Sluitingsdatum januarinummer -> 18 november
Opel Omega B 2.0 16V GL. Rij-impressie met een mooi vervolg
Je hebt auto’s, die niet aan het collectieve geheugen zijn onttrokken en toch het besef oproepen dat ze uit een volledig andere tijd stammen. De Opel Omega B is zo’n auto, waarvan het meer dan drie decennia geleden is dat deze ten tonele verscheen. Vandaag de dag zie je deze niet zo gek veel meer binnen het straatbeeld. Onlangs bood Gerard Kramer Klassiekers in Wolvega echter een puik exemplaar aan. Bouwjaar 1997. 65000 kilometer op de teller. En naar (licht) Scandinavisch recept samengesteld.
Hoe dat zit? De Opel bracht 28 jaar zijn rijdende loopbaan door in Zweden. Daar werd de auto nieuw besteld en uitgerust met zaken als climate control, stoelverwarming, de onvermijdelijke koplampsproeiers en…de onmiskenbare rubberen matten. In februari 2025 besloten Kramer senior en junior de Opel naar Nederland te halen. Of naar Nederland te halen: de auto stond in Bremen. Collega autoredacteur Marc Klaver (AutoWeek) reed de Omega naar Wolvega, niet lang nadat Sicco Dijkstra en ondergetekende hem in de Bremer beurshallen spraken.
Zo kwam de Opel in het vizier, en uiteraard wilde ik aan den lijve ondervinden wat Klaver en Kramer hadden ervaren. Op een mooie zonnige doordeweekse dag neem ik het stuur van de Opel ter hand en al snel maakte de Omega een onuitwisbare indruk. De staat van de Duitser is sowieso bekorend en heus: je ziet enkele spoortjes die zijn leeftijd verraden. Maar toch: de eerste indruk is vaak de beste, en deze initiële impressie wordt in positieve zin versterkt.
Zo’n Omega rijdt fantastisch. De Opel is vergaand koersvast, biedt een vleugje dynamiek, communiceert uitstekend en is prettig comfortabel. Deze laatste kwalificatie geldt over de hele linie. Bediening, besturing, zitpositie: het is simpelweg dik voor elkaar in de Opel Omega, die een heel aangename sfeer aan boord biedt. Niet overdadig, maar je merkt wel dat alles binnen het compartiment met zorg is ontworpen en aangekleed. Daarnaast blijven rijgeluiden en motorische klanken goed op de achtergrond. De zaak is gewoon behaaglijk.
De bouwkwaliteit is dik in orde, en dit voormalige Zweedse familiestuk is daarnaast altijd goed onderhouden. Je hoort bovendien geen kraak en geen rammel. Het zicht naar achteren is dankzij de stevige c-stijlen een iets minder sterk punt, en dat geldt ook voor de zichtmarkering. Deze ontbreekt, daardoor kun je hinder ondervinden bij het achteruit inparkeren. Parkeersensoren waren geen usance tijdens de tweede helft van de jaren negentig. Daar zijn tegenwoordig echter uitstekende oplossingen voor. En om over moderniteiten te spreken: wanneer je qua streaming, Bluetooth en audio actueel wilt blijven, dan biedt de after-marketsector prima alternatieven.
De 2.0 16V motor is goedmoedig en evenwichtig. Hij stelt de Opel tot adequate prestaties in staat en vraagt daarvoor- bij een wat steviger ingetrapt gaspedaal- ook heus een litertje extra E5. Maar het is niet nodig. De krachtbron in de Duitser vraagt simpelweg niet om veel toeren, en toont de nodige souplesse. De koersstabiliteit van de auto is zoals gezegd uitstekend, en dat geldt ook voor de bochtstabiliteit. Je kunt vér gaan met de grote achterwiel aangedreven Opel, die je eveneens in staat stelt om een curve vergaand neutraal en met een vleug dynamiek te nemen. Dat is vertrouwenwekkend, en bij dat veilige gevoel hoort een uitstekend functionerende reminstallatie. Ook in die zin geeft de Omega geen krimp.
Goede geloofsbrieven dus. En het is geen verrassing dat de auto inmiddels is verkocht. Aan mij, want de auto maakte zoveel indruk dat ik deze onmogelijk kon laten lopen. En in de wetenschap leef, dat er veel mooie kilometers met de Omega aan de horizon gloren.
Foto’s: Anne Kramer en Erik van Putten

Had een blauwe station als lease auto TJ-HB-97 (dacht ik) heerlijke wagen, en kon ook aardig wat trekken.
Had een station met een 2.5V6; geweldig ruim en zeer snel; ondanks de lengte van ruim 4.80 meter was hij in te parkeren op een postzegel. Na 288.000 km – en twee nieuwe achterwiellagers hoewel ik geen aannemer was- verkocht. Veel plezier van gehad.
Had er een: JN-NZ-88. Hele fijne auto. Rust je in uit na een dag werken.
Hoe meer ik in de zakelijke suv’s en soortgenoten rij (al dan niet met stekker) hoe meer ik tot de conclusie kom dat ik privé weer iets van tussen 1990 en 2010 moet gaan rijden. Uiteraard mag het hobby spul blijven maar de beste (reis)auto’s zijn echt in die periode gemaakt.