Deze nieuwe auto’s van 1976 worden dit jaar veertig

Het nieuwe jaar is inmiddels een paar dagen onderweg. Het gegeven biedt ons een mooie aanleiding om eens een aantal belangrijke nieuwe modellen uit 1976 op een rij te zetten. De jubilarissen worden in 2016 oldtimer in ons land.

De productiestart van misschien wel de belangrijkste auto uit de historie van het premium segment noemen stamt officieel uit november 1975. We noemen deze auto toch, want op 22 januari 1976 onderging de Mercedes-Benz W123 echter zijn persintroductie. Tot op heden is de Strich 8-opvolger de bestverkochte Mercedes-Benz uit de historie. Hij was leverbaar met vier- en zesclinder benzinemotoren en met vier- en vijfcilinder diesels. De sedan verrichte de aftrap. De Limousine, de coupé en het nog altijd fraaie T-Modell volgden enkele jaren later. Aanvankelijk ontstonden er enorme wachtlijsten. Enkele jaren later- in 1980- werd hij zelfs de bestverkochte auto in de Bondsrepubliek Duitsland. In 1985 werd hij afgelost door de Mercedes-Benz W124. Audi lanceerde na de zomer van 1976 de tweede generatie van de 100. Hij debuteerde met twee vierclinder varianten. Een jaar later werd de Audi 100 werd de eerste auto uit Ingolstadt waarin een vijfcilinder motor werd gemonteerd en kwam de fraaie vijfdeurs Avant op de markt. Net als de eerste generatie vond ook deze “C2” generatie gretig aftrek, want het aantal geproduceerde exemplaren bedroeg in zes jaar tijd ruim 900.000 stuks. Porsche lanceerde als “Einstiegsmodell” de 924, de eerste creatie van “Zuffenhausen” met een watergekoelde motor voorin en het transaxle-principe. Tot 1988 werd hij in tal van varianten geleverd en uiteindelijk werd de gestroomlijnde Porsche, waarvan het carrosserieontwerp op het conto van Harm Lagaay kwam, meer dan 150.000 keer geproduceerd.

Razendpopulaire Fords
Ford lanceerde als antwoord op de Fiat 127, de Renault 5, de VW Polo/Audi 50 en de Peugeot 104 haar Fiësta, een nieuwe voorwielaangedreven compact met betrouwbare techniek. Het werd een geweldig succesnummer waarmee Ford Europa een nieuwe doelgroep met kopers aanboorde. Een scherpe prijsstelling, breed uitrustingsaanbod, dynamische rij-eigenschappen, praktisch gebruiksnut en een moderne lijn met een lage CW-waarde hielpen bij de totstandkoming van het succes.

Tot op de dag van vandaag vormt de Fiësta een uitstekend verkopend model van Ford. Ook de TC-generatie werd bij Ford vernieuwd. De Duitse Taunus en de Engelse Cortina groeiden sterk naar elkaar toe en werden vooral carrosserietechnisch onder handen genomen. Motorisch bleef er veel bij het oude, maar het nieuwe uiterlijk trok veel klanten over de streep.

PSA invloed
Renault lanceerde met de R14 een bijzonder vormgegeven auto, welke zijn plekje verwierf tussen de R12 en de R16. De R14 kende een nogal revolutionaire peervormige lijnvoering. De motortechniek werd in samenwerking met PSA Peugeot Citroën ontwikkeld. De vijfdeurs hatchback werd tot en met 1982 gebouwd en werd 999.250 keer verkocht. PSA Peugeot Citroën liet in 1976 een ander resultaat van samenwerking zien. Het schonk de wereld haar LN, een soort Peugeot 104 coupé met een aangepaste aandrijflijn uit de 2-cilinder modellen van Citroën. De bedoeling was om de 2CV naar de achtergrond te gaan verdringen, maar de Deux-Chevaux overleefde uiteindelijk de LN, voor wie eigenlijk niet meer dan een stief kinderlijke rol was weggelegd.

Alfasud Sprint, Lancia Gamma, Rover SD1
Italië bracht ook een aantal nieuwelingen op de been. De Alfasud kreeg een sportief vormgegeven broertje erbij: de Sprint, ontworpen door Giugiaro. Lancia baarde opzien door op de Salon van Genève de extravagante Gamma te presenteren, een prachtige sedan welke onder meer leverbaar was met een 4 cilinder 2.500 boxermotor. De “Berlina” kreeg gezelschap van een zo mogelijk nog fraaiere coupébroer.  Groot-Brittannië schonk de wereld een nieuwe Rover. De SD 1 maakte als 3500 zijn debuut en kenmerkte zich door een vijfdeurs koets met prachtige, gladde lijnen. Hij werd uitgeroepen tot Auto van het Jaar 1977 maar werd helaas het kind van de rekening. Stakingen, totaal verkeerde productieplanning, beroerd materiaalgebruik, slechte afwerking en erbarmelijke technische kwaliteit deden de reputatie geen goed. Concernzuster Triumph kwam met een totaal nieuwe, wigvormige TR7, welke werd voorzien van een nieuwe 2-literversie van de motor van de Dolomite.

Belangrijke Japanners, lang houdbare Amerikanen en…..
Het Japanse Honda, dat later nog een rol van betekenis zou spelen in de productie van de allerlaatste Triumph-personenauto, noteerde met de Accord Coupé een fraaie coupé met een moderne krachtbron en moderne Mac Pherson ophanging aan zowel de voor als achterzijde. Mitsubishi kreeg ondertussen ook steeds meer voet aan de Europese grond, en de doorbraak in de middenklasse werd geforceerd met de scherp getekende derde generatie van de Galant, ook wel bekend als de Sigma. Tot slot brachten de Verenigde Staten nog een paar nieuwelingen. De CJ-7 van Jeep bleek een uitstekende doorontwikkeling van het off-roadthema en werd uiteindelijk tien jaar geproduceerd. Ook de Chevrolet Caprice van modeljaar 1977 zag het kalenderjaar ervoor het levenslicht. Deze derde generatie veroverde een prominente rol binnen het verkeersbeeld in zijn thuisland. Ook in Europa stond deze auto symbool voor de jaren zeventig Amerikaan. De derde generatie bleek ook een bijzonder houdbaar te zijn, want pas in 1991 kreeg hij een opvolger. 1991 was ook het laatste productie jaar van de afgeleiden van een belangrijke Nederlandse nieuweling uit 1976: de Volvo 300 serie, welke als 343 zijn debuut maakte en ruim 1 miljoen maal geproduceerd werd. Hij vestigde definitief Volvo’s naam in de compacte middenklasse.