Nu het echte voorjaarsweer nog even op zich laat wachten kunnen we vast wat in de stemming komen met een boek. AutoMotorKlassiekmedewerker Dolf Peeters heeft een avontuurlijk, ongeregeld en politiek niet altijd even correct motorleven samen gevat in Mannen, Motoren en (wat) meisjes.
Het boek is gevuld met 100 verhalen en is bijzonder nachtkastvriendelijk. Dolfs avonturen zorgen voor inslapen met een glimlach.
Mannen, motoren en (wat) meisjes is te bestellen bij bestelmijnboek.nl en bol.com.
- titel: Mannen, motoren en (wat) meisjes
- ISBN 978-94-6247-007-1
- bestelnummer: 100087-001
- uitvoering: paperback
- omvang: 208 pagina’s
- prijs: 13,00 per boek + 2,95 verzendkosten per pakket
Een zondag langs de Maas
We hebben een keer per jaar een uitje. We gaan dan naar Zeeland of naar de westrand van de Ardennen. De voorlaatste keer waren het de Ardennen. Via de Maasvallei en op maar liefst drie Harleys: een UL 1200 uit 1930 of zo (“ Ik weet dat hij zeldzaam is en ik weet dat ik geen remmen heb”), een net in burgerkostuum gestoken herboren WLC ( “Hij is brandweerrood, écht RAL 3000 dus!”) en een Liberator die vanaf 1946 was blijven lopen ( “Het is een gewoon kwestie van om de twintig jaar het blok en de bak reviseren”). Plus een 350cc DKW ( “Natuurlijk smeer ik gewoon 1 op 25.”) en een M72 combinatie voor de onderdelen en gereedschap.
De rooie Harley was het probleemkind. Tijdens de rit sleutelden we de ongemakken van de recente restauratie er uit. Maar toen ook de reservebougie door was geslagen zaten we met een uitdaging. Want waar vind je op een zondagmiddag zo’n Harley bougie met zijn gek dikke schacht?
We reden rond en belden aan. En merkten dat men in de Maasvallei bijzonder gespecialiseerd was op het niet hebben van Harley bougies. In de tussentijd liep er bij de ouwe Liberator een voorwiellager aan gruis. Maar omdat de naven van dat ding in de zeventiger jaren al op inbouw van echte lagers waren omgebouwd was dat geen probleem. De watersportzaak tegen over het terras waar de Lib gestrand was had de SKF maat zo voor het grijpen.
Met de anderhalftons garagekrik uit het zijspan werd de voorkant van de ouwe groene opgekrikt… Een half uurtje werk plus twee Jupilers… Stelt niets voor.
Op het terras vertelden we de ober over ons probleem. Hij wees ons een smal weggetje dat we moesten volgen. Daar woonde de weduwe van een garagist. De man was dertig jaar geleden gestorven en toen was de garage op slot gegaan. Misschien was daar nog wat te vinden. Het voormalige garagebedrijf was een halletje van 10 bij 12 dat losjes tegen de zijgevel van een wat verslonsd pand leunde. Toen we de oprit opdraaide kwam er een heel blije oude dame naar buiten “Regardez les moto’s!. C’est comme j’ai vingt annees encorec une fois!”
De Harley’s, de DKW en de BMW kloon deden haar aan haar jeugd denken. We legden haar ons probleem uit. We mochten in de garage kijken.
Na dertig jaar in onbruik te zijn geweest is een garage geen tochtig hol vol spinnewebben en vleermuizen. Het was er alleen wat stoffig. Er stonden wat klassiekers waarvan de muizen het hele interieur hadden opgevroten. Ook veel kartonnen dingesten hadden vraatsporen. De bougies waren keurig gesorteerd. Het bleek dat bougies uit Ford 12Mmetjes dezelfde bizarre schachtdikte als de Harley bougies hadden. Alleen de afdichting op de kop was anders. Maar met gevoelvol aandraaien zou dat het probleem niet zijn. Voor de bougies hoefde niet betaald te worden.
We namen hartelijk afscheid. Met de Ford bougies haalden we Olloy probleemloos.
Dat waren dus 352 heerlijke kilometers in maar 13 kalme uren.