De zomer in Ladenburg belooft heet te worden – en dat ligt niet alleen aan het weer.

In het Zuid-Duitse stadje, aan de oevers van de Neckar, staan begin juli duizenden stukken autogeschiedenis opgesteld voor wat nu al een van de meest gedenkwaardige veilingen van dit jaar genoemd mag worden. Van 4 tot en met 6 juli organiseert Automobilia Ladenburg namelijk haar grote zomerveiling, waarin maar liefst 2723 kavels onder de hamer gaan. Het zijn niet zomaar stukken: het gaat hier om tastbare tijdcapsules uit de wereld van de autosport en klassieke techniek. In de zalen van het Dr. Carl Benz Museum – hoe toepasselijk – liggen papieren, onderdelen, trofeeën en archiefstukken klaar die ooit in handen waren van mannen wier namen klinken als legendes.

Neem Steve McQueen. De beroemde acteur, die evenveel respect oogstte als coureur als op het witte doek, reed in 1970 de 12 Uur van Sebring in een Porsche 908. Hoewel hij het met Peter Revson nét niet tot de eerste plaats schopte, won hij wel in zijn klasse. Die race werd een van de spannendste uithoudingswedstrijden uit de geschiedenis, en McQueen deed mee met een gebroken voet. De beker die hij destijds won – zijn originele trofee van Sebring 1970 – wordt nu geveild. Dat is geen memorabilia, dat is motorsportgeschiedenis in zilver gegoten.

Even aangrijpend, zij het van een geheel andere orde, is het tweede object dat de aandacht trekt: het typeplaatje van de Ferrari 126C2 waarmee Gilles Villeneuve in 1982 op tragische wijze het leven liet tijdens de kwalificatie op Zolder. De plaat, afkomstig uit de nalatenschap van Ferrari-ingenieur Renzo Setti, is onopgesmukt, klein, maar draagt een enorme lading. Villeneuve, de charismatische Canadees die bekendstond om zijn compromisloze rijstijl en zijn loyaliteit aan Ferrari, werd na zijn dood een icoon van de Formule 1. Het typeplaatje van zijn fatale wagen – niet gereconstrueerd, niet herverteld, maar authentiek – is het soort object dat je maar zelden in het openbaar ziet.

Maar deze veiling draait niet alleen om beroemde incidenten of glamoureuze Hollywoodnamen. Wat deze editie van Automobilia Ladenburg bijzonder maakt, is de concentratie van complete nalatenschappen van coureurs die in hun tijd onovertroffen waren – zij het vaak in nichecategorieën of in regionale kampioenschappen die buiten de schijnwerpers bleven, maar niet minder heroïsch waren.

Zo is daar Toni Ulmen, Duits kampioen van 1950 in een Veritas RS. Ulmen’s naam leeft voort onder kenners van de vroege Duitse naoorlogse autosport. Zijn successen met onder meer de Veritas, een kleine, maar innovatieve constructeur, staan symbool voor het racen in een periode van wederopbouw en improvisatie. Zijn bekers, foto’s en papieren uit die tijd vertellen een verhaal van ambitie, mechanische inventiviteit en pure wilskracht.

Herbert Linge brengt een ander soort geschiedenis met zich mee. Als testrijder voor Porsche was hij tientallen jaren betrokken bij de ontwikkeling van hun meest legendarische sportwagens. Hij reed op de Nürburgring voordat het asfalt nog glad werd genoemd, nam deel aan Le Mans en stond zelfs aan de wieg van veiligheidsinnovaties zoals de ONS-snelinterventiewagen. En ja, Linge was ook de man die samenwerkte met Steve McQueen tijdens de opnames van de film Le Mans, waarin hij meereed in een speciaal omgebouwde Porsche 908 met cameramontering. Hij stond met één been in de racestuipen van de jaren zestig, met het andere in de verfilming ervan.

Wie ook tot het pantheon behoort is Sepp Greger. De naam zegt buiten Duitsland misschien iets minder, maar in Beieren en omstreken was Greger decennialang dé man in de heuvelklimsport. Hij werd meervoudig Duits en Europees kampioen in die discipline en reed daarnaast ook in internationale uithoudingswedstrijden zoals de Mille Miglia en Sebring. Zijn nalatenschap, die op deze veiling wordt aangeboden, weerspiegelt die brede carrière: van clubwedstrijden op steile alpenwegen tot nachtenlange ritten in Amerikaanse endurance-races.

Dieter Schmid, een andere naam op de lijst, vertegenwoordigt het Porsche-raceteam van de jaren zestig en zeventig. Zijn geschiedenis is minder bekend bij het grote publiek, maar insiders weten dat hij bijdroeg aan de reputatie van Porsche als betrouwbaar racemerk in de langeafstandsracerij. Ook van hem komen originele stukken op de veiling, die een tijdperk van fabrieksraces en gentleman drivers tot leven brengen.

Wie een blik werpt op de rest van de kavels merkt dat het hier niet alleen gaat om de kopstukken. Achter elk stuurwiel, elk emaillen bord, elke vergane startlicentie of vergeelde brief schuilt een verhaal. In de mix van werkfoto’s, technische componenten, literatuur en zeldzame folders komt de liefde voor techniek en geschiedenis samen. Het is het soort veiling waar je niet alleen koopt met je portemonnee, maar vooral met je hart.

Op vrijdag 4 en zaterdag 5 juli kunnen bezoekers in Ladenburg zelf de veilingzaal betreden, waar de kavels ter plaatse worden geveild. De online veiling, op zondag 6 juli, biedt de resterende 615 lots aan in een strak tijdsvenster van iets meer dan anderhalf uur. Snelheid bij het bieden is dus geboden. De volledige catalogus is online te bekijken via www.automobilia-ladenburg.de.

Wat deze veiling bijzonder maakt, is niet alleen de hoeveelheid, maar vooral de kwaliteit en de emotionele waarde van de stukken. Dit is geen standaardverzameling van onderdelen of folders, maar een zorgvuldig samengebrachte collectie van momenten die in het collectieve geheugen van autosportliefhebbers gegrift staan. Niet geromantiseerd, niet opgepoetst – gewoon zoals ze zijn: écht.

Wie erbij wil zijn, doet er goed aan om zich vooraf te oriënteren. Wie een bod wil uitbrengen op een trofee van McQueen of een stuk van Villeneuve’s laatste Ferrari, doet dat niet zomaar. En toch ligt daar ook de charme: dat zulke dingen, met zulke verhalen, even uit hun vitrines of archieven mogen treden om een nieuw hoofdstuk te beginnen. Niet als museumstuk, maar als levend deel van een voortdurende geschiedenis.