Op 8 maart was het zestig jaar geleden startte Volkswagen in Hannover de productie van de legendarische ‘Bulli’, zoals de Transporter T1 destijds liefkozend werd genoemd. Om deze historische mijlpaal aan te zetten, verzorgt het Historisch Museum in Hannover van 9 maart tot en met 26 juni 2016 een speciale tentoonstelling over de productie van de Transporter, waarvan inmiddels vele miljoenen exemplaren de productielijn in Hannover verlieten.
Zes decennia geleden selecteerde Volkswagen Bedrijfswagens de stad Hannover uit meer dan 230 kandidaat-steden als productielocatie voor de Volkswagen Transporter. Dat besluit vormde het begin van een absoluut succesverhaal. Op 8 maart 1956 rolde de eerste Volkswagen T1 ‘Bulli’ in de fabriek in Hannover van de productielijn, tot op de dag van vandaag gevolgd door nog zo’n 9,5 miljoen exemplaren uit de T-serie.
Start in Wolfsburg
Oorspronkelijk begon de productie van de Transporter T1 in Wolfsburg. Toen daar in 1954 de honderdduizendste Bulli de poorten uitrolde, werd duidelijk dat de Transporter een eigen fabriek nodig had. De vraag overtrof de productiecapaciteit namelijk ver.
Made in Hannover
De productiefaciliteit in Hannover startte in maart 1956 met 4.000 medewerkers en een productie van 230 Transporters per dag. Dat productieaantal nam echter in rap tempo toe, waardoor in 1962 al de één miljoenste Volkswagen Transporter ‘Made in Hannover’ werd geproduceerd. In 1967 startte de productie van de T2, in 1979 gevolgd door de T3, de T4 in 1990 en in 2003 de T5. Sinds afgelopen jaar wordt de zesde generatie van de succesvolle bestelwagen en people-mover in Hannover gebouwd, in een fabriek met 14.500 medewerkers die met 750 stageplekken de grootste trainingslocatie van de Duitse stad is.