Wat kan er nu misgaan als een buitenissig rijke zoon van een Italiaanse politicus en een Spaanse grootgrondbezitster in Italië besluit dat hij vanuit Italië weer de werelddominantie op motorfietsgebied wil terugpakken van de Japanners? Zeker als de insteek is dat dat snel moet gebeuren en om dat offensief te starten met een bijna 1-op-1 kloon van de Honda CB500 en een Honda CB500 x anderhalf.
4 x anderhalf is zes, 500 x anderhalf is 750
En daar hebben we dan de Benelli 750 Sei. Een motorfiets met een zescilinder in lijn. Die machine draaide zo soepel dat de testers uit de tijd dat deze mijlsteen werd gepresenteerd zowat allemaal een fotootje in het artikel zetten waarbij een muntstuk(!) op zijn kant op de tank van de Benelli bleef balanceren. Het is nu 2023. Wij probeerden de balanceeract met een creditcard. Dat werkte niet. Of die staande munten fake nieuws waren? Het blok van zo’n Benelli van loopt zijdezacht. Bij het bezoek aan een volgende Sei nemen we muntjes mee!
Eerst was er de onthulling
De ‘Hondabeater’, de Benelli 750 Sei (zes), werd in de herfst van 1972 onthuld. De mondiale motorpers stond met een heleboel Italiaanse hoogwaardigheidsbekleders bij en keek er naar: De eerste in serie te bouwen motorfiets met een zescilinder lijnmotor stond glimmend in de spotlights. Zijn rode kleed had een subtiele scheut oranje meegekregen. Heel mooi. En Alejandro De Tomaso, die het noodlijdende Benelli het jaar ervoor had gekocht, sprak zijn legendarische oorlogsverklaring tegen Japan uit.
Bij voorbaat kansloos
De Italianen waren bij voorbaat kansloos tegen de grote vier Japanners die de wereld hadden verdeeld. Maar Italianen zijn niet het soort mensen dat zich laat weerhouden door rationeel analyseren. Ze gaan eerder voor de passie, dan voor de pasta. Maar Italianen hebben een paar supersterke punten waarmee ze altijd scoren. Italiaanse motorfietsen hadden de spatzuivere reputatie op het gebied van elegantie, styling en handling. Aan de minkant stonden van oudsher de roep van submodule betrouwbaarheid en het feit dat de boord-elektra doorgaans onder de wet op de kansspelen viel.
De Benelli 750 Sei was het boegbeeld van wat de herrijzenis van de Italiaanse motorindustrie moest worden.
De motorfiets was – zonder CAD/CAM faciliteiten – binnen de ongelooflijke korte tijd van een jaar ontwikkeld. Daarbij moet er tijdwinst hebben gezeten in het feit dat de Italianen zich meer dan een beetje door de Honda ohc types hadden laten inspireren. De algemene opinie was dat De Tomaso gewoon een vermomde CB500 plus anderhalve Honda CB500 in een Italiaans jasje op de wielen had gezet. Toen De Tomaso daarop werd aangesproken refereerde hij aan eerder kopieergedrag van de Japanners: “Het is geen schande om te stelen van dieven”.
De zwakke punten
Hoewel het zescilinderblok op Honda’s ideeën leunde, had het een paar zwakke punten. Op Texel halen de Smit Bros die er uit. Ze voorzien de zespitters van een primaire ketting met een spanner en zo heeft die niet meer de neiging door een olieleiding te slijpen en loopt het blok stiller.
De oliepomp van een Honda CB650 zorgt voor een betere smering en een Honda carterpan is goed voor een liter extra olie. De tandwielen in de bak worden uitgeshimd. De koppeling wordt ook aangepast. De originele schakelaars zijn onder bemeten. De volle stroom gaat er doorheen. Daar kunnen ze niet tegen. Op Texel worden er kleine relais gemonteerd, waardoor de schakelaars alleen nog maar de stuurstroompjes beheersen. De bliklippige meenemer voor de snelheidsmeter is ook voorgeprogrammeerd om te falen. Bij Smit Bros. wordt er een digitale ontsteking gemonteerd. Veel beter dan de drie losse sets contactpunten. En beter dan de originele Ellettronica.
Het cockpitje krijgt een ondersteuninkje. Anders scheurt het gegarandeerd af. Een gemodificeerde achtervering lijkt origineel, maar heeft in Texel een Koni binnenwerk gekregen.
En als originaliteit niet je ding is? Dan zijn er plenty opties. Deze ‘racer’ is made in NL en staat bij Gallery Aaldering. Ook leuk
Zelf in 81 ook een sei gehad met gietwielen van Laverda.In onderhoud bij Gerrit Eekhuis in Brummen (importeur) Na een beurt zie ik dat er andere uitlaten op zaten,betere dus.Vroeg aan Gerrit waarom hij dat gedaan had.Ik was zijn rijdende showroom.Kosten nul !Gekocht in 81 voor 2500 gulden,nieuwprijs in 78 richting 10000! Verkocht in 90 voor 2000,bijna niemand had interresse.Nog steeds spijt van..
Maar je hebt de herinnering nog. En hier in Dieren zit de zoon van Gerrit Eekhuis en de mooiste Sei staat hier ook!
Als ik me goed herinner Hans en is tie te bewonderen die sei ergens?
Ik heb vorig jaar een sei 900 gevonden. Van de eerste eigenaar met nog geen 500 km op de klok. Wist direct dit is een buitenkans, heb hem gekocht en staat onder een kleedje verwarmd mooi ouder te worden !
Ik hoop wel dat hij soms buiten mag spelen met mooi weer! En ernstig gefeliciteerd!
Ik heb twee benelli sei mogen opknappen, een van mijn broer en eentje voor mezelf. De mijn gekocht in de buurt van Utrecht van een student motortechniek. Het ding lag helemaal uit elkaar tot de laatste schroef. De student wilde er een chopper van maken maar zover was ie niet gekomen. Ik heb destijds op mijn zolder alles weer in elkaar gezet. En wat ontbrak bij Honda 500 geleend. Zelf de bedrading gemaakt en door een vriend een elektronische ontsteking. Leuk ding om te rijden. Uiteindelijk voor veels te weinig verkocht..
Ach…. Wat maakt dat geld nou uit. Je hebt er eentje gehad!
Heb ook zo’n mooie rode six pack mogen rijden/bezitten. Nu nog steeds spijt dat ik hem ooit heb ingeruild. Er was 1 nadeel. In die tijd werd ik regelmatig gestopt door de motorrijders van de Rijkspolitie om even te kijken want hij viel op door de zes uitlaten.
Dat moet in de tijd geweest zijn van de slogan ‘De poitie is je beste vriend!’
Ook ik reed een Benelli. Toen de uitlaat doorbrandde, bleek er geen nieuwe uitlaat te vinden die pastte op mijn Benelli. Mijn leverancier heeft half Italië afgebeld, zonder resultaat (ik heb het over 1965, computers en internet bestonden nog lang niet). Mijn Benelli heeft járen dus ongebruikt staan roesten in onze garage. Na dit debacle ben ik maar gaan fietsen. Dat doe ik overigens nog steeds. Cees.
Niiks mis met fietsen. Maar de onderdelenvoorziening is nu beter. Heb je toch nog een mooie winterklus!
Ik ben ooit een poos de gelukkige eigenaar van een 750 Sei geweest. Maar ook een poos een zeer ongelukkige eigenaar. Zo is bij mij tot twee keer toe de komplete kabelboom weggebrand. Uiteindelijk liet de Sei het leven toen met 180 op de klok de ketting brak en door t blok sloeg. RIP Sei. Ik denk nog vaak met weemoed aan mijn tijd met de Sei. Ik heb hem destijds nieuw gekocht voor 7500 gulden. Onvoorstelbaar als je bedenkt dat je omgerekend dat tegenwoordig voor een elektrische fiets neer moet tellen.
Aan de andere kant betaal je voor een mooie 750 Sei ook al snel 20+k.
Ach, niets is saaier dan perfectie. En we kennen iemand die vertelde dat zo’n E bike nog veel duurder kan zijn.
Mijn brommertijd , Kreidler en Zundapp blijft voor mij een heerlijke tijd om op terug te kijken en hier in Alkmaar zat aan de Nieuwesloot tweewielercentrum Peereboom welke o.a.dealer was van Benelli .We hebben daar in die tijd regelmatig bijna kwijlent voor de etalage gestaan met onze brommers , dromend over een rode Benelli 750 sei welke daar maanden in de etalage stond te pronken , wat een juweeltje stond daar , heb na mijn brommertijd voor auto gekozen en niet voor motor maar de Benelli had zeker heel hoog op mijn lijstje gestaan .
Nooit te laat om alsnog…
En dan zijn ze er ook nog als 900 . . .
Helaas zonder de 3 imponerende pijpen links en rechts
Indrukwekkende fiets, al zeg ik dat zelf als zowat ongeneeslijk adept van Germaanse tweecilinder boxers. Dat de ‘Laufkultur’ van zo’n Italiaanse zespitter heel mooi is, dat geloof ik direct. Heb ooit achterop een Honda CBX gezeten. Dat blok liep ook al zo verduiveld mooi. Prachtig dat er zespitter adepten zijn die na al die jaren de kinderziektes uit de 750 sei weten te halen. Worden ze nóg mooier van. Prachtige fiets. Zonder meer!