Abonnees hebben de meest verse Auto Motor Klassiek uitgave in de bus gekregen, en vanaf vandaag ligt nummer 8 van het jaar 2023 ook bij de welbekende adressen in de schappen. Tenminste, voor zo lang het duurt. Want de nieuwe uitgave biedt zoals gebruikelijk weer veel mooie artikelen en aanverwante stukken.
De coverstory is deze maand gebouwd rondom drie Fiat Spiders. Op het moment van de reportage waren twee van de drie Spiders in eigendom van Michel Verhaag, en de derde was van vader Piet Verhaag. Michel verkocht één van zijn Spiders, de oudste: een Spideramerica 1800. De 00 Spider met automatische transmissie en injectie is nog steeds in zijn eigendom. En Piet heeft een in fraai rood gespoten 2000 Spider met handbak én carburateur, een versie ook die vrij kort werd geleverd.
Het verhaal concentreert zich dus rondom het wel en wee van de drie open Fiats op basis van de 124, die alle drie nieuw in de Verenigde Staten werden geleverd, maar naar Europa terugkwamen. De drie auto’s hebben een mooie geschiedenis. De rode 2000 Spider van Piet heeft zo zijn eigen trekken, en achter de automaat van Michel zit een bijzondere aankoopgeschiedenis binnen de categorie ‘zonder geluk vaart niemand wel’.
De Spideramerica (chassiscode 124 CS1) met (zeg maar) de 1800 motor vormde de start van de Spiderliefde van vader en zoon Verhaag. Michel kocht zijn eerste Spider, en wakkerde eigenlijk het vuur aan bij zijn vader. Nog altijd delen zij die passie voor de markante Fiat, en die voorliefde kent inmiddels een historie met veel bijzondere verhalen. Een aantal daarvan leest u in de nieuwe Auto Motor Klassiek uitgave, samen met een stukje modelhistorie (nomenclatuur) en de nodige technische informatie over de drie geëmigreerde en geremigreerde Italianen, waarvan er nog twee in Friese dienst zijn. Heerlijke auto’s, die met recht voor de nodige Spiderpret zorgen. Ook de rijindrukken in het verslag van acht pagina’s zeggen wat dat aangaat genoeg.
Verder leest u in de nieuwe Auto Motor Klassiek uitgave een bijzonder verhaal van Max de Krijger over een GSA die het miljoen kilometers al lang en breed is gepasseerd. Dat kán dus gewoon. En wat dacht u van de twee exoten, die Aart van der Haagen voor de lens had. U krijgt een inkijkje in de geschiedenis van de prachtige BMW 850 en de exotische Jensen S-V8, in twee verhalen. En verder staan ook de liefhebbers van klassieke motoren niet in de kou. Want wat te denken van de verhalen die Harry Linker (Honda CB 72 en CYB 72) en Hans Smid (Moto Guzzi V7) optekenden. Of de korte impressies die Dirk de Jong weer maakte van de klassiekers en hun eigenaren binnen een reeks ‘toevallige ontmoetingen’?
Dit en meer (zoals de inmiddels vaste rubriek Dubbel gebruikte typeaanduidingen, vier columns, de klassiekertjes, de vele nieuwsberichten én de lezerspost) maken ook van deze Auto Motor Klassiek uitgave weer een fijn document om in huis te hebben. Zoals gezegd: de abonnees hebben de uitgave al op de mat gekregen. En voor wie het blad nog niet in huis heeft: zorg dat u erbij komt, voor het te laat is.
Wij wensen u hoe dan ook veel leesplezier!