Onlangs zagen we een tot in de puntjes gerestaureerde Citroën 2CV AZL uit 1956 en spraken de trotse eigenaar die vertelde er jaren mee bezig te zijn geweest.
“De auto is van een wrak weer helemaal teruggebracht zoals-ie in juni 1956 de fabriek uit kwam rollen” liet hij vol enthousiasme weten. Helaas, het overigens prachtige wagentje was groen van kleur… De 2CV was altijd grijs. Pas in 1959 kon de koper eventueel een lichtblauwe kopen… De auto was ‘groen’ toen deze meneer ‘m kocht. Hij dacht dat dat grijs de grondlaag was… In grote lijnen nemen wij, ter voorkoming van mogelijke ‘fouten’ de specificatie van ‘De Eend’ even met u door. Vanaf 1954, het jaar waarin de introductie van de 2CV AZ plaatsvond. Een grotere motorinhoud van 425 cm3 en 12 pk onder het gaspedaal(tje) waardoor een topsnelheid van 80 kilometer per uur gehaald kon worden. Het woord ‘haast’ moest nog uitgevonden worden… En niet te vergeten achter de achterdeur geplaatste knipperlichten. Ook het interieur was aangepast. In plaats van grijze canvasbekleding, nu een soort van Schots ruitje op voorstoelen en achterbank. In 1956 volgde de 2CV AZL waarbij de ‘L’ staat voor ‘Luxe’. Kachel en voorruitontdooier, een aluminium strip over de motorkap en keuze uit diverse soorten bekleding. In 1958 werd het hele roldak – dat tot aan de achterbumper reikte – vervangen – hoewel in 1957 al een optie op de AZL – door een metalen kofferdeksel en een glazen achterruit. In 1959 tenslotte kon naast het ‘standaard grijs’ de keuze gemaakt worden te gaan voor lichtblauwe lak op de koets… In 1960 onderging de 2CV een facelift, de ‘ribbel’ motorkap was vanaf dat jaar geschiedenis.
Foto: De eerste 2CV’s waren alleen maar in grijs leverbaar…
Ach, in 1980 kon ik op de accessoirelijst nog steeds alleen maar een asbak aanvinken als extra op mijn 2CV6 ‘Club’…