We zijn aan het afsluiten voor het novembernummer.
Peugeot 304. De geboorte van een icoon

In de kleurrijke herfstmaand september van 1969, wordt op de Parijse autosalon een nieuwe ster geboren, de Peugeot 304. Het ontwerp van deze nieuwe middenklasser is niet volledig nieuw. Maar haalt inspiratie uit de technische basis en de middensectie van de compactere 204. Waaronder het voorwielaandrijvingsmechanisme en de dwarsgeplaatste lichtmetalen motor. Met het 504-geïnspireerde frontdesign sluit de 304 naadloos aan bij de rest van de Peugeot familie. Een slimme zet die de ruimte tussen de 204 en de 404 mooi invult.
Kracht en Elegantie: Motor en Design
Net als zijn voorganger 204, ontvangt de 304 een dwarsgeplaatste lichtmetalen motor. Echter, de motorinhoud voor de 304 wordt verhoogd naar 1288 cc. Een aanzienlijke toename vergeleken met de 1130 cc motor van de 204. Deze krachtige motor, in combinatie met het elegante design gekenmerkt door de Sophia Loren lampen aan de voorkant en de twee verticaal geplaatste lichtunits aan de achterzijde, maakt de Peugeot 304 een favoriet bij het publiek.
Variaties op een thema: de Peugeot 304 Berline, “CC” en Break
Het was in 1969 dat de Peugeot 304 Berline debuteerde, dankzij de vruchtbare samenwerking tussen Peugeot en Pininfarina. Al snel volgen de 304 Coupé en Cabriolet, ook bekend als de “CC” modellen. Deze stap resulteert in het verdwijnen van de Peugeot 204 Coupé en Cabriolet in 1970. In 1971 wordt de Break geïntroduceerd, die de 204 Break gezelschap houdt in de kleinere stationwagonklasse van Peugeot.
Verbeteringen in 1972: Meer ruimte en stijl
1972 bracht een frisse wind door het Peugeot 304 Berline model. Door de achterkant van de daklijn en de achterportierstijlen te verlengen, krijgen de achterpassagiers meer ruimte. Daarnaast worden de achterlichten rechthoekig, en wordt het dashboard uitgerust met ronde klokken, die afwijken in de coupé en cabriolet vergeleken met de berline- en breakversies.
Meer snelheid: De komst van de S-modellen
Eind 1972 wordt de Peugeot 304 Berline ook beschikbaar met de XL3S motor, die oorspronkelijk werd geïntroduceerd in de “S” versies van de coupé en de cabriolet. Deze motor heeft dezelfde cilinderinhoud van 1288 cc. Maar met grotere kleppen, een dubbele Solex carburateur en een aangepast uitlaatspruitstuk, levert het meer vermogen. Dit betekent dat bestuurders vaker moeten schakelen, maar de beloning is een hogere snelheid en betere prestaties.
Constante evolutie: Wijzigingen vanaf 1976
Het jaar 1976 markeert het begin van een nieuwe periode voor de Peugeot 304 met de introductie van een dieselversie. De 304 krijgt een zelfontbrandingsmotor van 1357 cc, een primeur voor deze serie. Ondertussen zijn de Coupé- en Cabrioletversies al in juli 1975 gestopt. In hun plaats komen de 1290 cc motoren voor alle benzine Berlines en Breaks, met de nieuwe namen XL5 en XL5S.
Vernieuwingen in 1977: Meer opties en gemak voor de Peugeot 304
In 1977 ondergaat de Peugeot 304 opnieuw een aantal wijzigingen. Alle Berlines worden nu standaard uitgerust met vloerschakeling en de “S” modellen veranderen in “SLS”. De Break wordt opnieuw aangepakt en meer in lijn gebracht met de Berlines. Bovendien komt er een nieuw familielid bij: de Fourgonette, een bestelwagenvariant van de 304.
Het einde van een tijdperk
Hoewel de Peugeot 304 in de latere jaren 70 concurrentie krijgt van de nieuw geïntroduceerde 305, blijft Peugeot investeren in de ontwikkeling van de 304. Echter, na meerdere wijzigingen en verbeteringen, wordt de productie van de 304 geleidelijk aan afgebouwd. In 1978 stopt de productie van de SLS, gevolgd door de andere Berlines in maart 1979. De productie van de Break en de Fourgonette gaat door tot in de jaren 80, met de laatste 304 die in mei 1980 van de productielijn rolt.
Ondanks de introductie van de 305 en later de 309, heeft de 304 een blijvende indruk achtergelaten in de wereld van de autoproductie. Met een totaal van 1.178.423 geproduceerde wagens, blijft de Peugeot 304 een van de succesvolste modellen in de geschiedenis van Peugeot.



Wat mij opvalt aan auto’s zoals de Peugeot 304 is dat ze zo goed in balans zijn. De vorm en het interieur passen heel mooi bij elkaar. Beweging en comfort, weergegeven in luxe voor de ogen en luxe voor de reis: het zicht en het gevoel. Ik heb zelf een 204 gehad en een vriend later een 304. Zo’n fijne rijauto’s: Mooie metertjes, sexy lijnenspel, heerlijke stoelen en ruimte. En een zingende motor met een prettige stem.
De 305 was een teleurstelling in mijn ogen. Daar was duidelijk de finesse verdwenen. Ik wil niemand voor het hoofd stoten maar de 305 was wat Teutoonser en zakelijker qua beleving. “Wir leben autos”, dat gevoel.
Perfecte auto ik heb in de 70er jaren een 304 S als 2e wagen gehad. Prima auto waardoor ik de bijtelling bij mijn Mercedes zakenwagen kon vermijden.
Mooi hoor, vooral die dame in ’t geel, een tijd dat mensen nog slank waren, met minder ( m arketing) invloeden….😀
Het valt echt op hoe slank mensen (en vooral jeugd) waren in de jaren ‘60-‘70. Ook auto’s waren toen slanker. Obesitas is voor beide gelijk opgegaan, Europa volgt ook hier de trend van de USA.
Heerlijke auto.Zelf hebben we nog een 304S Coupe met heerlijke rijeigenschappen.
Fijne comfortabele auto. Denk er met weemoed aan terug, ook de 504 reed geweldig. En ik heb enkele keren een 604 gereden, wat een comfort.
Super auto de 304 S ik had er ook één voor privé
Prima wagens, alleen zo spijtig dat ze roest aantrokken als een magneet.
Zelf heb ik een 203 die, alhoewel veel ouder, nog nooit gelast en roestvrij is.
Blijkbaar was er toch iets grondig mis met de staalkwaliteit in de jaren 70
Inderdaad er was toch echt een erg roestprobleem en dit niet alleen met franse wagens,Alfa Romeo deed nog slenter met de Alfa Sud,waarschijblijk werd minderwaardig plaatstaal ingevoerd;
Er werd in die tijd oud ijzer bijgemengd in de hoogovens en dat had een negatieve invloed..
Ik heb begrepen dat het staal wat ik Italie werd gebruikt een Russische herkomst had wat nog slechter was dan de gerecyclede staal van de franse auto’s. Aan de andere kant was de bedoeling dat een auto zich een jaartje of 7 ‘goed’ hield.
Een vaker gehoord gezegde was:
“Franse auto’s roesten. Italiaanse auto’s rotten”.
Misschien is dat Russisch staal daar de verklaring van.
Hoe dan ook ben ik in het straatbeeld opgegroeid met o.a. die 305’s. Thuis werd ook ‘Frans’ gereden tot 1978. Simca 1100’s. Prima wegligging en prima comfort, voor zover ik mij dat nog kan herinneren. Leuke vakanties mee gehad en dito herinneringen. Omdat die Simca’s vanuit de showroom eerst naar de tectuleerder gereden werden en daar van haver tot gort met dat spul behandeld werden, was roest geen groot probleem
Ik heb nieuws voor je: Ik heb ook een 203 (Pickup) maar die brak zowat in tweeën door de roest. 200 uur laswerk heeft dat opgelost