Ik was voor een klus op weg. Bij plezierritten vermijd ik autosnelwegen als de pest. Ze zijn immers dodelijk saai. Maar voor werk zijn ze doorgaans de snelste verbinding tussen A en B. Ik heb de neiging op snelwegen rustig mee te drijven in de flow. Op een ouwe Guzzi is rond de honderd prima. Al mijmerend werd ik ingehaald door twee motorrijders die me met 130-140 voorbij kwamen. Ze reden op de achterwielen van hun motorfietsen en keken langs de tanks van hun balansact naar het verkeer voor ze.
De tweede had een helm camera’s en dat ziet er voor mij ook al wat vreemd uit
Voor mensen met meer machinebeheersing dan ik heb, heb ik altijd een serieus respect. Voor mensen die verstandiger zijn dan ik ben, ook. Dit leek me een zaak van evenwicht tussen mijn meningen. De stuntmannen werden gevolgd door een dubbel verbreed en verlaagd GTI’tje van waaruit het dak een dubbel getatoeëerde de actie filmde. Tijdens het voorbijrijden gaf hij me een fuckvinger. Ik voelde me saai, burgerlijk en fossiel. Voor me gingen de mannen op hun voetsteunen staan. Dat leek me een veiliger aanpak. Nu keken ze over, in plaats van maar langs één kant van hun bikes.
Maar als motorrijders zijn we toch kwetsbaarder dan de gemiddelde Scania piloot. Dus anticiperen is van levensbelang. Daarom rijd ik het liefst met de rubbers op het asfalt en met zoveel mogelijk zicht op de weg. Het is verrassend hoe vaak ik de dans ontsprongen ben doordat ik op het kijkgedrag in de spiegels van automobilisten, en op maar de geringste stuuruitslag van hun voorwielen heb gelet. Dat heeft me al een paar serieuze klappers gescheeld. Maar soms moet je als motorrijder niet alleen anticiperen, maar ook pro-actief zijn.
Bij de lokale Aldi zag ik een oude dame in zo’n artrosevriendelijk gebakje ontzettend stuntelen bij het uitparkeren
Ik bood aan haar even te helpen, zette haar auto terug en bracht de sleutel naar de bedrijfsleider van de Aldi met de opmerking dat de intussen huilende dame me te gevaarlijk leek om in het verkeer los te laten. Het werd nog een aardig opstootje daar in de winkel. Maar mogelijk heb ik er iemands leven door gered. Want wat er in een lokale krant stond klopt niet: “Oudere verkeersdeelnemers in gevaar” Dat had moeten zijn: “Oudere verkeersdeelnemers, een gevaar”. En dat geldt dan niet alleen voor warrige grijskuifspechten, maar ook voor bolknakrokers in wat oudere auto’s uit het betere middenklassersegment.
De uitzondering is die van oude HERSTEL: heel ervaren mannen op klassieke motorfietsen
Dat soort passionado’s heeft alle verkeersstormen overleefd door wakker en oplettend te blijven. Op hun Rudges, BSA’s, BMW’s, Nortons, koningsassen Ducati’s en Gilera’s , klassieke Japanners en ander oud spul dansen ze over de mooiste wegen. En als je dan ziet hoe soepel en vloeiend zo een senior in een afdaling de bochten pakt? Chapeau! Buurtgenoot Theo vertelde glimmend van plezier dat hij en zijn vrienden tijdens een rit in de Vogezen feitelijk gelijk op reden met wat rijders op 100+ pk machines.
Ze werden op elk recht stukje weg genadeloos ingehaald
En pakten het verloren terrein – in elk geval vaak genoeg – terug in de bochten. Omdat er in de Vogezen flink wat bochten zijn had iedereen schik. Bij een stop waar de mannen elkaar troffen sprak een jong dynamische Suzuki piloot verbaasd: “Hoe durven jullie zo snel te sturen op van die dunne bandjes? “ Dat was een voorzet voor open doel. Het oude mannen collectief antwoordde spontaan, stralend en in koor: “Het is omdat wij gewoon goed rijden kunnen”
De twee generaties kregen geen ruzie. Ze bewonderden elkaars motorfietsen. En ze vonden elkaar in hun gedeelde passie op het terras in Plombières les Bains.