We zijn aan het afsluiten voor het decembernummer
Mini Cooper: de rally- en circuitheld van Paul de Jong
Dat het allemaal begon met een gewone Mini leest u in dit artikel over de Mini Cooper van Paul de Jong. Maar belangrijker is hoe hij werd geraakt door het beruchte virus: dat van de autosport in z’n puurste vorm.
De eerste besmetting vond plaats in de jaren 70, toen Paul samen met zijn vriend Gert Budding meedeed aan een kaartleesrit. Paul vertelt: “De eerste ritten waren met onze nationale trots, de DAF 55. Vanaf het eerste moment was er al passie voelbaar. We reden steeds fanatieker mee in de regionale kaartleesritten. Als je vijf grote landelijke ritten had uitgereden, kon je een rallylicentie aanvragen.”
Die licentie kwam er, en daarmee ook de plannen. Paul: “We wilden rallyavonturen beleven met het allerleukste en allermooiste kleine autootje ter wereld: de Mini.”
Eerste stappen: de Innocenti Mini
De eerste rally-Mini van Paul was een Italiaanse uitvoering van het Britse origineel: de Innocenti Mini. Met een degelijke rolkooi was de auto klaar voor z’n vuurdoop tijdens de SLS Rally. Wat volgde waren jaren vol competitie in het nationale kampioenschap, waaronder meerdere deelnames aan de bekende AMAC Tulpenrally.
De SLS staat voor Scheveningen–Luxemburg–Scheveningen, en AMAC is de afkorting van de Amersfoortse Motor- en Automobielclub. Het waren prachtige uitdagingen, voor zowel mens als machine.
Na één seizoen werd de Innocenti vervangen door een Mini 1275 GT, een logische stap omdat dit model ruimer gehomologeerd was. Pauls resultaten waren indrukwekkend: meestal eerste of tweede in zijn klasse, en tijdens de hergroepering in de AMAC Tulpenrally zelfs vijfde algemeen. Een gebroken krukas gooide helaas roet in het eten. Tijdens de BAC Rally in de Biesbosch eindigde het avontuur abrupt: zes keer over de kop, met de sloot als eindstation.
Mini Cooper 1275 GT: het begin van een kleurig racemonster
Een nieuwe fase begon met de aanschaf van een Mini 1275 GT in Frankrijk. Paul en Gert haalden de auto volledig uit elkaar en vonden in Nederland een perfect strakke kale carrosserie. Deze werd met zorg opgebouwd, voorzien van nieuwe en betere onderdelen. De motor kreeg een volledige update.
Met deze Mini nam Paul meerdere seizoenen deel aan de Youngtimer-competities. Een hoogtepunt was zijn deelname aan de Mini Miglia’s in Engeland. Paul: “Helaas viel ik voor de start al uit met technische problemen. Maar toen de Miglia’s in Zandvoort reden, was ik als enige Nederlander van de partij. Mijn Mini had weliswaar ‘maar’ 120 pk, niet echt competitief dus, maar mijn trots was maximaal.”
Techniek achter de Mini Cooper krachtbron
De basis van deze Mini Cooper is een A+-motorblok uit een 1275 GT, opgeboord naar 1293 cc dankzij overmaatse cilinderbussen. De motor is voorzien van gesmede Omega-zuigers, speciale drijfstangen en een genitreerde EN 40B krukas. Samen met aangepaste hoofdlagerkappen, een ultralicht vliegwiel en minutieuze balancering is dit blok klaar voor toerentallen boven de 8000 omwentelingen per minuut.
Mini Cooper met unieke motorische modificaties
Paul vertelt verder over de techniek: “De cilinderkop is geflowd door racevriend Gert Budding. We hebben de verbrandingsruimte aangepast, grotere race in- en uitlaatkleppen gemonteerd, andere klepveren en een speciale tuimelaaras met een lifthoogte van 1,5 keer standaard.”
De versnellingsbak is een 4-synchro competitiebak met rechte vertanding, die het bekende gierende geluid van sportieve Mini’s produceert. De overbrenging – ook met rechte vertanding – zit zoals gebruikelijk direct onder de motor. Een Quaife DS TR 30 sperdifferentieel zorgt voor de juiste tractie.
Mini Cooper en de HARC: een familieaangelegenheid
De Mini Cooper van Paul is een vaste verschijning tijdens evenementen van de Historische Auto Ren Club (HARC). Ook op vrije trainingsdagen is het een familieaangelegenheid. Dochter Lisanne rijdt actief mee in de DNRT Sportklasse met haar Clio 3 RS, terwijl zoons Lars en Bjorn in haar vorige Clio 2 RS rijden. Pure autosport in de genen.
Waarom Mini racen blijft boeien
Mini racen is een fenomeen op zich. Het gevoel is moeilijk onder woorden te brengen, maar Paul vat het krachtig samen: “Het geeft een kick. Het is een volwaardige manier van autosport bedrijven. Elke keer opnieuw zijn het verbeten gevechten om een goede klassering.” En dat in een auto die door z’n formaat en charme iedereen weet te raken.
De Mini Cooper als kleurrijk racemonster
De lichtblauw glanzende lak, kleine Dunlop slicks en compacte bouw maken Pauls Mini Cooper tot een opvallende verschijning. Het merk Dunlop is onlosmakelijk verbonden met de Mini, en Paul heeft die geschiedenis bewust nieuw leven ingeblazen. Toen de auto werd afgeleverd voor uitlijning bij Lammert van der Meulen in Dokkum, ontstond een klein volksoploopje. Niet alleen vanwege de uitvoering, maar ook door de aaibare nostalgie die de Mini nog altijd uitstraalt.
Zelfs buiten het circuit blijft dit compacte racemonster een publiekslieveling.
Technische specificaties Mini Cooper 1275 GT van Paul de Jong
- Banden: Dunlop Mille Miglia 160/490-10 slicks
- Wielen: MB split rims 7Jx10
- Gewicht: 610 kilo
- Topsnelheid: 190 km/u
- Carburateur: Dubbele Weber 40 DCOE
- Koppel: 130 Nm bij 5500 tpm
- Vermogen: 119 pk bij 7500 tpm (origineel: 60 pk bij 5500 tpm)
- Cilinderinhoud: 1293 cc
(hieronder gaat het verder met de foto’s.)

Ah…de èchte Mini…niet dat lillike hok van BMNEE..
Ik heb er 3 gehad, het was m’n eerste auto.
Heerlijke autootjes, fantastisch rijgedrag en wegligging..niet geëvenaard.
Natuurlijk is de Cooper de top-uitvoering, maar ook met een gewone 1000 of 1.3 kun je jezelf prima vermaken.
Jammer dat ze zo slecht tegen roest kunnen, maar dat is ook de tijdsgeest; welke auto uit dat tijdperk kon dat wèl..?