Niet alledaags. Dat is slechts een understatement voor de Panhard 24 CT, die deze maand in Auto Motor Klassiek is beschreven. In meerdere opzichten is de auto uniek. Hypermoderne vormgeving, en oog voor detail gaan samen met de doorontwikkeling van de luchtgekoelde Panhard twee cilinder motor. Wij zagen een bijzondere cocktail en genoten ervan.
De Panhard is van Nico van Kraaij, een man met een bijzondere voorliefde voor specifieke techniek en ontwerp raffinement. Niet voor niets heeft hij al járen de Panhard 24 CT in eigendom, een mooi en heel vroeg exemplaar dat door zijn kleurstelling de fraaie tekening nog verder versterkt. Nico vertelde veel over de Panhard. Over de techniek, over de eigenschappen, over het ontwerp, over hoe zijn affectie voor de producten van de oudste Franse automobielfabrikant ontstond. En wij verdiepten ons daar uiteraard ook grondig in.
Veelbewogen en uitgebreide geschiedenis
Over de geschiedenis, de eigenschappen, de bouwconstructie en de erfenis van de Panhard 24 CT valt sowieso heel veel te vertellen. Zoveel, dat er heel veel tijd zat in het bijschaven, toevoegen en corrigeren van het artikel. We beschrijven ook de oorzaken van het einde van het laatste Panhard automodel. Ook het ontstaan van de Panhard 24 is uitgelicht. En wij geven het antwoord op de vraag waarom er geen vierdeurs berline met viercilinder motor kwam. Met de wetenschap van nu zou dat een waardevolle aanvulling zijn geweest op het merkportfolio van de toenmalige eigenaar, toen golden doorgaans toch andere wetten bij automakers, die hun financiële positie ook voor de toekomst wilden verankeren.
Fraaie eigenheid zorgt voor zonnestraal
Binnen de enigszins sombere weersomstandigheden van de reportage dag fleurde de Panhard 24 CT het straatbeeld op. De Franse klassieker deed dat in combinatie met de amechtige klanken van de M8S Tigre motor. Een bijzondere ervaring. De 24 CT toonde hoe fraai eigenheid zich kon ontwikkelen. Nog altijd tot genoegen van Nico van Kraaij, die zijn Panhard voor het eerst na de winterpauze weer tot leven wekte. Hierna gaf hij de fraaie 24CT goed de sporen. Glijdend over de weg leek de zon door te breken, het was een genot om die aanblik te mogen ervaren.
Kennismaking met 24 CT en ontdekkingstocht
Steeds meer werd duidelijk waarom de Panhard 24 CT anno 1964/1965 hoog in de boom zat qua aanschafprijs. Hij was binnen de prijscategorie tussen 10000 en 12000 gulden een curiosum. Het ontwerp vernuft, de fijne mechanica en tal van handige toepassingen werden bij Panhard samengesmolten met een gestrekte en fraaie aerodynamische vormgeving. Je kijkt je ogen uit, en de kennismaking met de Panhard 24CT laat zich het beste omschrijven als een ontdekkingstocht die steeds weer nieuwe zaken aan het licht brengt. Een ontdekkingstocht bovendien, die door de fabrikant van deze illustere auto niet mocht worden voltooid.
Mythische auto in een verslag van 8 pagina’s
Daardoor zal het altijd een mysterie blijven hoe Panhard zich had ontwikkeld als het de vrije hand had gekregen van eigenaar Citroën. Maar dat maakt de Panhard 24 CT en zijn broertjes nog meer mythisch. Want mythisch en bijzonder, dat was hij al tijdens de productiejaren. Wij zijn blij dat wij het mochten ervaren tijdens de reportage dag. Een indrukwekkende dag, die leidde tot een verslag van acht pagina’s.
Ook interessant om te lezen:
– Citroën en de zwanenzang van Panhard
– Constructeur Pierre Tissier. Supersize ma Déesse
– Panhard 24 CT Coupé, tijdloze lijnen
– Panhard PL 17 in aanbouw, de Panhard PL 17 van Evert-Jan Bout
– Bond Equipe GT (2 + 2). Fraaie en zeldzame fastback met Triumph genen
Bin ein grosser Fan vom Panhard 24. Diese Linie ist wirklich sehr sensuell. Schade hatte Panhard nicht das Geld für einen Viertürer. Bin mal mit einem 24 mitgefahren, wobei mich der Klang des Motors etwas enttäuscht hat. Ein 2-Zylinder Boxer passt gut in den 2CV, Ami, Dyane und Visa. Im 24 wäre ein munterer 4-Zylinder besser gewesen.
Altijd een begeerlijk mooie auto gevonden.
Eind 60er jaren was ik ook daadwerkelijk, met een vriend, onderweg om er een, een rode, te kopen.
Nu had die vriend een GSM die ik graag wilde hebben maar hij niet kwijt wilde.
Ik had er vaak om gezeurd maar geen schijn van kans tot hij onderweg ineens zegt, als jij nou die GSM neemt koop ik die Panhard.
En zo is het gekomen dat ik er nooit een in bezit heb gehad.
De duurste tweecilinder ter wereld was inderdaad uniek (torsiestaaf-klepveren!) maar ook een doodlopende weg. Hoewel de Panhard lang niet slecht presteerde en de vierdeurs PL17 zelfs als taxi werd ingezet. De modelpolitiek van moederconcern Citroën wilde geen beter gemotoriseerde concurrent in huis, geen vierdeurs die de ID/DS-klanten weglokte, de Panhard was duur om te produceren, klanten kochten voor zulke fikse bedragen toch maar liever een Peugeot 404 of Opel Rekord 1900S Coupé in plaats van auto met een 850cc tweecilindermotortje en zo ging in 1967 uiteindelijk de stekker uit het oudste nog bestaande merk van Europa. Als consumentenauto welteverstaan, want Panhard maakt nog steeds legervoertuigen.