Van 22 tot en met 28 januari 1976 toonde Mercedes-Benz haar langverwachte nieuwe loot aan de stam, de Mercedes-Benz W123. Onder de Zuid Franse zon werd- op het circuit Paul Ricard- de nieuwe Stuttgarter troef in de hogere middenklasse aan de vakpers getoond. De introductie vormde 40 jaar geleden de start van een succesvolle episode in de geschiedenis van Mercedes-Benz. De media zijn razend enthousiast en die gunstige roep blijft niet zonder gevolgen.
De vraag vanuit de markt is al sneller groter dan het aanbod. Binnen een mum van tijd ontstaan er wachtlijsten en overstijgen de eerste jong gebruikte exemplaren van de Mercedes-Benz W123 de prijs van nieuwe exemplaren. Esthetiek en vooruitstrevende innovaties vormden belangrijke pijlers binnen het ontwerp. De sublieme afwerkingsstandaard, de functionaliteit en het voor die tijd omvangrijke motorenpalet (van 200 D tot en met 280E) droegen daarnaast in hoge mate verder bij aan de populariteit van de Mercedes-Benz W123.
Veiligheid één van de hoofduitgangspunten
In 1968 komt de voorganger van de W123- de Strich 8- op de markt. Terwijl de toenmalige nieuweling goed wordt ontvangen werken de verantwoordelijken al aan de opvolger, welke vooral op het gebied van veiligheid standaarden moet gaan zetten. Het resulteert ondermeer in doordachte kreukelzones. Daarnaast wordt de reeds in 1963 gepatenteerde veiligheid-stuuras in het model geïntegreerd en vinden verstevigde portierbalken hun weg in het uitgebalanceerde ontwerp. Ondertussen is de Mercedes-Benz W123 ook airbagproof. Die veiligheidsvoorziening vindt vanaf 1982 zijn plek binnen de omvangrijke optielijst van de W123.
Hoogwaardige techniek
Ook op technisch gebied laten de constructeurs van zich spreken. Onder de technische oplossingen die in de W123 van de S-Klasse (W116) worden opgenomen bevinden zich onder meer dubbel-wishbone voorwielophanging zonder “rolmodus”. En terwijl veel van de motoren voor de start van de serie uit de Strich Acht worden overgenomen, vormt de komst van de W123 óók aanleiding voor de fabrikant om voor de 250 een nieuwe 2,5-liter zescilinder motor (M 123 Type 250, 95 kW / 129 pk) te lanceren. Vanaf 1978 herziet Mercedes-Benz het motorenpalet voor haar hogere middenklasse grondig. Zo maakt in 1981 de vijfcilinder turbodieselmotor OM 617 “A” (300 D turbo diesel (92 kW / 125 pk) zijn debuut. Een belangrijke rol is ook weggelegd voor de in 1979 geïntroduceerde M102 viercilinder motor, die onder meer zijn weg vindt in de benzinemodellen “200” en “230”, welke voordien nog met de M115 blokken uit de Strich 8 modellen werden uitgerust.
Lifestylecombi debuteert in 1977
De stationversie van de W123 debuteert in 1977. Bij de première in januari 1976 werd de 123-serie aanvankelijke alleen aangeboden als sedan. Het jaar erop introduceert Mercedes-Benz de Coupé (C 123) en het “T-Modell” – de stationwagon (S 123). Stuttgart legt de focus niet alleen op transport. Ook vrije tijd en een sportieve levensstijl vormen ingrediënten die voor de positionering van deze station-Benz worden ingezet. Overigens bouwt Mercedes-Benz ook nog de verlengde Limousine versie: de V123.
De best verkochte en meest geproduceerde Benz
De Mercedes-Benz W123 wordt tijdens zijn loopbaan enkele malen herzien, maar in de basis blijven de eigenschappen uiterst herkenbaar. De sedan van de 123-serie wordt gebouwd tot het einde van 1985. Het T-model blijft tot in januari 1986 in productie. Van 1975-1986 wordt een totaal van bijna 2,7 miljoen W123 versies geproduceerd. De sedanversies met standaard wielbasis nemen met een aantal van 2.375.440 exemplaren het leeuwendeel van de W123 productie voor hun rekening. Het T-model is gebouwd in 199.517 eenheden, terwijl er 99.884 Coupéversies worden gebouwd. 13.700 sedans worden met een lange wielbasis vervaardigd en 8373 keer bouwt Mercedes-Benz een chassis voor speciale externe doeleinden. Tot op de dag van vandaag is de 123 serie de best verkochte Mercedes-Benz uit de historie, die daarnaast in 1980 zelfs de bestverkochte auto van de Bondsrepubliek Duitsland was. Overigens werd de W123 in het jaar 1982 het meest gebouwd.
Dieselsedans vormen top 3
De top 3 van best verkochte versies wordt volledig bezet door diesel sedans. De 240 D, de 200 D en de 300 D voeren de ranglijst van meest verkochte W123 modellen aan. De bestverkochte benzineversie was de 230 E met het M102 motorblok, ook een sedan. Maar met welke motor de W123 serie van Mercedes Benz ook werd uitgerust: hij ontwikkelde zich tot de respectabele klassieker welke hij vandaag de dag is. Voor velen is hij nog steeds zo fascinerend als bij de première welke 40 jaar geleden onder de Zuid Franse zon plaatsvond.
Donkerblauw waren ze en ze hadden er drie. “Ze” zijn de gebroeders en vader Baks en “drie” zijn de W123 T’s. De familie Baks had eind jaren `70 tot in de loop van de jaren `80 een aantal buurtsupers.
In de zomer van 1981 werkte ik voor ze in de Haagse Moerwijk en ik weet niet zeker of ze toen nog de Rekord diesels hadden (FJ-54-NR en FJ-55-NR kan ik me nog herinneren) of dat ze de Benzen al hadden.
“Statiegeld” noemde Baks sr. de aanschaf van de Mercedessen, dat staat me nog helder voor de geest als buurtbewoners hem (“zo zo Baks, Mercedes?) naar de aanschaf van de fraaie auto’s vroegen.
De 200D was met stuurbekrachtiging een prettig rijdende, maar langzame auto bij ons op de zaak. Zonder die bekrachtiging was het in de stad een draak. Toen er echter een aantal werden bepantserd was er haast niet meer mee te accelereren, je moest de auto op snelheid houden om met het verkeer mee te komen. Maar verder topauto’s, je stapte er na een dag sturen gewoon fris uit, het handrempedaal kom ik 40 jaar later tegen in mijn Hyundai.
Twee jaar geleden een 300D aangeschaft van 12/1982 met 260.000 km,
Zalige wagen om mee te rijden,een waar genot,moet niet onderdoen voor
vele moderne wagens kwestie comfort !!
heb vanaf 1996 een zelf uit duitsland ingevoerde w123 230e champagne-metallic, nu rond 210000 km., motorisch-technisch perfect, begint wel te roesten onder rondom, maar doe hem nooit meer weg, wordt tzt mooi opgeknapt
mijn vader is met deze auto zonder kleerscheuren uit een zwaar accident gekomen, tegenligger spijtig genoeg niet.
met zijn tweede auto leren rijden…
onverwoestbare wagen…
De diesels reden/rijden ook openneer naar Polenland. Als deel van de bagage werd/wordt dan een winkelwagen Aldi-slaolie meegenomen of frituurolie. Niet om friten mee te bakken. Was wel een millieuvriendelijk alternatief voor de diesel. O ja ook nog goedkoper😜. O ja je motor schijnt ook een stuk schoner ervan te worden.
Echt tonnen met deze mercedes weggereden, als 200D en 240D
Waarbij de 240 bovenaan staat
Ook de 300D mocht mij wel bekoren
Maar minder KM in gereden dan de 240. Doorgezakte stoelen waren idd vaak n probleem, maar werden vakkundig hersteld en konden dan weer een 1.1/2ton mee.
De MB tex bekleding was zomers bloedheet en swinters steenkoud
Mijn voorkeur was toch wel de stoffe bekleding, in fraaie corresponderende kleuren. Altijd rijdbaar altijd traag maar zeker en best nog zuinig te noemen.
De grote tijdsklok was een mooie afleiding voor een stopwatch
Je zag de naald sneler bewegen dan die van de snelheid
Duurzame, fijne wagens. Zo duurzaam dat ze de milieutechnische veroudering moeiteloos overleven 😂. Maar om in te rijden ook een genot, ruim, licht, lekker vertrouwd sturen in rustgevende ritten. Daarna is het met Das Haus op het gebied van klasse langzaam maar zeker, gaandeweg bijna onmerkbaar, wel achteruitgegaan. Zie de A-klasse en B-klasse modellen als trieste voorbeelden hiervan.
Midden 80 er jaren in een prachtige 240 gereden in het mooie donker mercedesrood.
Heerlijke auto met flink wat trekkracht , prima caravan trekker.
Nog steeds een mooie auto om te zien.
Er zijn niet veel auto’s die in zijn schaduw kunnen staan, of het moet zijn opvolger de W124 en de baby-benz W201 zijn. Verpletterende kwaliteit. Voor mij was het acht jaar mijn dagelijks vervoer, de trage maar zuinige 200D, tot ik een leaseauto kreeg en de Mercedes meeging met iemand die hem exporteerde naar Marokko om als taxi verder te gaan. Dat kon ook best, want na bijna twintig jaar en 864.000 kilometers reed, remde, stuurde, liep en schakelde hij nog prima. Alleen de doorgezakte bestuurdersstoel (met een kruiwagen-binnenbandje kon je dat aardig oplossen) en de eerste roestbobbeltjes lieten zien dat hij al ruim 21 omwentelingen rond de Aarde onder de wielen had zitten.
Sinds 13 jaar een 230e automaat met nu 101.450 kms. Top wagen die nog heel goed mee kan in het dagelijkse verkeer. Gaat nooit meer weg.