In Nederland in België moeten nog honderden en honderden klassiekers vergeten in schuren en onder afdakjes staan. Dat moet wel, want alleen wij komen ze al bij tientallen tegen. De vraag is: moet je blij zijn met zo’n schuurvondst? Dat moet niet. Het mag.
Motorfietsen die al (heel) lang stilstaan knappen daar doorgaans niet van op
De Honda Black Bomber die intussen al een halve eeuw geleden in het stookhok van een kassencomplex is weggezet (De eigenaar mocht er van zijn vrouw niet meer op rijden na de geboorte van zijn eerste kind) mogelijk daar gelaten. Want die Honda heeft op zijn best een paar nieuwe banden en een accu nodig.
Maar een motorfiets zoals de Kawasaki Z1000 die we onlangs bij 2CV verhuurder Duckville vonden?
Als we hem al zouden willen hebben zouden we voor deze schuurvondst ongezien een paar honderd euro voor geven. Het restaureren van een motorfiets komt qua waarde van het ding doorgaans nooit uit. Daarbij zij er kanttekeningen voor de restauratie van veel oude Britten. Want voor die motoren is nog veel te koop tegen aanvaardbare prijzen. Helaas is veel plaatwerk en zo slecht passende naslag. En dan ben je toch weer tijd en geld kwijt om dingen pas te maken. Dat geldt ook voor Harley-Davidson. BMW spullen zijn doorgaans goed de verkrijgen. Bij Italiaanse fietsen valt de zaak onder de wet op de kansspelen.
Origineel universeel
Veel Italiaanse motorfietsmakers kochten wielen, sturen, motordelen, voorvorken en ander spul bij Italiaanse toeleveranciers. Gashandvatten, hendels, clusters, koplampen en achterlichten zijn vaak ‘universeel Italiaans’. Conti en LaFranconi maakten uitlaten voor iedereen. Daarbij: Britse en Italiaanse motorfabrikanten waren soepel in het gebruik van onderdelen: “We monteren gewoon wat we hebben”. Zo is originaliteit prettig te verdedigen. Bij elke schuurvondst.
We blijven nog even bij de Z1000
Japanse kleur, chroom en plaatdelen zijn in groeiende mate weer verkrijgbaar. Alhoewel je het ‘krijgen’ met de geldende prijzen wel kunt vergeten. Goede uitlaten vind je eigenlijk niet meer gebruikt. Een complete nieuwe set kost zomaar € 2.000. Een set nieuwe aanzuigrubbers en een carburateur revisie set kost ook niet niks voor een viercilinder. Denk voor het strak maken en origineel spuiten aan bedragen van zo’n € 2000. Het reviseren van een Japanse viercilinder schuurvondst kan zomaar € 3000 kosten. Goede blokken voor weinig geld zijn er niet meer. Bovendien ben je dan je ‘matchging numbers’ kwijt. En dan ben je nog een macht aan euri kwijt aan vork- en balhoofdlagers, rubbertjes en dingesten en bedrading. Dat is allemaal spul dat je echt alleen nieuw moet kopen. Een set banden en een goede kettingset. Nieuwe remleidingen en kabels… Het kan allemaal verschrikkelijk leuk zijn als je de tijd hebt, als je veel tijd aan zoekwerk wilt besteden en als je er schik aan hebt.
Low budget? No budget!
Wat bijna schaamteloos goedkoop is, dat is de restauratie van Russische boxertwins. Voor de die hards is er het boek “Mit Hammer und Schlüssel”. Bij meer praktisch denkende mensen is een bouwjaarspreiding van een jaar of twintig helemaal verdedigbaar. Maar zelfs ondanks dat de prijzen voor oude Russische driewielers gestaag stijgen, is het voor wat betreft de investering nog gewoon het best om een zo goed mogelijk exemplaar te kopen. Aan de andere kant: Voor een beginnend restaurateur die geen financieel risico wil lopen is een Russenrestauratie misschien het begin van een fantastische carrière. Gebruikte- en nieuwe onderdelen zijn er vol op. En ze kosten bijna beschamend weinig.
Aan het eind van zo’n project kun je natuurlijk zeggen dat je blij bent met het resultaat. Maar een goede investering heb je niet gedaan. Een bevriende handelaar zei het zo: “Jouw restauratie is mijn winst”.
‘Het is een echte, vroege V7 Sport’, aan schijfremmen en zitje te zien lijkt het mij eerder een S3…
Het nummer klopte met de Guzzi Bijbel
Eerder werd geschreven over de domo-koe in het zijspan. Vandaag reed ik er weer eens langs, op de A59 van Den Bosch richting Oss-Oost.
Hij boft. In het zijspan kan hij er nog vandoor als de helft van de veestapel geruimd moet worden
Hij ?? Een koe is een vrouwtje. Of moeten we hier ook al genderneutraal gaan denken ? Dan is het een “rund met uiers”.