In deze rare tijden is niets meer zeker. Laat staan dat we weten wat er over 25 jaar aan de hand is. Misschien vieren we de 24ste sterfdag van Putin. Mogelijk belooft het kabinet Rutte 11 een nog nieuwer elan. Misschien is Auto Motor Klassiek het enige klassiekerblad dat nog gewoon los te koop is, terwijl de abonnementskosten nog steeds ongelooflijk laag zijn.
En misschien zijn de 125 cc Honda CBF en de ook 125 cc Mash uit 2014 en 2017 dan wel geheide klassiekers. Ze zijn in elk geval heel zuinig met dat fossiele spul dat nu ‘benzine’ heet, maar dan gewoon ‘accijns’ genoemd wordt. Laten we eens gek doen. Laten we in de toekomst kijken.
Honda/Japan: Made in India (nieuwprijs 2022: 3.350 oude euro’s)
Omstreeks 2015 waren er in West-Europa, Scandinavië, de Verenigde Staten en Canada motorfietsen te koop die elektronisch afgeregeld 299 km/u snel waren. Dat was een zinloos achterhoedegevecht in een wereld waar 120 km/u zo’n beetje de hoogst toegestane snelheid was. Die machines werden op de weg gehouden door talloze elektronische systemen die niet alleen de topsnelheid bewaakten, maar ook het vermogen en koppel in de eerste drie versnellingen beperkten. Er was een opleving van motorfietsen die leken op de klassieke motorfietsen uit de periode 1970-1980. Maar de mondiale motorproductie? Die draaide op goedkoop vervoer voor de massa. De massa bulkte niet van het geld. Daarom liet het ooit uit Japan afkomstige Honda zijn ‘kleintjes’ massaal in lage loonlanden maken. Deze Honda CBF 125 is ‘Made in India’. En dat zie je er – zeker nu – aan af. Hier was een fiets als de CBF 125 gedacht om de harten een massa jeugdige motorrijders te veroveren. Die doelgroep bestond niet. Daarom zijn deze Hondaatjes hier best zeldzaam.
Mash/Frankrijk: Made in China (nieuwprijs 2022: 3.199 oude euro’s)
Indertijd waren motorfietsen uit China op het kantelpunt van ‘verdacht’ naar ‘de norm’. De kwaliteitseisen die de Franse fabrikant Mash aan zijn producten stelde – en dat de Mash motoren nadrukkelijk als Frans product in de markt werden gezet – hielp daar erg aan mee. Ten eerste is de Mash 125 gemaakt op de afmetingen van midden Europeanen. De bouwkwaliteit is overtuigend en de zwaar verchroomde metalen tankdop ligt overtuigend in de hand. Wat tekenend voor zijn tijd is, is dat de eencilinder onder de Mash een (van injectie voorziene) kloon is van het 125 cc Suzuki GN125 blokje uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. Aan de buitenkant heeft de Mash eencilinder de jaren beter doorstaan dat het Honda krachtbronnetje. Maar in zijn loop is de Suzuki kloon wat primitiever… mechanischer. Aan de buitenkant heeft de tijd geknaagd aan de kunststoffen delen van de Honda (en aan het schaarse chroomwerk).
Rijtechnisch is de Honda comfortabeler
Alleen de hoge kont maakt het opstappen voor sommigen wat moeilijker. De gewoon klassiek gestileerde Mash pakt daar de punten. Met het blokje hoog in de toeren kun je met de Mash lekker skelteren. De vering en demping zijn bijna stug. Het gecombineerde remsysteem werkt baldadig rijden in de hand.
Qua topsnelheid (zo’n 100 km/u gaat, maar 80+ gaat beter) ontlopen deze lichte motorfietsen elkaar niet veel. Autosnelwegen met hun toegestane topsnelheid van 85 km/u zijn voor deze machines verenigbaar. Maar op secundaire wegen voelen ze zich beter op hun gemak. Als het op brandstofverbruik aankomt, drinkt de Honda bijna 1 op 40. De Mash verstookt elke liter over zo’n 30 km.
Naast elkaar zien we de Honda als een goedkope motorfiets die het ‘bij ons’ nooit gered heeft, maar mondiaal in massa is verkocht. Want: lichte motorfietsen waren en zijn vervoer voor de (Aziatische, de Indiase en Afrikaanse) massa. Een instapmodel voor hier lokale indertijd jonge motorrijders. Die doelgroep bestond hier alleen theoretisch. De Honda kostte voor wat hij was serieus geld en de gedroomde doelgroep had het leven met de smartphone verbonden.
Het nu mondiaal zo succesvolle Mash zette met de 115 cc (in diverse uitvoeringen) goede en mooi afgewerkte motorfietsjes met een retrolook in de markt. Dat waren motorfietsjes die de toenmalige generatie oudere motorrijders erg aansprak en die de schaarse jongeren, die een onbevangener kijk op Chinese producten hadden dan de generatie daarvoor, zeker qua prijsstelling beter aansprak dan de Made in India Honda’s. Net als ooit bij Honda is het succesverhaal van Mash gebaseerd op het initiële succes in het lichtste segment.
Meer verhalen over klassieke motoren via deze link.
Hey , ik heb naast een bmw r 100rs , en Honda ntv 650 een een Honda cb 125 f.
Enne ik geniet er wel van. , brommerrijden pur sang
En ook geen zorgen om die zotte brandstofprijzen. 2 liter / 100km
Miijn bmw r 100 rs rij ik met mondjesmaat deze dagen ..😀
Ik heb wel wat met underdogs; of het nu onbekende (onbeminde?) merken zijn zoals oostblokkers, of een kleintje-motor met een sub-500cc blokje.
Heerlijk tokkelen en onthaasten op je rondje door het dorp en zijn omgeving.
En dan net als vroeger in het pré-snelweg-tijdperk gewoon binnendoor; je komt er wel…geen haast.
Wellicht de aller-laatste motorfiets wanneer zelfs de Lodola te onhandelbaar wordt. Daarbij vermoed ik een electrische démarage. Goed voor de supernarché of de dépanneur. Nadeel is wel dat ‘de jeugd’ interesse zou kunnen hebben: zou er op het einde dan toch een ketting aan de geparkeerde motorfiets moeten…..
Bij nader inzien dan toch maar niet. Of een zo mogelijk nóg lelijker lellebel. Want mooi door lelijk gaat m.i. hier niet op.