In maart 1977 toonde Mercedes-Benz op de Salon van Genève de nieuwe variant van de W123. De sedan van Mercedes-Benz was binnen een jaar bijzonder succesvol geworden en bood een uitstekende basis om meer varianten te ontwikkelen. De coupé vormde in 1977 de nieuwe variatie op het thema. De Mercedes-Benz C123 was in verschillende opzichten een uitgebalanceerde coupé.
Mercedes-Benz liet de persen in de aanloop naar de 1977 variant van de Salon van Genève- rollen en meldde de pers dat de nieuwe coupé een geslaagde verfijning was van de zo succesvolle sedan. Verder vormde de Mercedes-Benz C123 volgens de PR-afdeling van Mercedes het antwoord op de vraag naar zichtbaar elan en optische individualiteit.
Eigen gezicht
De C123 was duidelijk als coupé herkenbaar. De verantwoordelijken bij Mercedes-Benz benadrukten dat door te stellen dat de C123 een “op zichzelf staande creatie” was. De coupé was net als de W123 uitstekend geproportioneerd. Wél was de carrosserie vier centimeter lager dan die van de sedan. En dankzij de ingekorte wielbasis was de Mercedes-Benz C123 ook acht en een halve centimeter korter dan de vierdeurs versies van de Baureihe 123. De coupé-variant had daarbij in optische zin nog een belangrijk kenmerk dat het door Mercedes-Benz geclaimde dynamische profiel versterkte: de ontbrekende B-stijl. Daarnaast kende de C123 ook stijlkenmerken van de 280 en 280 E sedan modellen van de Baureihe 123. Alle leverbare coupé-modellen kregen eerst breedband koplampen, een verchroomde luchtinlaat in de voorkant van de voorruit en chroomstrips onder de achterlichtunits.
Verbeterde veiligheid
De nieuwe coupé kende qua veiligheid – vergeleken met de voorganger, de Strich 8 coupé – enkele belangrijke verbeteringen. Het inzittendencompartiment was vergaand verstevigd door de toepassing van de nog sterkere veiligheidskooi met verstevigde dakstructuur. Ook de profilering van de dakstijlen was verstevigd. Daarnaast waren de portieren versterkt en kreeg de gordelinstallatie een stevige plek op schouderhoogte. De kreukelzones aan de voor- en achterzijde werden eveneens verbeterd doordat toegepaste vernieuwing in energieabsorptie tot een beter gecontroleerde vervormbaarheid leidde, net zoals bij de W123. Nog een toepassing voor veiligheid: vanaf augustus 1980 was de Mercedes-Benz C123 leverbaar met optionele ABS.
Meerdere motorvarianten
In het begin leverde Mercedes-Benz de C123 in twee uitrustingsniveaus: de 280 C en de 280 CE. Deze vanaf april 1977 leverbare zescilindervarianten van de Mercedes-Benz C123 kregen al in juni 1977 uitbreiding van de 230 C met de M115 C23 viercilinder motor. In augustus 1977 werd – speciaal voor de Noord-Amerikaanse markt – de 300 CD geïntroduceerd. Deze dieselvariant werd uitgerust met de 5-cilinder 3.0 dieselmotor van het type OM617 D30. Die had in het begin een inhoud van 3005 cc en werd vanaf augustus 1978 verkleind naar een inhoud van 2998 cc. Die laatste cilinderinhoud vormde ook de basis van de vervanger van de 300 CD, die in juli 1981 het stokje overnam: de 300 CD Turbo. Ook die variant was voorbehouden van de Amerikaanse markt, waarvoor de C123 veiligheidsbumpers en anders vormgegeven koplampen kreeg aangemeten.
Nieuwe krachtbronnen komen, oude gaan
Ondertussen had de minst succesvolle variant van de Mercedes-Benz C123, de 280 C, in maart 1980 het veld geruimd. Wie voor een zescilinder C123 in de markt was bestelde vooral de versie met Bosch K-Jetronic: de 280 CE, die van het begin tot het eind in productie bleef. Ook de carburateur versie van de viercilinder variant, de 230 C, werd in 1980 vervangen. De 230 CE, met de nieuwe M102 E23 motor in combinatie met Bosch K-Jetronic en 2299 cc, nam het viercilinder stokje over.
Bijna 100.000 stuks
In de ruim acht jaren dat de Mercedes-Benz C123 werd gebouwd voerde Mercedes-Benz mondjesmaat detailwijzigingen door. De chromen luchtinlaten vervielen bij de herziening van september 1982. Ze werden vervangen door zwart uitgevoerde exemplaren. De toegepaste houtsoort voor het interieur heette vanaf 1979 Zebrano. De toepassing van de breedband koplampen bleef(behalve voor de Amerikaanse markt) bij de C123 daarnaast intact. In totaal bouwde Mercedes-Benz, van april 1977 tot en met augustus 1985, net geen 100.000 exemplaren van de fraaie coupé. De teller bleef steken op 99.884 stuks, waarvan 15.509 exemplaren voor Amerika werden gebouwd.
De 250 is in de W123 nooit als C geleverd, noch als CE. Het was ooit 230 C/CE en 280 C/CE. In de W114 wel als C/CE.
Volgens mij was er ook nog een 250 CE met zescilinder. Mijn vader overwoog nog de aankoop er van, maar is toen voor een sedan gegaan.
De 250 is in de W123 nooit als C geleverd, noch als CE. Het was ooit 230 C/CE en 280 C/CE. In de W114 wel als C/CE.
Ik heb een 280 en een 280 CE gereden, beide 4 jaren gehouoden en 150.000 Km per exemplaar.
Wel altijd garagegestald en ieder jaar bij een tectylbedrijf laten controleren en laten bijwerken, en in mijn tijd geen spatje roest te bekennen. Onderhoud is nu eenmaal behoud.
Ik had de 300 diesel 1979, 500000 km mee gereden, 2x motorrevisie, voorkamers spatten na 120-150000 uit elkaar maar Mercedes waarschuwde je niet hoor, bleek dit later veranderd te zijn en roesten als een malle, vooral onder die dikke plastic coating laag
2 motorrevisies is wel heel erg veel op 500.000 km, en dat voor een dieselmotor die door MB voor zijn lange levensduur bejubeld werd
Mijn vriendin Ann, kreeg zo een Diesel-Coupe voor haar verjaardag en moest daar uiteraard heel blij mee zijn. Ze woonden aan het water met wat flinke heuvels in de buurt ( Port Moody) en het
was bijna lachwekkend. Wel even erbij zeggen, dat voor het zeer korte Mercedes tijdperk, Madame in een Corvette en/of Caddy reed. Na de eerste rit, vraag 1 aan haar man was, waarom blijft de parking brake aanstaan? Mijn zus Sineke weet waar ik het over heb, en Annie heeft dat ding gedurende het eerste jaar een flinke schop gegeven. Zelfde auto 4 jaar verder, roest roest en nog meer roest, vooral over de achter wielkasten. Het was de verkeerde auto, op het verkeerde moment en absoluut niet berekend op een fikse Canadese winter.Je vraagt je af hoe de directie van MB tot zo een beslissing zijn gekomen?
Zéker Peter, e.a. ! En ik heb een originele Nl te koop, met aantoonbare km.stand, 6 cilindet, automaat, lpg nieuw, 98% full options,….. wat wil je nog meer….?
100.000 coupe’s C123 en 2,6 miljoen sedans W123 zijn er geproduceerd tussen 1976 en 1986.
Er zijn vandaag minder exemplaren bewaard gebleven als van bv de Volvo Amazon (2 miljoen exemplaren Amazon minder geproduceerd dan de 123, tussen 1957 en 1970)
Ik heb 15 jaar met het voorloper MB model gereden, de kwaliteit was niet slecht, maar ze waren ook niet gebouwd als bewaarauto’s.
Als je nog een zeldzame roestvrije C123 (of W123) vindt, komt het erop aan om de karosserie zeer goed in te vetten, want veel dubbel onbereikbaar plaatwerk!