in

Lloyd Alexander Frua. Patina exoot in Bremen

De Bremen Classic Motorshow heeft ieder jaar veel te bieden. De aandacht gaat vaak uit naar de bijzondere thema’s, maar vergeet niet dat ook de talrijke clubs voor puik en soms heel zeldzaam materiaal zorgen. Dit jaar bracht de Lloyd club een exootje mee naar Bremen, thuishaven van het merk. Wij stonden iets langer stil bij de Lloyd Alexander Frua, een puik coupeetje en een echt kind van de jaren vijftig.

Duitsland en andere Europese landen kregen in de aanloop naar de jaren zestig. De massa motorisering was al een tijdje ingezet. De kopers ontketenden in de jaren vijftig niet alleen de vraag naar motorrollers. Zij ontplooiden ook de hang naar kleinere auto’s. Borgward dochter Lloyd zette met de Alexander een voetafdruk in het groeiende segment van kleine wagens. Door de steeds groter wordende welvaart groeide ook de voorzichtige behoefte om onderscheidende wagentjes op basis van een bestaand model te maken. Tal van Italiaanse ontwerphuizen en autokunstenaars maakten daar succesvol werk van. Zo ook Pietro Frua, die er een gewoonte van maakte om zijn creatieve diensten te verlenen aan de Duitse autofabrikanten, nadat hij eerder bij Ghia zijn kunsten had vertoond.

Frua ontwerpt zelfstandig koets

De Lloyd Alexander Frua was één van de eerste ontwerpen nadat de Italiaan zijn zelfstandigheid hernam. Lloyd baas Carl Borgward zag dat de markt voor de allerkleinsten tegen het einde van de jaren vijftig begon te krimpen. Ondertussen was de Arabella nog in ontwikkeling. Om de Alexander aantrekkelijk te houden bedacht Borgward, dat een coupé een verrijking voor het programma zou zijn.

Tekenen naar de tijdsgeest

Pietro Frua ging aan de slag, en ontwierp een koets die uitstekend past in de stijl van moderne coupés. Doorlopende dakgootjes, kleine vleugeltjes, grote panoramische ruiten en pijlvormige flanken gaven de Lloyd Alexander Frua een eigen gezicht. Frua ontwikkelde een interieur met vier zitplaatsen. Verder keek de toekomstige bestuurder uit op een dashboard met ronde klokken, dat schuilging achter een stuurwiel met drie spaken. De afwerking was luxe en hoogwaardig.

Technische basis van Alexander TS

De technische basis was die van de Alexander TS. Het betekende dat de coupé van Frua een 596 cc tweecilinder viertakt motor (25 PK) kreeg. Mét bovenliggende nokkenas, die door een ketting werd aangedreven. Het onderstel bestond uit langsarmen en schroefveren achter en dwars geplaatste veren voor. Zo ontstond een leuk wagentje, dat stijlkenmerken van de Renault Floride én de latere Volvo P1800 had. Dat was geen toeval, want de Floride was door Frua bij Ghia getekend. Verder was de Zweed Petterson- die bij de zelfstandige Frua in dienst was gekomen- belangrijk geweest bij de ontwikkeling van de P1800, die in dezelfde tijd plaatsvond als het ontwerp van de Alexander Frua. Wie de achterkant van de Lloyd Alexander Frua ziet, kan niet om enkele stijlkenmerken van de later geïntroduceerde Volvo heen.

Geen Leukoplast Bomber

Ghia-Aigle zorgde in Zwitserland voor de bouw van het wagentje. Slechts 49 keer liep de Lloyd Alexander Frua van de band. Een zeldzaamheid dus. Eén exemplaar troffen wij dus in Bremen. Wanneer wij kijken naar de staat van de Alexander Frua is het een klein wonder dat het wagentje nog bestaat. Diverse roestplekken en gaten vertellen dat deze coupé geen Leukoplast koets kreeg, maar een plaatstalen in rood gespoten carrosserie met een wit dak. Verder ruikt en straalt het patina je tegemoet. Het versterkt het karakter van de overlever, die voorlopig nog niet wordt gerestaureerd. De Lloyd mist trouwens zijn markante gespleten bumpers, zowel voor als achter.

Kosten noch moeite

Slechts 49 keer werd het wagentje dus gebouwd, en één van de oorzaken is dat er eind jaren vijftig steeds meer sterker gemotoriseerde auto’s in de kleinere klasse op de markt kwamen. Daarnaast was de Lloyd Alexander Frua geen koopje. En bij de ontwikkeling en het ontwerp bespaarde men bepaald niet op kosten. Onder auspiciën van Borgward gebeurde dat in die jaren vaker, het was één van de redenen dat Borgward in de eerste helft van de jaren zestig failliet werd verklaard.

Eén van de zestien

Borgward was misschien wel teveel liefhebber. Eén van de bewijzen daarvan zagen wij in Bremen. Hoeveel er nog over zijn van de Lloyd Alexander Frua? Naar verluidt zijn het er nog zestien. Het is een wonder dat wij dit bijzondere wagentje tijdens de Bremen Classic Motorshow zagen. Het gepatineerde pareltje was ook daarom één van de verrassingen tijdens het evenement in de Duitse Hanzestad.

3 Comments

Leave a Reply
  1. Leuk artikel! Wat mij opvalt aan het model is dat het (op de eerste z/w foto) sterk lijkt op de Renault Floride. Ik haal er in ieder geval geen Volvo uit…

  2. de concurentie heeft borgward de das omgedaan , de banken hebben onder druk van de duitse autoproducerende collega,s kredieten geweigerd en bewust borgward uit de markt gewerkt….

    • Klopt. Die fabrikant kwam uit het zuiden van Duitsland. De Borgward fabrieken werden onder dwang van de banken overgedragen aan de Bremer senaat. Johannes Semler –voorzitter van de raad van toezicht van BMW- werd in 1961 aangesteld als saneerder en heeft een grote rol gespeeld bij het uit de markt werken van Borgward. Carl Borgward stond overigens niet bekend als iemand die zijn administratieve discipline goed had ontwikkeld. Het speelde de concurrentie in de kaart. Bijzonder: bij de afwikkeling van het faillissement was er een batig saldo. Gevoelige geschiedenis.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

The maximum upload file size: 8 MB. You can upload: image. Links to YouTube, Facebook, Twitter and other services inserted in the comment text will be automatically embedded. Drop files here

Norton Podevijn in krat

Norton: bijna failliet en Podevijns erfenis

De bodywarmer, en de knip aan de ketting