We zijn aan het afsluiten voor het decembernummer
Aankoopadvies Datsun 240Z/260Z/280Z (1969-1978)
Japanse klassiekers zijn hot en dan vooral de sportwagens. Wanneer we de onbetaalbare Toyota 2000 GT even buiten beschouwing laten, staan de Datsun 240Z en zijn afgeleiden 260Z en 280Z met stip op nummer één. In het verre verleden passeerden ze al eens de revue in deze rubriek, maar hoe staat het er nu voor? Goed! Ze worden inmiddels net zo hard begeerd als sommige Europese concurrenten, terwijl ze kwalitatief ongenaakbaar blijven.
Door: Aart van der Haagen
Sommige klassieke auto’s hebben wat langer de tijd nodig om te rijpen dan andere. Jarenlang konden de Z’s van Datsun qua belangstelling en waardeontwikkeling niet in de schaduw staan van bijvoorbeeld de Porsche 911, maar inmiddels is dat aardig veranderd en ligt het prijsniveau van mooie exemplaren daar niet eens zo ver meer vandaan. De top van de markt schiet zelfs door de zestig mille heen, iets wat analisten begin deze eeuw voor onmogelijk hielden.
Waar dat aan ligt? Ad Verkuijlen van VA Engineering in Sint-Oedenrode heeft er wel een verklaring voor en die moeten we zoeken in de rallywereld. “Menig deelnemer vindt het leuk om met iets anders aan de start te komen dan met die eeuwige Porsche, MG of Alfa Romeo. Een jaar of tien, vijftien geleden werd de Datsun 240Z als een prima kandidaat ontdekt. Hij ligt als een blok op de weg en is snel, comfortabel en vooral ultiem betrouwbaar. Bij normaal onderhoud krijg je hem eigenlijk niet kapot.” Typisch Japans dus en omdat mensen vaak het gedrag van kuddedieren vertonen, verscheen de ene na de andere Z ten tonele in de historische rallysport. Dat zorgde vervolgens weer voor een spin-off in de wereld die zich tot straatgebruik beperkt. De sportwagen die in 1971 en 1973 de East African Safari won, is eindelijk heilig verklaard.
Ideale sportwagen
Zoals Europeanen ooit massaal naar de Nieuwe Wereld emigreerden, zo maakten sportwagens vanaf de jaren tachtig op grote schaal de reis in tegengestelde richting. Dáár komen dus al die 240Z’s, 260Z’s en in mindere mate 280Z’s vandaan, direct herkenbaar aan de zijmarkeringslichten in de achterschermen en veelal massiever bumperwerk. Bepaald niet ieders smaak, maar er staat tegenover dat Amerikaanse exemplaren zich over het algemeen minder hebben laten beetnemen door de roestduivel, die toch intens van deze Datsuns houdt. Best een puntje om in de overweging mee te nemen, dus.
Helaas lijden interieurs, en dan met name dashboards, wel hard onder de verschroeiende zon in warme staten. Heel veel meer zorgen hoeven potentiële kopers zich echter niet te maken, want potjandrie, wat is die techniek robuust. Zelfs mensen die fanatiek rallyrijden, zoals Ad Verkuijlen en diverse van zijn klanten, helpen de motor, aandrijflijn en wielophanging niet snel naar de haaien. Kortom, je zou voorzichtig kunnen concluderen dat de Datsun Fairlady Z erg dicht in de buurt van de ideale sportwagen komt en dat heeft een aanzienlijk deel van de klassiekerwereld intussen ontdekt. Eindelijk.
In het novembernummer hebben we een uitgebreid aankoopadvies van deze Datsun Z serie staan, met alle zwakke punten, dingen waarop je moet letten bij aankoop, of als je er een hebt. Het novembernummer ligt nu in de kiosk, dus snel halen dat blad.
(Hieronder gaat het nog verder met de foto’s.)
