Volkswagen 1200 Karmann Cabriolet. Lang in een weiland vertoeven blijkt toch niet optimaal

Kevers hebben het over het algemeen reuze naar hun zin in de natuur. Toch blijkt het voor deze soort niet ideaal om jarenlang in een weiland te vertoeven. Marnix Kraaij redde een Volkswagen 1200 Karmann Cabriolet die flink had staan verpieteren in het buitengebied van South Dakota. Met het kennisniveau van een bioloog stortte hij zich op een extensieve restauratie. Alles klopt, tot en met de originele onvolkomenheden. 

Wanneer de agenda het toelaat, wat mede een kwestie is van prioriteiten stellen, zet Kraaij in juni koers naar de vierjaarlijkse International Bad Camberg Vintage VW meeting. Daar viel in 2019 zijn oog op een Volkswagen 1200 Karmann Cabriolet.

“Geïmporteerd uit de Verenigde Staten, waar hij ooit door iemand uit Arizona uit een weiland in South Dakota was getrokken. Een hoopje ellende, maar wel compleet en er zat een extra jaarcorrecte kattenbak bij, weggeslepen uit een Kever die ernaast stond. Mede vanwege de matching motor en versnellingsbak vond ik het de moeite waard.” Een verdere analyse volgde na demontage van de aangeschafte Kever. “In tegenstelling tot de kattenbak viel de voorkant van de auto juist reuze mee en waren ook de kokerbalken hard, behalve de voor een Cabriolet specifieke verstevigingsdorpels aan de onderzijde.” 

Boom op loods

Wat Marnix Kraaij betreft gaat er niets boven authentiek plaatwerk en daarom probeerde hij te redden wat er te redden viel. “Ik ontkwam er niet aan om nieuwe imitatie-achterspatborden te kopen, maar dan wel van de beste kwaliteit. De voorschermen zaten vol deuken, waarschijnlijk doordat er koeien tegenaan waren gelopen, maar met veel geduld lukte het om ze weer strak te krijgen, met zo min mogelijk gebruik van plamuur. Verder heb ik enorm veel uren besteed aan het herstellen van het kromme kapframe, dat bij de eigenaar in Arizona beschadigd raakte toen er een boom op zijn loods viel.”

De geleerden zijn het niet altijd eens over de volgorde van het koetswerk spuiten en het monteren van de houten delen voor de softtop, maar bij zo’n klassieke Volkswagen 1200 Karmann Cabriolet mag daarover geen discussie bestaan. “Het frame bevat een aantal houten segmenten, die ik nieuw heb laten maken: de sluitbalk boven de voorruit, de dwarslijst boven de achterruit en de onderrand die aan de achterzijde van de carrosserie genageld moet worden. Dat laatste dient te gebeuren voor het spuiten van de auto, met als stap daartussen het vertinnen van de spijkergaatjes. Vaak gaat dat verkeerd.”

Industriemotor

Technisch is het allemaal geen ingewikkelde materie en nog makkelijker wordt het wanneer je de draaiende delen uit een industriemotor met weinig draaiuren kunt plukken. “Uiteraard heb ik wel alles nagemeten, de lagers en stoterstangen vervangen, de dynamo en carburateur gereviseerd, de startmotor opgefrist en de ontsteking volledig vernieuwd. Bij de versnellingsbak moest ik alleen nieuwe lagers monteren en verder vooral goed opletten bij het terugplaatsen van de pendelassen in hun kommen, met pakkingen van de juiste tolerantie en een bepaalde spanning.

Rondom heb ik alle slijtagedelen van het onderstel vervangen. Van de kabelboom hoefde ik alleen het gedeelte van het midden van de auto naar achteren te vernieuwen, alles in de juiste kleuren. Vanuit het werkplaatshandboek wist ik hoe ik de binnenverlichting zo moest aansluiten dat hij bij neergelaten softtop en geopende portieren uitgeschakeld blijft, anders kan het hete lampje de stof doen verschroeien.” Dat is hoe het werkt wanneer een Kever het geluk heeft dat hij door een Kraaij wordt gered. In de natuur een ondenkbare situatie, maar in de autowereld staat hier het tastbare bewijs. 

(Hieronder gaat het nog verder met de foto’s.)