaakt, met als gevolg 13 volt bij de koplamp ipv 9 volt die het eerder was.
En ook dat zie je welzeker.
Op mijn oude Audi 50 vroeger had ik ook van die piraatjes, 4 stuks.
Twee in de originele koplampen en twee in de bijgeplaatste Honda Accord (model jaren ’70) koplampen.
Heerlijk, wat een licht.
Alleen de dynamo trok het niet, 35A exemplaar in die tijd op die autootjes.
Die werd dus fluks vervangen door een 100A exemplaar van een Audi 100.
Nooit een probleem meer gehad..
Jij bent natuurlijk gewend aan vuurtorens! Is dat boek ooit nog bij je terecht gekomen?