We zijn aan het afsluiten voor het novembernummer.
De Giulia TI Super – Italiaans karakter in puurste vorm
Alfa Romeo stond begin jaren zestig op een kruispunt. De Giulietta had het merk na de oorlog weer op de kaart gezet, maar inmiddels liep dat model tegen zijn houdbaarheidsdatum aan. Tijd voor iets nieuws. Op 27 juni 1962 verscheen in Monza de opvolger: de Giulia. Een hoekige sedan die er moderner uitzag dan zijn voorganger en die meteen de toon zette voor een lange carrière. Het ontwerp kwam uit de pen van Orazio Satta Puliga, die elegantie wist te combineren met scherpe lijnen en functionele aerodynamica. Want hoe vierkant hij ook oogde, de Giulia had een bijzonder lage luchtweerstand.
De eerste versie, de 1600 TI, leverde 92 pk uit een 1570 cc viercilinder met dubbele nokkenas. In 1962 goed voor 166 kilometer per uur, cijfers waar menige middenklasser jaloers op kon zijn. De Giulia groeide uit tot een van de bekendste Alfa’s ooit. Tot 1978 bleef hij in productie, in talloze uitvoeringen en met motoren van 1300 tot 2000 cc. Vooral de TI en de Super bouwden een reputatie op als sportieve gezinsauto’s, terwijl de latere Nuova Super met zijn wat formelere koets de sfeer van de jaren zeventig ademde. Er kwamen zelfs een handvol diesels, maar dat was eerder een boekhoudkundige dan een liefhebbersaangelegenheid.
Toch is er één uitvoering die er met kop en schouders bovenuit steekt: de Giulia TI Super.
De homologatiespecial
In 1963 besloot Alfa Romeo een kleine serie te bouwen voor de autosport. Slechts 501 exemplaren verlieten de fabriek. Ze waren bijna twee keer zo duur als een gewone 1600 TI en werden uitsluitend verkocht aan private teams en coureurs. Aan de buitenkant was de TI Super te herkennen aan de Quadrifoglio-emblemen op de voorschermen en de roosters in de plaats van de mistlampen.
Onderhuids was hij nog interessanter. De viercilinder kreeg twee forse Weber 45 DCOE-carburateurs, waarmee het vermogen steeg naar 112 pk. Daarmee liep de sedan bijna 185 km/h, in die tijd een serieuze snelheid voor een auto met plek voor vier man en bagage. Rondom schijfremmen, een uitgekleed interieur en kuipstoelen met gordels maakten duidelijk dat dit geen alledaagse Giulia was. Het instrumentarium werd uitgebreid met toerenteller, olietemperatuur- en drukmeters en een benzinemeter. Alles stond in dienst van snelheid en betrouwbaarheid op het circuit en de rallyproef.
Op de rallypaden
De TI Super bewees al snel zijn waarde. Arnaldo Cavallari schreef er in 1964 het Italiaans rallykampioenschap mee op zijn naam. Ook internationaal liet de auto van zich horen, zoals bij de Rally van Zweden waar een tweede plaats werd behaald. De Giulia was snel, handelbaar en taai, precies wat Alfa nodig had om zijn sportieve imago te bevestigen.
Zeldzaam en begeerd
Wie vandaag de dag een TI Super zoekt, komt van een koude kermis thuis. Met slechts een paar honderd overlevende exemplaren duikt hij zelden op. Wordt er eentje aangeboden, dan gaan de prijzen ver over de officiële taxaties heen. Geen wonder, want de TI Super is de essentie van wat Alfa Romeo ooit groot maakte: een sportieve sedan die zonder poespas een brug sloeg tussen straat en circuit.
Prachtige auto.
De foto is zo te zien genomen in het Alfa-Romeo museum in Arese bij Milaan.
Gisteren net geweest, een aanrader voor elke autoliefhebber, prachtig museum
Klopt helemaal.