We zijn aan het afsluiten voor het novembernummer.
Een klassieke motor kopen…
Mijn twee voorbeelden zijn op volgorde van belangrijkheid vriend Vernon en die kleine bolle van Wheeler Dealers. Vernon is authentiek. Mike Brewer maakt een programma (dat naar mijn smaak leuker zou zijn zonder hem). Maar hij weet wel hoe hij het aankoopspel moet spelen.
Er zijn mensen die op jacht naar een klassieker zijn en die menen optimaal te kunnen onderhandelen door de te koop aangeboden waar eerst zorgelijk te bekijken en het spul vervolgens onderdeel voor onderdeel af te fakkelen. Het moet bijna vijftig jaar geleden zijn dat ik mijn toenmalige motor – toen heette zo’n ding nog gewoon ‘oud’ in plaats van klassiek – wilde verkopen.
Ik stond op het garagepad van het ouderlijk huis in gedachten al afstand te nemen van mijn Norton 99 (vraagprijs 450 gulden) toen er een morsige man uit een auto stapte. Zonder te groeten liep hij op de Norton af. Gaf een schop tegen de voorband en meldde: “Dat is helemaal niks. Ik geef je er 150 gulden voor”. Ik was jong en onschuldig, maar zijn aanpak sprak me niet echt aan. De lokale boekenwinkeluitbater Richard Nieuwehuis – die de zaak doorgaans aan zijn twee winkeljuffrouwen overliet omdat hij op de motorfiets onderweg was – kocht de Norton voor de volle vraagprijs, nadat hij na een glimlachende inspectie vroeg of er nog wat af kon. “Liever niet”. “Oké, dan voor 450.” Bij het ophalen trapte hij de twin aan en blies direct vol gas de straat uit. Ik had direct spijt de Norton aan hem verkocht te hebben.
Puur tactisch loont het om je bij een mogelijke aanschaf positief, maar vriendelijk oplettend op te stellen. Als de verkoper het gevoel krijgt dat jij best een aardige peer bent, dan is hij doorgaans tot onderhandelen bereid.
Nadat je dus allerlei vriendelijke dingen over de mogelijke aankoop hebt gezegd, kun je met milde zorg de dingen aankaarten die niet goed of naar wens zijn. Probeer dat zo productgericht en kort mogelijk en het liefst als vraag aangekleed te brengen.
Als het zover komt of is, dan kun je naar de finishlijn gaan. Je hebt natuurlijk vooraf je huiswerk gedaan en – heel belangrijk! – je hebt strak voor jezelf besloten hoeveel je maximaal wilt betalen. De raad van Vernon: “Hou die prijs die je maximaal wilt betalen absoluut vast als definitief eindpunt voor de onderhandelingen”.
Prijzen van geadverteerde waar zijn vraagprijzen. Als de vraagprijs € 4.850 is, dan kun je ervan uitgaan dat er probleemloos € 4.500 geboden kan worden om de koop te sluiten. Alles daaronder hangt van het spel en het gunnen af. € 4.000 bieden is niet onrealistisch. Zeker niet als je trouwhartig kijkt en meldt dat je de motor heel graag zou willen hebben, maar dat je gewoon niet meer geld hebt. Als je met hetzelfde verhaal € 2.000 biedt, dan presenteer je jezelf als verspiller van iemand anders zijn tijd.
Maar zelfs dan is het in de handel nog steeds mogelijk dat de verkoper zegt: “Oké. Omdat je blijkbaar een verliefde sukkel zonder geld bent.”
Kortom: er is geen peil op te trekken, maar als je als mogelijke koper het vriendelijke aanvalstraject kiest, heb je in elk geval een prettig gesprek.
Zorg er dus wel voor dat je je voor je eindbod goed op de hoogte hebt gesteld van de toestand van je mogelijke aanschaf, check de kentekengegevens (als de motor pas een week op de nieuwe eigenaar staat, dan is die nieuwe eigenaar waarschijnlijk een handelaar).
Niks mis met handelaars trouwens.
En dan tot slot nog een gouden tip: dat internetgedoe is natuurlijk niet onaardig. Maar scherp inkopen doe je gewoon in het wild. Op beurzen. En dan wel in de laatste uren van zo’n beurs. Want daarmee geef je de verkopende partij de mogelijkheid een motorfiets minder mee naar huis te nemen. En dat kan hem echt geld waard zijn.
Goede marketing: een mooie klassieker te koop aanbieden op een beurs of clubdag. Dat doe je dan onder de vermelding “Niet te koop”.
We leven intussen in zulke rare tijden dat er een serieuze kans bestaat dat er iemand bedenkt: “Dat zullen we nog wel eens zien!!!”
Tsja… En dan blijkt ‘niet te koop’ toch wel mee te vallen. Jij de hoofdprijs, de koper het goede verhaal dat het hem toch gelukt is een unieke fiets uit een unieke collectie te kopen.
Veilingen: tricky
Online veilingen zijn hot! En in principe best safe om te kopen. De voorwaarden zijn duidelijk omschreven. Let er wel even op waar je mogelijke aanwinst staat. Reken voor transport uit Zuid-Europa tussen de 500 en 1.000 euro. Sneu als je daar pas na de aankoop achter komt. Veilingen spelen in op hebberigheid en de strijd van het moment. Tot op het laatst meebieden resulteert soms in een emotionele maalstroom waarin je al klikkend meer biedt dan je ooit gedacht had te bieden.
Goed verhaal weer Dolf. Ondanks je reputatie als huurwoordenaar wil ik effe wijzen op de uitdrukking ” geen peil op te trekken ” het gaat niet om het peil ( niveau) van iets maar om het feit dat er geen voorspelbare richting is waarin iets of iemand zich zal bewegen . Je kunt dus met je PIJL en boog niet richten (trekken) op iets wat zo wispelturig is.
Een goede verkoper zal ook meteen vragen waar je vandaan komt: kom je een eind rijden dan ben je bereid meer te betalen om niet met lege handen terug te keren. Oftewel: “o ik was toevallig in de buurt” als je verder weg woont.
Weer zo’n prachtig verhaal meer bovendien leerzame inhoud! Ikzelf kocht in 2019 nog een R1150R uit 2001. Nadat ik tussen letterlijk honderden motoren doorgelopen was en die BMW maar links had laten liggen want ‘is toch te duur’, stond ik opeens oog in oog met zijn prijskaartje. Dat was verrassend veel milder in prijs dan dat van de Guzzi Breva waarvoor ik erheen gegaan was maar die echt afgeleefd bleek. Mijn zinnen werden verzet. Echter dat lage prijskaartje schiep vragen zoals ‘hoe kan dat nou?’ En dat vraag ik mij nog steeds af. Hoewel het ding nadien een verrekt tricky maar eenvoudige storing door kortsluiting bleek te hebben. Was dat de reden? Binnen een half uurtje opgelost. Maar goed.
Ik mocht die zaterdag dus ook op die 1150R rijden.
Na slechts ook maar de binnenplaats afgereden te zijn de weg op, wist ik het al. Dit is hem! Jaaaa, dit IS hem! Dusver blijk ik mij daar niet in vergist te hebben. Na nog wat korting omdat de koffers niet te verwijderen waren want, andere sleutel en die was kwijt, heb ik het ding betaald, ben ik hem in de stad daar wezen overschrijven en kon ik huiswaarts. Vanuit Hoogeveen met dat ding in een enkele haal naar huis. Vriend Paul er achteraan en er omheen met zijn auto en we hebben op de autoweg een beetje leuk met elkaar gedold. De verkoper had weliswaar de Guzzi vrij en klaar gezet voor mij maar ik mocht ook op de BMW rijden. Daar werd niet half moeilijk over gedaan. Niet starten dat ding? Meteen een nieuwe accu erin. Daar werd niet om gemaald. Hij had lang stil gestaan en startte uiteindelijk met één druk op de knop zonder vreemde bijgeluiden. Mooi, ‘noa hoes mit det dink!’ En zo rij ik hem nog steeds. De verkoper hing geen dikke verhalen op en alles ging open en eerlijk. Zo kan het dus gaan.
Helaas werkt ’t andersom net zo hard;
de verkoper zal inschatten hoe diep je in je buidel wil tasten om te voorkomen dat je onverrichte zaken na een anderhalf durende treinreis weer teruggaat per trein…
Als de klik er is tussen verkoper en koper, en de verkoper het gevoel heeft dat het voorwerp in goede handen is…dan kan er veel gegund worden.