De productie liep van 1968-1971. Er zijn er precies 9992 van gemaakt. De insteek was om er 10.000 per jaar te maken. De Austin 3 Litre was geen succes.
Austin 3 Litre: de opvolger van de Westminster
De 3-liter was heel erg in de geest van zijn voorganger, de Austin Westminster, een grote auto met een laag belaste, grote motor die de nadruk legde op luxe en rijcomfort boven wegligging en zuinigheid, hoewel deze laatste twee factoren steeds belangrijker werden in de sector.
BL rules
De Austin 3 Litre kwam ook op de markt, net toen BMC Jaguar had overgenomen en was gefuseerd met Leyland Motors om British Leyland (BL) te vormen. Binnen het nieuwe conglomeraat moest de Austin 3 Litre het opnemen tegen rivalen van vergelijkbare grootte van Jaguar, Rover en Triumph. En dat waren gevoelsmatig allemaal echte hoogwaardige/luxe merken in vergelijking met Austin, dat werd gezien als een ‘down-market mainstream’ merk. Om deze reden werd de Austin 3 Litre niet vervangen, en uiteindelijk vervulden Rover- en Jaguar-modellen de rol van de 3-liter in het portfolio van BL.
De Austin 3 Liter was de laatste luxe auto onder Austins vlag
Het was ook de laatste Austin met achterwielaandrijving. Alle 9992 exemplaren werden tussen 1967 en 1971 gebouwd in de Austin Cowley-fabriek. Nogal wat Austin 3 Litre’s werden verbouwd tot Ambulances, lijkkoetsen en limousines. Maar al dat werk werd gedaan door gespecialiseerde carrosseriebouwers. In eigen beheer kwam er wel een prototype V8 Wolseley-versie evenals een model VDP-versie. De politie had een vloot van hen voor gebruik op de snelweg. Downton-tuning deed een speciale tuning-kit die de prestaties verbeterde. Qua prestaties deden deze grote Austins het zeker niet slecht. En ze waren sterk geconstrueerd. Dat was de reden dat ze later succesvol werden ingezet in ‘banger races’, de Engelse interpretatie van het rijden met botsautootjes op de kermis. En mede daarom zijn er nu nog maar zo weinig over.
De 3 Litre zag er uit als een Austin 1800 XXL
Hij had Hydrolastic wielophanging, maar de motor stond voorin en de aandrijving ging via de achterwielen. Alec Issigonis kon dan ook niet genoeg benadrukken dat hij helemaal niets met deze grote, luxe Austin van doen had.
DeAustin 3 Litre was gepositioneerd als ‘goedkope topklasser’. Vreemd genoeg was lederen bekleding geen optie, maar er was plenty houtwerk aan boord. Na wat initiële problemen met de afstemming van het veersysteem was de auto uiterst comfortabel. Dat beloofde heel wat voor de extra luxe Wolseley en Vanden Plas versies, maar die kwamen het prototypestadium nooit voorbij. Crayford maakte vermaakte er een paar tot stationcars.
En het nieuwe vlaggenschip maakte al slagzij vanaf de tewaterlating
Daarbij speelde een imago-dingetje: De nieuwe Austin had voor het beoogde koperspubliek teveel weg van de Austin Maxi en de Austin 1800, die door zijn eigenzinnige vormgeving de bijnaam ‘land crab’ had gekregen. Zo werd de 3 Litre met zijn met de 1800 identieke cabinedeel en deuren, de ‘land lobster’.
Kortom: de Austin 3 litre was onder een heel slecht gesternte geboren
Hij was het resultaat van slechte beslissingen en pure pech. Er was zelfs een niet geslaagde link met Rolls-Royce en Bentley. Verkooptechnisch was de auto een ramp. Het idee was 10.000 3 Litres per jaar te verkopen. Het werden er minder dan 10.000 over de hele productieperiode
Austin had schijnbaar een abonnement op zeperts. Ze hebben meer miskleunen gemaakt, waaronder de Allegro.
Echt een gemiste kans want een langere kennismaking leert dat de 3-litre een zeer fijne auto is.
Vreemd eigenlijk,deze auto en ook Balanza ,Maxi,en Glider reden echt wel beter en rustiger als een kever uit de zelfde periode.Ruimte was er ook in overvloed.
Alleen de kever was veel succesvoller. Misschien dat ze in the United Kingdom ook volks voor de naam van de auto hadden moeten zetten.Dan waren er naar alle waarschijnlijkheid vele auto`s en merken over gebleven!
Eerste idruk was lijkt op de Balanza, maar dat is dus de 1800 in de tekst.
een maxi maxi…