Onze leeftijden in aanmerking genomen moeten we een heel stuk geschiedenis delen. We waren enorm jong, hadden heel weinig geld en wilden motor rijden. Dat begon voor mij als MTS’er met de aanschaf van een Norton 88 voor 75 gulden. Dat ding stond met een onbetaalde factuur – hoewel: bij Van den Brom ging er niets op factuur. Hij was gemeenteambtenaar en zat structureel in de ziektewet. Oude tijden dus.
En hij beunde dag en nacht aan Alle Ouwe Motoren van alle jonge motorrijders uit de buurt. Het was een afgekloven bolknaks etende, wat compacte man in een kakikleurige overall. En het was zo’n smurf die aan alles wel een seksueel getinte draai kon geven. De Echte Henk Kenners maakten doordacht gebruik van zijn seksuele frustraties. Zo nam Rutger zijn nichtje Sonja mee toen er aan zijn AJS gesleuteld moest worden. Sonja had heel lange benen en een heel kort rokje. Nadat ze zich had gebukt om een boutje op de rapen bood Henk Rutger aan om de AJS twin een uitgebreide grote beurt te geven als Sonja nog eens wat op wilde rapen. Dat kon toen nog in die oude tijden.
Daarna verdween hij vijf minuten en kwam hij bezweet maar opgelucht terug in de garage. Henks vrouw zag er altijd wat bozig uit trouwens. Mijn Norton kwam zonder papieren. Maar mijn grootmoeder had agenten in de kost en de latere rechercheur Jaap van M. (zijn vriendin had een jaar in Canada gewoond en sprak dus alleen nog maar Nederlandse met een loodzwaar Engels accent) was zo vriendelijk uit te vissen op wiens naam het kenteken van de Norton stond. Privacy was dus ook al in oude tijden meer dood dan we nu denken. Zo kwam ik in een van de meer duistere buurten van Utrecht terecht waar de aanstaande ex-eigenaar van de Norton nog steeds aan het wennen was dat hij feitelijk geen motorfiets, maar wel een dochtertje had.
Ik bood hem twintig gulden voor de papieren van de Norton. Zijn vriendin zei: “Dat is goed”. Dan zit je dus opeens met een ouwe Norton waar je veel meer aan moet sleutelen dan dat je aan je Zündapp moest doen. Sleutelen aan de Zündapp deed je om hem sneller te maken. Sleutelen aan de Norton deed je om het ding lopend te houden. In de tussentijd werd er een rijbewijs gehaald. De ritten werden langer. De Norton werd voor maar liefst 400 gulden verkocht.
Er kwamen andere motoren. Maar het sleutelen in die oude tijden bleef totdat er een BMW R60 kwam. Dat was een 12V ex-politiemotor. Toen die geruild werd tegen een Triumph T150 V begon het sleutelen weer. Maar intussen gingen veel andere mensen recenter Japans rijden en werd sleutelen toch vaker iets om uit te besteden aan vaklui. Intussen rekent een beetje serieuze BMW-dealer € 100 ex. voor een werkplaatsuur en zijn er plenty motorrijders die over hun motor alleen weten wat de financiering ze per maand kost. Daar is niets mis mee. Ze rijden zorgeloos. En als hun speeltje eens stuk gaat dan hebben ze mobiliteitsgarantie. Heel anders dus dan in oude tijden.
Rond die tijd kwamen er de eerste retromotoren en leek het leven weer wat overzichtelijker te worden. Motorfietsen begonnen in elk geval weer op motorfietsen te lijken, zoals in oude tijden. Zo konden old-skool rijders met een versleten kickstartknie zich toch weer op weg begeven op motoren waarop ze zich niet voor schut voelden rijden. En ook jongere motorrijders pikten het retroconcept op. Zelf liep ik tegen een 125 cc Mash op. Bouwjaar 2017. Met de looks van negentien 65. En een Suzuki GN125 kloon als motorisering. Het ding deed het niet. En in 2017 lag dat naar ik denk voornamelijk aan de scharrige beveiligingsschakelaars op de jiffy en de koppeling.
Dat soort bemoeierij is gelukkig makkelijk te overbruggen. Mash blijkt een Frans idee dat in China onder Frans toezicht op de wielen wordt gezet. Het merk zit (nog) niet op officieel Japans niveau. Maar het is aanzienlijk beter dan mijn bastaard Ural met 750 cc zijklepblok. Intussen heb ik ontdekt dat er een online Mash ‘comunity’ is. En dat is voor mij een soort ‘sentimental journey’. Een nieuwe Mash is niet duur. Een gebruikte Mash is goedkoop. Het dealernet is nog niet super fijnmazig en een Mash is – ook naar eigen ervaring – qua kwaliteit nog niet op het Honda-niveau wat nu eenmaal het ijkpunt voor betrouwbaarheid is. Doorgaans zijn de storingen aan een Mash overzichtelijk voor Ervaren Motorrijders. Maar het Grote Sleutelen zoals in oude tijden is nog niet waar alle Mash eigenaars aan toe zijn. De wens – of noodzaak – om zelf te sleutelen is echter bij Mash rijders m/v weer helemaal terug. Net als vroeger: uit noodzaak of nieuwsgierigheid. Het lijkt wel 1965.
De nieuwbakken generatie nieuwe motorrijders op retrofietsen leert echter snel bij. Want tegenwoordig hebben we internet en youtube. En zo gaat het toch helemaal goed komen met de betrokkenheid van de doorgaans best jonge Mash rijders M/V etc. Dat stemt me nostalgisch tevreden. Alleen als ik het bedradingsschema van mijn Mash vergelijk met het schema van mijn 750 cc zijklepper uit 1965? Dan wordt het me toch weer wonderlijk te moede.
Wat vind jij van het idee om aandacht te geven aan die retro lookers? De instant klassiekers? De afhaalchineesjes? Het meeste van dat spul is in elk geval gebaseerd op Honda/Suzuki/Yamahatechniek uit de jaren tachtig van de vorige eeuw. Ze zijn niet duur tot erg goedkoop. En er kan weer gesleuteld worden, zoals in oude tijden.
Ook wij kwamen bij Henk vd Brom.
Ik vond het er, als kind zijnde, altijd erg gezellig in de garage.
En hij hielp iedereen, behalve als je een grote bek had, dan had hij het gewoon veel te druk, en geen tijd.
Zijn Opel smeerde hij voor de winter altijd in met verlopen olie aan de onderkant.
Jaren later reed hij nog met dat ding., kwam hij nog bij mijn ouders.
Ik was toen al lang de deur uit.
Zijn vrouw was idd niet heel gezellig, daar had hij het moeilijk mee.
Je kon precies merken als hij weer eens ruzie met haar had, dan stotterde hij veel meer dan anders.
Ik zou niet eens weten of hij nog leeft, heb geen contact meer met mijn ouders..
Ik vond het altijd een heel aardige man met veel humor.
Zulke mensen, die alles kunnen repareren, zijn er niet veel meer.
Van grasmaaier tot motorfiets, hij kon alles maken als het stuk was.
In 1965 kocht ik (wel mijn vader eigenlijk) een ex-politie bmw r51/3. Die hadden hem weg gedaan omdat de verf op de koplamp was door gepoetst, je kon de witte grondverf zien. Hij liep als een naaimachientje, tot een paar jaar later een nokvolger het begaf ergens in Oostenrijk. Toch kwam ik er nog mee thuis. Nam de motor apart en sleutelde hem weer in mekaar met behulp van een ex-bmw monteur aan het andere eind van de telefoon. Hij heeft het nog jaren prima gedaan, tot ik hem inruilde voor een Hillman Minx. Die had een achterbank waar je op kon vrijen met het vriendinnetje. De BMW had dat niet.
Grappig. Mijn eerste “zware” was ook een ex-politie R60, met die bult op de voordeksel om de grotere dynamo te huisvesten. En een aangepaste kickstarter. Ook grappig: die dingen hadden een “nul” carter; geen gietafwijking dus voor de tandwieloverbrenging naar de vervroeger en diens familie. Kwaliteit!
Mijn motoren zijn, op een enkeling na, van het type ‘sleutelen en rijden’.
Ik heb er vrede mee, dat is onderdeel van de hobby.
Als ik het zat ben pak ik m’n ‘starten met een knoppie’- Vif..ook wel eens fijn..
Rauwe nagels, olie op de vloer, vettige steeksleutels en velloze vingerkootjes…lekker man. 👍
Ik heb (naast een aantal “echte” moto’s en een 600c-scooter) zo ’n Mash 75 125cc.
Heerlijk brommertje om rustig te tuffen (alhoewel: je kan rustig volgas geven zonder als een idioot rond te vliegen, en dat is ook wel eens een opluchting) !
Ik ben er nu mijn dochter mee aan het leren rijden ! Heel hanteerbare en niet-intimiderende startersmoto, maar ook om vlug even naar het dorp of zo te rijden :-).
EN nog met een carburateur en handmatige choke (bouwjaar 2016) !
Ik twijfel tussen sneutimer en foptimer.