De sluitingsdatum voor het decembernummer is 21 oktober
Panhard 24 (1963-1967): Beloning voor toewijding
Nee, de Panhard 24 is geen allemansvriend die je onmiddellijk voor zich wint. Doorgrond je echter zijn concept en omring je hem met de juiste dosis toewijding, dan doet hij je versteld staan van zijn geniale vondsten. Dit aankoopadvies dat je compleet en uitgebreid in nummer 10 aantreft, heeft tot doel om alle verhalen die over de excentrieke modelserie de ronde doen in het juiste perspectief te plaatsen, waarmee iedereen die deze coupés stiekem begeert zijn voordeel kan doen.
Tekst & fotografie: Aart van der Haagen
Panhard hanteerde de termen B en C, verwijzend naar berline (Frans voor sedan) en coupé, maar in feite zitten beide versies qua lijnvoering en afmetingen in de sportieve hoek. Hierin vinden we – deels – een verklaring waarom de Panhard 24 altijd een nicheproduct is gebleven, dat als opvolger van de PL 17 een volstrekt andere weg bewandelde en daarmee wat zwaar op de maag viel bij de trouwe clientèle. Niet alleen in praktisch opzicht, maar ook in prijsstelling. Vier jaar slechts duurde zijn carrière, van 1964 tot 1967, met de belangrijke aantekening dat het afscheid vooral vroegtijdig werd ingeluid doordat moederbedrijf Citroën de productiecapaciteit in de fabriek liever benutte voor Besteleenden. Bij elkaar opgeteld nummerde de afdeling boekhouding slechts 28.651 eenheden.
Panhard 24-programma is heerlijk overzichtelijk
Waar het eigenzinnige merk complexe technologie niet uit de weg ging is het Panhard 24-programma juist heerlijk overzichtelijk. Het opende in 1963 met de C en de CT (met de T van Tigre), die 8 pk vermogenswinst ontleent aan een andere nokkenas en een carburateur met twee ruime poorten. Dan praten we naar DIN-normen over 42 respectievelijk 50 pk en naar SAE-normen over 50 respectievelijk 60 pk. Dezelfde tweedeling zien we bij de in 1964 toegevoegde B en BT, waarbij achterpassagiers volledig de vruchten van 23 centimeter meer wielbasis plukken. Gelijktijdig lanceerde Panhard een opgewaardeerde Tigre-motor voor de korte CT, die wat meer koppel in het middentoerengebied genereert. Om de prijsdrempel wat te verlagen verscheen in 1965 de uitgeklede BA, die bij gebrek aan belangstelling (slechts 161 stuks) na een jaar alweer uit de prijslijsten verdween. In 1967 beëindigde Citroën met het stilleggen van de Panhard 24-productie een lange merkgeschiedenis.
Juweeltje
Delicaat. Die term omschrijft de techniek, meer specifiek de krachtbron van deze coupés het best. In de jaren zestig al wist de garagewereld al dat je een onbenul die hooguit een Opeltje of een Fordje op de weg kon houden niet aan een Panhard moest laten sleutelen. Er liep nog weleens zo’n hoogtoerige tweecilinder boxer in de soep, niet zelden ook door een zekere nonchalance bij de eigenaar ten aanzien van onderhoud. Spijtig, want feitelijk is de compacte motor van de Panhard 24 met zijn rolgelagerde krukas en bijzonder hoge vermogen per liter een juweeltje, dat met de juiste aandacht genoeg uithoudingsvermogen heeft en redelijke prestaties koppelt aan een prachtig verbruik van 1:14. Moet je dan met een ei onder je gaspedaal rijden? Nee, juist het tegenovergestelde. De algehele rijbeleving valt werkelijk met niets te vergelijken. Laag bij de grond gezeten jaag je zo’n Panhard 24 met astronomische snelheden door bochten heen, waarbij je respect voor de ingenieurs met sprongen groeit. De juiste mate van toewijding levert een grote beloning op.
Het oktobernummer van Auto Motor Klassiek ligt op dit moment in de winkel. Mis hem niet en haal hem vandaag nog in huis.
Ik zoek een Panhard om te kopen. De rode op deze site voldoet aan mijn wens. Is deze te koop ?
Mvrgr
Guus
De Laverda in het laatste nummer van Auto Motor Klassiek is geen SF2 maar een 1972 SF.
De 2 persoons buddyseat is van de (tammere) GT.
Ja, dat klopt. In het komende nummer een kleine rectificatie.
wilt jelui niet eens zo,n panhardmotor onder de loep nemen , wat een vernuftig stuk techniek !
Altijd een fascinerende en mooie auto gevonden.
Maar toen ik in ’68 met een vriend op weg ging om er een te kopen in Amstelveen zei hij ineens, als jij nou die GSM neemt, neem ik die panharing.
En zo geschiede.
Die GSM vond ik nog net ietsje leuker dan de Panhard, maar die kon ik eerder nooit bij hem los peuteren.
Veel plezier van de GSM gehad maar nooit een 24 in bezit gehad, later en tot op de dag van vandaag werd het Matra Djet.