In de jaren 60 had Renault een auto nodig die zowel mensen als goederen tegen zo laag mogelijke kosten kon vervoeren. Het doel was om de “Lelijke eend” van Renault te creëren. Hoewel de auto vanwege zijn hoekige vorm opviel, voldeed hij wel aan de wensen. Deze nieuwe verschijning werd in 1961 geïntroduceerd en de verovering van de Franse markt – en later die van Europa – kon beginnen!
Olivier kocht deze auto in Braine-l’Alleud, België. Zijn liefde voor “Lucienne” beschrijft hij als volgt:
De zoektocht
“Voor mijn eerste auto zocht ik naar een ouder model. De Renault 4 was de enige die binnen mijn budget paste. Tijdens de proefrit werd ik meteen verliefd en gaf ik haar de naam Lucienne. Ze had geen achterruitjes, was wit (blanc panda 348), had de kleinste motor van 845 cm³ met 34 pk en was de meest simpele uitvoering. De zitplaatsen waren niet meer dan een stalen frame met wat zittingstof. Maar ze had een praktische indeling en handige bergruimten. Lucienne is gewoonweg fantastisch!”
In redelijke staat
Olivier: “Ik kocht haar in een redelijk goede staat, maar ze had te weinig gereden bij de vorige eigenaar. Daardoor was de motor een beetje moe en haalde ze slechts 80 kilometer per uur. Na een grondige technische check en het vervangen van de ontsteking, reed ze weer als nieuw.”
Strijd tegen corrosie
Olivier: “Na zes jaar verscheen er roest op alle vier de spatborden. De bodem en de tank moesten worden vervangen. Tijdens mijn vakantie heeft mijn vader veel onderdelen vervangen en kreeg de auto een nieuwe verflaag. Het interieur bleef origineel, alleen de motorkap werd vervangen. Ik verzorg Lucienne met veel liefde en aandacht voor detail. Toen ik haar kocht, had ze zwarte bumpers, plastic spiegels en deurklinken, allemaal in slechte staat. Ik gaf haar een jaren 80 touch met de stickers op de voor- en achterruit. Er ligt zelfs een oude Michelin-kaart in een houder, een Renault vulpen, een ELF-parkeerkaart en een Renault-paraplu in de auto.”
Wij kwamen deze auto met Belgisch kenteken tegen in een klein dorpje in Normandië, Frankrijk, waar Olivier met vrienden vakantie vierde. Auto Motor Klassiek is ook in België een populair tijdschrift dat maandelijks bij velen op de deurmat valt. Olivier wilde het verhaal van zijn stalen vriendin Lucienne delen. Als u een bijzondere klassieker heeft en uw ervaringen wilt delen, horen wij dat graag. De verhalen kunnen zowel online als in het tijdschrift worden gedeeld met andere liefhebbers.
Vrijheid en blijheid
Voor Olivier betekent rijden pure vrijheid, en waar hij ook komt, in zowel België als Frankrijk, trekt Lucienne veel bekijks. Zijn belangrijkste ‘vitamine’ is A (Aandacht). Als Belgische lezer en fan van Auto Motor Klassiek is hij blij zijn verhaal te kunnen delen.
Ik heb vijf “4’tjes” gehad, 3 TL’s (850 cc motor) en 2 GTLS (1100 cc motor), waarvan de laatste 3 op LPG. Het is voor mij de auto van de na-oorlogse periode: betrouwbaar ( 1 van de 5 heeft me een keer in de steek gelaten in de 13 jaar dat ik in een R4 heb gereden) , uiterst functioneel (met 2 kinderen, een forse tuin, een actieve tentkampeerder), comfortabel, zuinig (1 op 22 benzine bij 80 km/u, overall 1 op 13 LPG). Inderdaad de eerste ruimteauto. Nadelen: Inderdaad de corrosie en de wat onderhoudsgevoelige elektrische installatie. De 2CV komt niet in de buurt (zeker niet met tegenwind!)
Roest, we hebben het over een Franse auto en het gaat meteen over vooral roest. De R4 roestte net als veel (de meeste) ijzeren auto’s in die tijd pleegden te doen. Einde discussie 😉
Naast de 2CV/Dyane was de R4/6 een comfortabele auto die op een zuinige en plezierige manier boeren, burgers en buitenlui heeft vervoerd. Voor de R4: de SUV van heden ten dage heeft in de basis de vorm van de R4.
Mijn broer, zaliger helaas, heeft van zijn eerste auto, een R4tje, een aantal gaten in de bodem eens “grondig” vervangen door er de deksels van de bekende “Vegters rolletjes blikken” in te popnagelen. Dit ging heel perfekt, een dikke laag Bitac er over heen, en gaaan. Zelf heb ik jarenlang een confrère of soeur van de R4 gehad. Een rode Eend. Ooit met een zware storm het dak eens verloren. Tot hoog in Noorwegen ermee gekomen. Alleen de bestuurdersstoel erin en gaaaan. Camper avant la lettre. Wat een belevenis. Het kon allemaal. Franse auto’s, voor het gemak èn comfort gemaakt. Dank. “Mille fois”.
Bij mijn weten was dit model zonder de achterste zijruitjes een Renault R3, het instapmodel met een kleine motor en verder heel basic.
De Renault R3 is slechts een jaar geproduceerd en dus heel zeldzaam.
Als Eendrijder noemden wij de R4 de Nep-eend. Maar het was een echte auto, waar je met de 1972 versie al 120 km/u kon kruisen op de autoweg. Weinig herrie, zelfde benzineverbruik, zelfde aanschafprijs, betere kachel.
Ja, wat kies je?
Een ( helaas overleden) vriend was aan het verbouwen toen hij 400 kg kiezelstenen nodig had. 8 zakken van 50 kg in de r4 fourgonette geladen en op weg. Achterste een fractie van de grond, maar 6 km verder wel thuis geraakt. Gans de verbouwingsperode gebruikt als ” vrachtwagen “. Dikke lol!
Ik vroeg aan mijn moeder zaliger ooit waarom we een eend hadden en geen R4. Omdat de R4 een arbeidershuisje is, was haar antwoord. Dat klopt, de eend is bourgondisch.
Maar inmiddels is arbeidershuisje ook best een geuzennaam. En kijk: de SUV’s van vandaag hebben de basislijn van de R4.
Kan me het introduktIejaar 1961 nog goed herinneren. In Utrecht (landelijk?) hadden ze een promotiestunt bedacht door studenten met R4s door de stad te laten rijden. Die kon je dan aanhouden voor een proefrit.
Mijn R4 Export vond ik qua concept briljant, met wat kleine nadelen. Als je niet door de stoelen zakte moest je wel regelmatig de vastgerotte achterremmen losslaan. En het aandrijfasverbruik was berucht. Ze braken bij een hoog koppel, dus een laag toerental en daarom dorst ik het wel aan om er mee door te rijden tot ze de geest gaven. Met achterin een paar ruilassen was je dan redelijk snel weer op weg. Slecht 2 keer hoeven toe te passen.
Rootselaar was het toenmalige renault dealer …
Eenzelfde exemplaar met wel achterste zijruiten voor 50 zuivere harde guldens via mijn vader ( toenmalig werkzaam bij Renault Amsterdam dloterdijk …naam ff kwijt verkregen… Was 1 van m’n eerste auto’s waarvan ik de mooiste en meest niet te verzinnen avonturen heb beleefd!!! Inmiddels zo,n 100 verschillende auto’s verder waarvan ik deze meest goedkope telkens weer als anekdote aanhaal ;-p
Volgens mij zijn die zonder achterruitje nooit geleverd in Nederland. Misschien alleen als wegenwacht auto.
Die van mij was uit 1969. Groot probleem was toen dat de aandrijfassen nog wel eens vervangen moesten worden.
Werden ingenomen door de garage en gereviseerd dacht ik.
Mijn vader heeft er 4 gehad, een was zo slecht op gegeven moment dat die maar in de tuin is begraven..
De sloop wilde het ding alleen met geld toe hebben..
Bij mijn weten ligt ie er drie eigenaren verder nog..