De sluitingsdatum voor het decembernummer is 21 oktober
Een prachtige dag met acht luchtgekoelde Volkswagens.
Je hebt van die dagen dat alles samenkomt. Kameraadschap, acht auto’s die tot de categorie favorieten behoren en ideale reportageomstandigheden. Zo’n dag beleefden wij met Thomas en Peter de Roy, fervent liefhebbers van luchtgekoelde Volkswagens en inmiddels samen goed voor negen exemplaren. Eén daarvan is under construction. De andere acht vinden op het terrein van de Noord Nederlandse Schrootverwerking in Franeker een plekje onder de doorbrekende zon. Niet om daar hun laatste adem uit te blazen, maar voor een omvangrijke dubbelreportage voor Keverwereld en Auto Motor Klassiek.
De dubbelreportage is een idee van Thomas en Peter. Zij zijn door Keverwereld benaderd voor een verhaal over de luchtgekoelde Volkwagens. Bovendien ken ik hen al járen, en vanaf de eerste reportage is er een mooie vorm van kameraadschap ontstaan. Ook tussen de reportages door zien wij elkaar geregeld, en dat is altijd gezellig en goed voor mooie verhalen en klassiekerenthousiasme. Thomas komt bij mij uit met de vraag of ik het verhaal wil schrijven en Bart foto’s wil maken. Ja, natuurlijk. Zo helpen we elkaar. Want vergeet niet: zowel Peter als Thomas stelt ook regelmatig een klassieker beschikbaar om daar een mooi verhaal voor Auto Motor Klassiek over te kunnen schrijven.
We gaan dus niet alleen voor Keverwereld aan de slag, maar ook voor Auto Motor Klassiek. Voor ons magazine gaan wij ’s middags op pad met twee van de acht luchtgekoelde Volkswagens. Dat zijn twee exemplaren van de Typ 3: de Ulmengroene VW 1600 TL Automatic en de in Coloradorood gespoten VW 1500 Variant. Zo filteren we straks dus twee verhalen uit de omvangrijke verzameling. Een drukke en onvergetelijke dag ligt in het verschiet. Ja, dit is er weer zo één.
De dorpsgarage in Schalsum is als vanouds het trefpunt, en daar hangt die prettige ongecompliceerde sfeer. Ook nu zijn fotograaf Spijker en ik van de partij. Peter en Thomas zijn daar natuurlijk ook, en even later sluiten ook Johan en Arnold aan. De verzameling VW’s moet namelijk vanuit Schalsum naar het recyclingbedrijf worden gebracht. En dat betekent dat we een paar keer heen en weer gaan, want we zijn met zes personen. En in totaal moeten er dus acht VW’s naar de foto-locatie worden gebracht. Uiteraard lukt dat.
Voor de fotografie bij de verhalen worden geen halve maatregelen genomen. Thomas neemt een drone mee, Bart heeft zijn voltallige foto uitrusting bij zich. Zo worden de auto’s stuk voor stuk en bij elkaar vastgelegd tegen de achtergrond van grote Liebherr-kranen met grijpers en keurig gesorteerde bergen recyclingmateriaal. Het zonnetje begint lekker door te breken en zo langzamerhand wordt het verschil tussen onsterfelijke klassiekers en het op de achtergrond voor nieuwe doeleinden bestemde materiaal duidelijk. De symbolische waarde is groot, voor mij wel althans. Hier staan ze, de Kevers en de Typ 3 modellen die na de Tweede Wereldoorlog van Volkswagen een fabrikant maakten die nog steeds tot de grootsten ter wereld behoort.
Zo’n dag is het dus. Het loopt gesmeerd, iedereen heeft plezier en is op zijn manier bezig om de zaken goed vastgelegd en geregeld te krijgen. Het resulteert in mooie plaatjes, en uiteindelijk staan acht luchtgekoelde Volkswagens naast elkaar. De eeuwigheid contrasteert met de voorraad materialen op het terrein. Nog vóór het middaguur zijn we klaar in Franeker. Acht VW’s moeten terug naar Schalsum. Op de heenweg had ik al een stuk in de groene 1600 TL gereden. En nu gaan we in een eerste kolonne terug naar Schalsum.
Ik neem plaats achter het stuur van de VW 1302 L uit 1971, de laatste aanwinst van Thomas. Het schuifdak gaat open, het raampje naar beneden. We maken er een showtje van, en rijden dwars door het oude centrum van Franeker, waar de oude gevels en muren die heerlijk klinkende boxergeluiden absorberen en terugkaatsen. Er is publiek, en dat reageert doorgaans enthousiast op de Volkswagen-colonne. Zwaaien, een duimpje, kinderen die wijzen: het is een feestje der herkenning. En we genieten er allemaal van.
Het is opmerkelijk hoe gemakkelijk ik altijd mijn weg in een Kever vind. Ik ken Kevers op mijn duimpje, ik had er bovendien zelf één, de Senegalrode 1303 met AB motor. Die heb ik nóg, alleen dan in een 18 maal verkleinde vorm, van NOREV. Daarnaast reed ik met talloze Typ 1 exemplaren. Maar de Typ 1 verveelt nooit. Dat typische sfeertje aan boord, de vormen, dat markant vriendelijke en o zo herkenbare geluid: ik ben er gek op. En dat verandert nooit.
In Schalsum stap ik in bij Thomas, want we gaan de achterblijvers ophalen: een VW 1500 Cabriolet in een lekkere patina-staat en de werkelijke prachtige Sumatragroene VW 1303 houden de wacht in Franeker en gaan nu mee terug. Ik stap in de 1500 Cabriolet, die qua staat misschien het minst in mint-condition is. En tegelijkertijd heb ik ook daarom een zwak voor de VW, waarvan de kap naar beneden gaat. Het tafereel dat zich in de 1302 aan mij opdrong herhaalt zich. Ook deze 1500 pakt mij, en met die oude enkelpoorts H-motor achterin én de bak die het midden houdt tussen kort en lang bekoort hij mij zeer. Ik ken de auto al jaren, maar reed er nooit mee. Nu wel, en ik geniet onder de open lucht in optima forma van het oudje.
Ondertussen heeft Mia- de vrouw van Peter en de moeder van Thomas- heerlijke soep en dito broodjes voor het gezelschap gemaakt. Dat vormt op het terrein van garage De Roy in Schalsum het welkome intermezzo, onder het genot van mooie gezamenlijke herinneringen en bespiegelingen over klassieke Volkswagens. Een groot deel van het spul gaat weer naar binnen, om de in restauratie zijnde VW 1600 TL uit 1972, de Renault 4 GTL en de VW Scirocco uit de eerste generatie imaginair gezelschap te houden.
Na de lunch pakken wij nog een stukje in de omgeving. Bart en ik rijden met de 1600 TL Automatic uit 1970 naar de fotolocatie. Deze nieuw in Nederland geleverde Typ 3 is een unieke en originele auto, mét alle toebehoren en documentatie vanaf de datum eerste toelating er nog bij. Hij speelde een rol in een Nederlandse TV-serie, en binnenkort komt hij dus ook in het magazine van Auto Motor Klassiek. Thomas volgt later met de Variant, hij rijdt eerst nog even naar zijn moeder. De automatische transmissie in de 1600 TL doet zijn werk soepel, zeker als je het gaspedaal normaal beroert. De motor loopt prachtig en zuiver rond. De Typ 3 rijdt loom, en zo stuurt hij ook. Loom is iets anders dan vaag, want de respons van alle techniek is prima, zeker als je de zaak goed doseert. Deze auto is echt uit een totaal ander hout gesneden dan de Kevers, die onderling toch ook weer hun eigen karakteristiek en geschiedenis presenteren. Maar ze roepen bij mij grosso modo allemaal hetzelfde gevoel op.
Zo loopt de dag relaxt naar het einde. Peter meldt zich nog voor een paar foto’s, en moet door naar Leeuwarden. Wij keren voor het laatst terug naar Schalsum. Er is een biertje, er is koffie, Oane schuift aan en ook hem kennen we al lang. Zo keutelt de dag lekker naar zijn einde. Een dag waarop wij allemaal ouderwets genoten van kameraadschap, luchtgekoelde liefde en eeuwigheidswaarde. Want de liefde voor luchtgekoeld is bij de meesten van ons vastomlijnd. Net zoals de kameraadschap, die mede dankzij deze evergreen-klassiekers is ontstaan. Je hebt van die dagen dat alles samenkomt. Dit was er één van.
Wat een geweldig verhaal en bovenal schitterende fotolocatie. De 1500 station kan ik wild van worden. Jeugdsentiment. Mijn Duitse oom uit Berlijn had er ook 1. Heerlijk.👍👍
Wat een leuk artikel Erik!. Foto’s maar zeker ook jouw tekst! En oh ja, als ik mocht kiezen. Dan maar de groene Ulmengrüne Type3.
Oude liefde roest niet.