Opel Senator – Klasse voor de gewone klasse
Laat bij verstokte autofielen de naam ‘Opel Senator’ vallen en er volgt een reactie in de trant van ‘o ja, mijn guilty pleasure’. Hij snijdt als een bliksemschicht door je ziel heen, ook al heb je niets met het merk. Jarenlang lijkt de limousine uit Rüsselsheim vergeten. Maar nu begint de belangstelling voor de A-generatie hand over hand toe te nemen. Dat vraagt om een nadere beschouwing.
Tekst & fotografie: Aart van der Haagen, archief
In de jaren zestig, zeventig, tachtig en negentig waren Opels de lievelingen van het Nederlandse publiek. Maar het succes van de archetypische burgermansauto’s begon zich in de nieuwe eeuw tegen het merk te keren. Plotsklaps wilde het grote publiek niet meer geassocieerd worden met het volkse imago en zocht het bij andere volumemerken. De grijze middelmaat keek weg van de spiegel die Opel hem voorhield, zogezegd.
Dat straalde ook af op de klassiekers, uitgezonderd kanonnen als een 1900 GT, een Ascona en Manta 400. Bovendien kwam het herziene belastingstelsel voor oldtimers bijzonder ongelegen voor een grote, zware sedan als de Opel Senator, die met zijn gulzige brandstofconsumptie om LPG schreeuwt. Althans, in de optiek van de zuinige Hollander.
Positieve vlucht
Opmerkelijk genoeg neemt de interesse voor deze limousine – en zijn coupébroer Monza – de laatste jaren een positieve vlucht, wat zich reflecteert in een significante waardestijging. Autoliefhebbers kunnen hun heimelijke verlangen naar het elegante, statige model met weelderige velours bekleding blijkbaar niet meer onderdrukken. Kers op de taart bij de Opel Senator vormt een soevereine zescilinder lijnmotor, onverwoestbaar geconstrueerd.
In de openbaarheid
Met zo’n exclusieve sedan uit Rüsselsheim verwerf je een even stijlvolle als robuuste klassieker, die fatsoenlijk of zelfs pittig presteert. Tevens bijzonder goede rijeigenschappen heeft, een riante mate van comfort biedt en – in de meeste gevallen – de oren verwent met de zuivere klanken van een zescilinder lijnmotor. Qua binnenruimte loopt de Opel Senator niet weg bij een Rekord E, maar het is in de cabine met zijn gerieflijke stoelen goed toeven en bagage vindt altijd wel een plekje in de 500 liter metende kofferbak.
Misschien ook interessant: Opel Kadett GT/E. Zeldzame en gepeperde coupé
Technisch zal de Opel Senator niet gauw met nare verrassingen op de proppen komen, tenzij de vorige eigenaar hem danig heeft verwaarloosd, wat over het algemeen al aan cosmetische zaken af te lezen valt. Maar roest geldt wel als een grote vijand van de Senator en echt niet alleen bij de vroege typen uit de jaren zeventig. Toch brengt de auto het er op dat front nauwelijks slechter af dan veel concurrenten. Nu de belangstelling voor deze Duitse limousine groeit en de prijzen stijgen, wordt het wel tijd om de guilty pleasure eens in de openbaarheid te brengen en toe te slaan. Immers, spijt komt altijd te laat.
Op een gegeven moment paste Opel een CX snuitje toe. Vooruitziende blik?