De sluitingsdatum voor het decembernummer is 21 oktober
Bremen Classic Motorshow 2023. Een persoonlijke top-10. “Please, give me the keys”
Het is een relatief en vooral subjectief begrip. De mooiste, de beste, de meest opvallende, de meest verrassende klassieker van een evenement wordt vaak door een persoonlijke voorkeur bepaald. Of door een timmermansoog. Iedereen heeft zo zijn of haar eigen redenen voor de keuze van een favoriet. Ik ook. Afgelopen weekend was ik in Bremen, en tijdens de Classic Motorshow stelde ik mijn persoonlijke top tien samen.
De Sonderschau Biedermann & Brandstifter toonde een paar zékere kandidaat top tien bewoners. Twee ervan waren familie. De Ford Capri RS 2600 was de tegenhanger van zijn ingetogen broer, de Capri met de 1.5 V4 motor die ook bekend is uit (bijvoorbeeld) de 15m van weleer. De beide Fords toonden hun lijnen in een prachtige staat. En die gestrekte, lage vormgeving van de Capri’s uit de eerste serie blijft bekoren. Bovendien bood de Capriconstructie alle ruimte om eindeloos te variëren. De exemplaren in Bremen toonden dat nog meer aan dan de andere Biedermann & Brandstifterparen. Met iedere Capri kwam je geweldig voor de dag, zeker met de staat die de prachtige Fords in Bremen tentoonspreidden. De exemplaren in Bremen hadden een magische aantrekkingskracht, en kwamen direct in mijn top-10 terecht.
De Sonderschau met de tweetakt en viertakt motorfietsen was ook een verhaal apart. De bezoekers stuitten daar op prachtige twee- en viertaktparen. Menig klassieke motorfiets pakte daar een favorietenrol, uiteindelijk vond ik voor wat betreft de twee- en viertaktshow de Suzuki 750 GT de meest indrukwekkende motor. De “Waterbuffel” was de eerste motorfiets met een watergekoelde (tweetakt) krachtbron, die zijn inhoud verdeelde over drie cilinders en goed was voor een top van 180 kilometer per uur.
De mooist ontwerpen motor van de Sonderschau was wat mij betreft de Moto Guzzi Astore, een vormtechnisch knap stukje ambacht in de 500 cc klasse. Hij symboliseerde met zijn grote krachtbron en zijn mooie ontwerp de gemotoriseerde vaart der volkeren. Een derde motor die opviel kwam in de Bremer vooraankondigingen al naar voren: de regelmatig in de prijzen gevallen Triumph T120 Tiger uit 1948, een volledig in custom trim opgetuigde klassieke motorfiets, en echt de parel binnen de Classic Custom Motorcycle Lounge.
Terug naar de auto’s. In de schaduw van de vertrouwde thema’s stuitte ik ineens op een prachtige groene Alfa Romeo Giulia 1300 Super, voor mij nog altijd de rij-technische en cosmetische diva onder de klassiekers. Ruim zestig jaar na haar introductie is zij nog niets van haar aantrekkingskracht verloren, de groene Alfa in Bremen vormde daar het begerenswaardige bewijs van. Op de stand van Robert Wagner Classic and Sportscars stond ook héél veel moois. De Pagodes dongen mee naar een top-10 plek, maar de volledig gerestaureerde Austin Mini ‘Cooper’ Countryman sprong eruit op de stand van Wagner. Je rook bij wijzen van spreken nog hoe vers het gemonteerde essenhout was, en de aangepaste specificaties (1275 cc Cooper S motor) geeft deze prachtige klassieker nog extra bite.
Op de stand van CC-Cars uit Denemarken zag ik de Datsun 240 Z, die het in zijn eentje opnam tegen alle aanwezige Porsches in Bremen. Het is echter niet alleen zijn eenzame verschijning die de Japanner een plek in de top tien favorietenlijst bezorgde. Zijn ragfijne techniek, zijn lay-out en zijn voorkomen maken dat ik deze sport-Datsun altijd mooier en beter heb gevonden dan de classic Porsche 911. Hij kruipt nóg meer onder de huid, het is ook een gevoelskwestie.
De teller staat nu op acht. Maar welke klassieke auto’s of motorfietsen completeren dan de top tien? Da’s lastig. De groene Jaguar XJC, de BMW 2002 Turbo, de Lloyd ‘Scheunenfund’, de VW Typ 3 Variant op de stand van de Rode Lijst van alledaagse auto’s waren zeker kandidaat. Dat geldt ook voor de prachtige Audi 100 Coupé S in Hal 6. Of wat te denken van de Moto Morini Corsarino en de BMW Wartburg pre war car? Allemaal halen ze de top tien net niet, hoewel de laatste twee genoemde klassieker zéker de speciale vermelding verdienen, net als de BMW 2002 Turbo.
Nummer negen op de lijst is een restomod. De onder constructie zijnde Lada 1200 RS3 quattro was heel speciaal. Heemann is al enkele jaren bezig met de ombouw van de Lada naar een restomod met RS3 techniek. Dat betekent: uitbouwen en verbreden van de carrosserie, die ook onderhuids helemaal is aangepast om de 2.5 TFSI motor en de quattro-aandrijving te monteren. Een buitengewoon origineel project, dat op onze Facebookpagina meer likes scoorde dan het bericht waarin wij hem opnamen. In alles toont hij de oneindige mogelijkheden om een klassieker op eigen wijze te upgraden, en het historische karakter van een nieuw en verrassend elan te voorzien.
Een stukje verderop- op de stand van TÜV Nord- stond nummer tien uit het overzicht, en deze klassieker werd mijn favoriet. Een werkelijk schitterende Austin 1300 GT (Flame Red met zwart vinyl dak) sprong heerlijk in het oog. De rode 1300 GT was een tamelijk laat geïntroduceerde en luxe/sportief uitgeruste ADO 16 (als Morris én Austin gebouwd), mét een heerlijk interieur. Hij had verder de 70 DIN-pk 1275 cc motor aan boord (grotere cilinderkop met 11 bouten, scherpere nokkenas, hoge compressiezuigers, verstevigde drijfstangen) en was in zijn tijd een heel smakelijk en sportief alternatief. Van alle uitgebrachte ADO16 varianten vind ik de in oktober 1969 gepresenteerde Austin en Morris 1300 GT modellen het meest harmonisch. Bovendien toonden zij de houdbaarheid van het toen al ruim zeven jaar bestaande ADO16 modellenreeks aan. Het exemplaar in Bremen kroop onder de huid en bekoorde door zijn vergaand originele staat, zijn compacte vormgegeven evenwicht én zijn tegenwoordige zeldzaamheid. De Austin toonde in vol ornaat waarom de ADO16 een steeds meer gewilde klassieker wordt. Hij pakte voor mij de top-1 positie in Bremen. Please, give me the keys.
Het beursverslag van de Bremen Classic Motorshow 2023 vindt u hier.
ADO16 heeft mij veel geboden. In 1965 een splinternieuwe MG 1100 groen met grijs lederen bekleding, daarna een 1100 waar de vorige eigenaar een 1275 cc motor in had gezet. De derde was een Wolseley met voor aanrijdingsschade, daarom de grille van een MG gemonteerd. Luxe vervoer. De vierde was een Spaanse MG 1300, heel luxueus, nog weelderiger gemaakt door mijn zon die er een VandenPlas interieur in sleutelde. Het ADO16 concept verdiende een langere doorontwikkeling.
Ado 16, ik had hem. Jawel ook rood, vinyl vouw dak, aparte strips en wieldoppen. Met niet origineel houten dashboard. En op lpg. De kwaliteit van alles was maar Lala en de hydroliek leidingen waren vervangen door heuse koperen waterleiding. En nu zijn ze gezocht maar ik was toen blij hem te kunnen verkopen voor fl. 600,- Tenslotte is hij naar Wallonië gegaan hoorde ik, een vader met een clubje zonen. Meesterlijke zet om een familieband te creëren voor het leven. Of definitief te splitten