We zijn aan het afsluiten voor het decembernummer
Een tikje trots van binnen – Hoe Niels zijn Mini (2004) transformeerde tot circuitwapen
Wie door het leven gaat met vuile handen en een glinstering in de ogen zodra er een motorkap opengaat, begrijpt het gevoel. Het is geen simpele tevredenheid. Nee, het is trots – die innerlijke gloed wanneer je weet dat je iets met je eigen handen beter hebt gemaakt dan het ooit was. Voor Niels Kimmel begon het met brommers en eindigde het, voorlopig, bij een Ferrari-rode Mini uit 2004. Een auto zonder kenteken, maar met een paspoort vol passie.
Van monteur tot restyler
Niels, geboren in 1969, is het toonbeeld van iemand die zijn vak niet alleen verstaat, maar ook voelt. In zijn jonge jaren was de keuze voor een monteursopleiding vanzelfsprekend. Toch bleek zijn ware bestemming in het schadeherstel te liggen: zichtbaar resultaat, direct effect. Als monteur had hij weinig op met elektronica – liever staal, lak en lijnen. Die voorkeur leidde hem uiteindelijk naar zijn eigen onderneming: deukuit.nl, een succesvol bedrijf dat al 26 jaar is gespecialiseerd in uitdeuken zonder spuiten. Met vaste klanten, maar vooral met vaste overtuigingen: maak iets mooier, lichter, beter.
Op zoek naar een nieuwe uitdaging
Zoals dat ook ging met zijn BMW Z4 coupé 3.0si. Die auto was bedoeld voor het circuit, maar werd zó smetteloos dat ermee racen een vorm van heiligschennis leek. De oplossing lag in een andere richting: lichter, ruiger, compromislozer. Via een spontane tussenstop op weg naar familie kwam hij in juni 2024 terecht bij Pijl Klassiekers in Amsterdam. En daar stond ze. Geen klassieke BMW dit keer, maar een kleine rode duivel: een Mini Cooper S R53, compleet verbouwd voor circuitgebruik.
Zwitserse precisie als fundament
Achter die Mini schuilt een verhaal dat net zo boeiend is als haar techniek. Oorspronkelijk in 2004 geleverd in Zwitserland als standaard blauwe Cooper S, werd ze een jaar later volledig gestript door de Zwitserse familie Friberg, die een carrosseriebedrijf runde. Gelast, verstevigd, gespoten in Ferrari-rood – niet als stijlkeuze, maar als signaal. Dit was geen speeltje. Dit was een racer. De auto kwam via Eduard Pijl naar Nederland, die haar samen met zijn zoon Daan – een getalenteerd coureur – op het circuit wilde inzetten. Maar de carrière van zoonlief nam een hoge vlucht, en de Mini bleef werkloos. Tot Niels haar in het vizier kreeg.
Een nieuwe adem onder de motorkap
Wat volgde, is een wedergeboorte. De Mini was al indrukwekkend gebouwd, maar voor Niels begon het echte sleutelen pas. Hij bracht het gewicht terug naar 1030 kilogram, poetste elk detail op, verving de ruiten door krasvrij lexaan, en gaf haar het soort technische upgrades waar menig race-engineer stil van wordt. Een sperdifferentieel van OS Giken, aangepaste intercoolersystemen, een volledig custom RVS-uitlaatsysteem, en een verplaatste accu voor betere balans. De auto ademt doelgerichtheid, maar is tegelijkertijd een persoonlijk kunstwerk. Geen concessies, geen haastwerk.
Eerste meters, eerste vlag
Op 20 april reed Niels zijn eerste rondes met de auto op het TT-Circuit Assen. De combinatie van 233 pk op de voorwielen, lage massa en uitgebalanceerde ophanging bleek verslavend. Maar de zwart-witte realiteit van een raceauto diende zich ook aan: te veel geluid, zwarte vlag. Het liet hem glimlachen. Want een raceauto is nooit af, en daarin schuilt voor Niels juist de charme.
Mini R53 Cooper S in historisch perspectief
Maar laten we ook de context niet vergeten waarin deze Mini thuishoort. De R53 Cooper S was BMW’s eerste sportieve interpretatie van de legendarische Mini onder het ‘New Mini’-label. Met een 1.6-liter motor, een mechanische Eaton-compressor en een strak chassis was hij vanaf 2002 een geliefde hot hatch. Hoewel puristen mopperden over het gewicht en de omvang vergeleken met het originele Mini-concept, waren kenners het over één ding eens: op bochtige wegen en circuits voelde hij als een kart met deuren. De motor, ontwikkeld in samenwerking met Chrysler, leverde standaard 163 pk (later 170) en werd geroemd om zijn gretige karakter. Maar vooral het onderstel – met multilink achteras – maakte hem geliefd onder tuners en trackday-rijders. En dat is precies de reden waarom Niels voor deze Mini viel: een platform met potentie, klaar om gevormd te worden.
Geen eindpunt, maar een begin
In zijn Mini heeft Niels niet alleen een circuitauto gebouwd, maar ook een verlengstuk van zijn vakmanschap en zijn karakter. Alles klopt, tot in detail. En mocht hij dit seizoen de toelating krijgen om met de auto wedstrijden te rijden, dan is het pad naar nog meer optimalisatie geopend. Want achterwielaandrijving? Dat is mooi, maar niet noodzakelijk om snel te zijn. Niet voor Niels, niet voor deze Mini.
Een tikje trots dus. Maar meer dan dat: dit is een bewijs dat techniek en gevoel hand in hand kunnen gaan. Een ode aan de maakbaarheid van perfectie. En wie weet… misschien is het mooiste nog onderweg.
Heeft u ook een klassieker of youngtimer met een verhaal?
Laat het ons weten via het formulier op onze site en wie weet komt uw trots hier binnenkort ook voorbij.

Mij net wat te jong, hoewel die ook al meer dan twintig jaar oud is. Ongelofelijk hoe snel de tijd gaat.
In de standaard Cooper uitvoering is die eerste generatie New Mini al een prachtig en heerlijk rijdend scheurijzertje. Laat staan de S. En dan op deze manier aangepakt moet het wel helemaal geweldig zijn ja!