Knooi’n

Automatische concepten

Goed, als je de keuze hebt tussen een andere knie of een elektrisch startende motor? Dan wordt het toch maar een motor met een startknopje. Daar is niks mis mee. Honda bedacht het al in de vroege jaren zestig en mijn Guzzi uit 1967 heeft ook al helemaal geen kickstarter meer aan boord.

Dan speelt het volgende probleem, de volgende uitdaging: kalendertechnisch ben ik een babyboomer. Maar dan wel een babyboomer zonder tweede huisje in Toscane, zonder dikke hybrideauto, zonder camper, zonder sloep, zonder zo’n kekke cabrio of een carbon racefiets van een mille of acht.

Als troost: een bevriende statisticus/vriend heeft uitgerekend dat er maar zo’n 400D van die riant gestoffeerden zijn. En een Berlingo uit 2005 is ook een fijne auto.

Maar alles bij elkaar ben ik een tevreden en gelukkig mens dat zich eerder vergenoegt dan ergert over mogelijkheden die er niet zijn. Want er blijven plenty mogelijkheden over. Zeker als de basis – de reden van het hele verhaal – de Ural/Dnepr-bastaard is waarmee ik al zowat vergroeid ben.
Die klassieke 650 cc kopklepper van zo’n 36 pk kreeg, in verband met een krukasinfarct, al een poos geleden een (KMZ/Dnepr) 750 cc zijklepblok dat ooit nominaal 23 pk leverde. Toen de Russen de hele handel overdeden aan de Chinezen, gaven die ondoorgrondelijke oosterlingen de ex-Duitse, ex-Russische zijklepper een stevige upgrade: het hele spul ging naar 12 V, kreeg een startmotor en de ontsteking kreeg een verdeler aan de zijkant van het blok. Lekker makkelijk bereikbaar!

IMZ/KMZ- en Ural/Dnepr-onderdelen vind je overal, en ze zijn goedkoop. De spullen voor Chang Jiangs zijn dunner gezaaid. Veel dunner. En vaak net verschillend van de Duitse en ex-Sovjet voorouders. Maar gelukkig zijn ze wel goedkoop. Aan het gevonden Chang-blok mankeerden de rotor en de stator. De rotor werd gevonden, en voor de stator hadden de Chinezen zich laten inspireren door Bosch: de stator van een Guzzi NATO bleek inpasbaar. Herstel: leek inpasbaar. Voordat er tot verdere actie werd overgegaan, toverde Benno van Ham van de UDCN een echte Chang Jiang-stator uit zijn hoge hoed.

Ook in dit geval bleken originele spullen beter te passen, ondanks dat er wat gemasseerd moest worden om de koolborstels op het juiste pad te krijgen.

Toen hoefde er alleen nog maar een rotortrekbout gevonden te worden. Ook daarmee zaten de Chinezen net een maat van Bosch af, dus moest er een verjongde (getailleerde) inbusbout M10 gefabriceerd worden uit twee inbusbouten, omdat het ding dus wel zo’n 160 mm lang moest worden. De eerste constructie brak tijdens het aandraaien, dus moest de hele voorkant er weer af.

Intussen was gebleken dat er aanbieders van inbus M10-bouten van 160 mm gewoon te koop waren; zomaar per stuk. De verzendkosten waren duidelijk hoger dan de aanschaf. Een verse bout werd over 130 mm van zijn draad, en nog een halve mm extra, af geholpen. En bleek bij montage ergens iets te blokkeren. De gemeten lengte bleek toch iets te ongeveer te zijn geweest. De bout werd eerst vijf, daarna nog een mm extra ingekort. Toen draaide de krukas vrij.

De ontsteking werd op tijd gezet.
De staalkabel van het takeltje werd zorgvuldig en liefdevol om het blok geslagen. De bijna 20 pk sterke krachtbron liet het zich tevreden aanleunen.

Het blok werd van de Werkmeid getild en op de grond gezet om de Werkmeid uit de weg te halen. Daarna deed de takel het niet meer…

Eerdere ervaringen met het in je eentje tillen van motorblokken en de gevolgen voor de rug… Nou ja: voor een AOW’er is er altijd een volgende dag.

Wordt vervolgd…

Onder de streep ben je zo op een bijna meditatieve manier aan het “knooi’n” (citaat Richard Busweiler). Het kost allemaal prettig weinig en alleen maar een hoop uren. Je meet, je past, je denkt en je gokt. En omdat onze klassiekers doorgaans nog wel begrijpelijk zijn, kom je er altijd wel uit. Het zit allemaal op het niveau uit de vragenrubriek in het Weekblad Motor uit de eerste helft van de jaren zestig. Want toen waren wij motorrijders – uit pure noodzaak – nog veel zelfwerkzamer. Ze knooi’den wat af…

Want wat dacht je van wat willekeurige vragen als:
‘De krukassen van mijn Matchless blijven maar breken. Hoe kan dat?’,
‘Ik wil mijn Jawa 150 cc sneller maken. Hoe doe ik dat en hoe snel kan hij dan?’, of
‘Ik heb het frame van mijn Lilac doormidden gezaagd om er een VW Kever-blok in te zetten. Kunt u mij vertellen wat ik nu verder moet doen? Ik heb al een VW-blok.’

Ach… knooi’n is blijkbaar van alle tijden.
Maar vroeger werd het meer gedaan.

Knooi'n

Schrijf je in en mis geen enkel verhaal over klassieke auto’s en motoren.

Selecteer eventueel andere nieuwsbrieven

3 reacties

  1. Wat een heerlijk verhaal weer Dolf! Ja, we klooi’n wat af en laten we dat maar blijven doen want we zijn er best goed in, tog? En wat heerlijker dan ‘onmogelijk’ geachte dingen weer aan’t bollen te krijgen. Ach, wat hebben er toch een respectabel aantal mensen meewarig het hoofd geschud toen ik Blauwtje leerde lopen. Het varieerde van: “Tjonge, je moet er maar zin in hebben”, via: “Weet je het wel zeker”, tot een resoluut: “Dat hou je nog geen 500 kilometer heel!”, en dat laatste uit de mond van de plaatselijke BMW specialist. Toen ik zei dat ik er zo al 13.000km mee gereden had, werd het stil, heel stil. Het klooi’n had toch beter gewerkt dan hij ooit had durven vermoeden. Respect zou mijn deel worden. En zo heb ik enorm respect voor jou Dolf. Je durft heel wat aan. Onbevangen en met vertrouwen als smeermiddel. Keigaaf en onnavolgbaar. Kon ik daar maar een schijfje van hebben 😉 Maar hoe luidt dat spreekwoord ook alweer? “Inventiviteit is het resultaat van constante massage van intelligentie door geldgebrek”. Het zou feitelijk aan de wieg van mijn Blauwtje staan. Maar ook de houding van: “Dat zullen we nog wel eens zien!!”
    Wat noest rekenwerk aan drukken, krachten en verbrandingssnelheden werkte met zijn uitkomst nog wat beter voor de gemoedsrust dan enkele glazen single malt. Die er nog overheen en de wereld kon niet meer stuk, haha!!

  2. Heerlijk voor de voet weg sleutelen, slijpen, zagen pasmaken, je vooral niet laten hinderen door “deskundigen” die het (achteraf) altijd zo goed weten!
    Dan ontstaan er soms leuke dingen, zoals een eigenbouw Yamazuki XT500 FullFloater, of een Zündapp KS150 (met een luchtgekoeld Suzuki RM125 blok, met een enorm overmaatse Honda zuiger waardoor die 150cc dus mogelijk werd)
    Vreselijk veel lol mee gehad! (en ook soms een boze buurman, maar dat was toch al een zeikerd die niks leuk vond, haha!)

  3. Vrogger ook heel wat aan het KNOOI’N geweest met een 6e hands Matchless 350cc.
    Een weekend rijden en een week lang sleutelen, van daar mijn bijnaam Muts.
    De auto van de zaak ging op automatische piloot naar Soest.
    Waar is die tijd gebleven met al zijn ellende? En toch……….een mooie tijd!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maximale bestandsgrootte van upload: 8 MB. Je kunt uploaden: afbeelding. Links naar YouTube, Facebook, Twitter en andere diensten die in de reactietekst worden ingevoegd, worden automatisch ingesloten. Bestanden hier neerzetten