in

Honda CB 360, nog niet erg geliefd

Honda CB 360

De Honda CB 360 … hekkensluiter zijn is geen reden tot historische waardering. Het is meer zoiets van : “Oh ja, die was er ook nog. Verder nog nieuws?” Vanaf 1969 waren tweecilinder motorfietsen eigenlijk allemaal gedateerd. Niet echt actueel meer voor dromers. Honda had immers de motor van de vorige eeuw gelanceerd? De Honda CB 750 was de norm der dingen. Daarna werd het alleen maar mooier met de Kawasaki Z900 en nu hebben we in een land waar je 100 km/u mag rijden de 200+ pk sterke Kawa H2 Turbo. Vooruitgang is vertederend.

De Honda CB 360 dus

Maar ooit waren tweecilinders de norm. Britse tweecilinders. Machines van maar liefst 650 cc. De Japanners konden zich er in vinden dat tweecilinders heel wat waren. Met de 444 cc Black Bomber reed je elke Britse 650 cc twin zoek. Zeker als er wat aan de vering en banden was gedaan. Want de Japanners moesten nog veel leren.

Het was in de tijd dat 350 cc motorfietsen nog ‘middelzware machines’ waren

Dus in de 250-350 cc klasse was er ook nog te verdienen. De twins die Honda daar in de markt zette waren hoogtoerige prestatiebeulen die feitelijk maar één pijnpunt hadden: de nokkenassen waren direct in het lichtmetaal van de koppen gelagerd. Dat vroeg om rustig warm rijden en regelmatig olie verversen. Anders ging de zaak stuk. Maar dat was zelfs toen al de schuld van de berijder.

Honda’s strategie was om een model zo scherp mogelijk in de markt te zetten

En dan bedoelen we technisch scherp. De introductiemodellen – en dat ging zelfs op voor de nu legendarische toerfietsen, de Goldwings – waren snel en levendig. Erg sportief. Daarmee zetten ze de reputatie. De latere modellen in de lijn werden tammer, zwaarder.

De van 1974-1976 gemaakte Honda CB 360 was een heel laat model

Eigenlijk een hekkensluiter binnen een traditie. In eigen huis moest de Honda CB 360 concurreren met de CB 350- viercilinder en de CB 400 met net zoveel cilinders. Hij moest daarin de rustige toer of woonwerkverkeersfiets zijn. Het blok was intussen getuned op smeuïg koppel over een breed toerental en de machine had vreemd genoeg een zesversnellingsbak. In Den Beginne had de Honda CB 360 gewoon trommelremmen. De tweecilinder leverde 34 pk uit 356 cc en woog droog 163 kilo. In de tank ging een liter of elf van de toen nog echte benzine.

Als je binnen een klasse zoveel modellen aan biedt, dan snij je in volumes

En dan vallen er modellen af. Waar de rood-crème-kleurige oer CB 350 een snelle, felle renner was, daar was de Honda CB 360 een wat gezapige wandelaar. De verkopen waren dan ook niet sky-high. De CB 360 was een mooi afgewerkte, degelijke, helemaal door ontwikkelde motorfiets. Maar hij kreeg de handen niet op elkaar.

Al toen de eerste eigenaars nieuwe baasjes voor hun keurige Honda CB 360’s zochten bleek dat ze ongeveer net zo goed in de markt lagen als vleugellamme postduiven. Er bleven er dus nogal wat onverkoopbaar. Ze sluimerden in schuren en garages. Want ach: je krijgt er niets voor. Maar hij staat niet in de weg. De wel verkochte exemplaren leden al snel onder het leed dat goedkope, weinig populaire waar treft: Verwaarlozing en mishandeling. Ze gingen dood.

Tegenwoordig zitten we in een vaag gebied waar met enige regelmaat nette tot mooie Honda CB 360’s worden aangeboden

En nu is er zowaar enige interesse. Maar of dat een goede zaak is? Anno nu heerst de trend van caféracers en scramblers en meer fantasievolle ombouwknutsels. Ze zijn als de eigenaar/bouwer geld heeft soms best mooi. Maar de Honda CB 360 komt vaak terecht bij mensen die wel de dromen, maar niet het geld of de vaardigheden hebben om zoiets te maken. En zo sterven er alsnog Honda CB 360’s een pijnlijke of smadelijke dood.

Als je dus tegen een nette Honda CB 360 aan loopt, dan moet je hem niet kopen, maar redden

Besef wel dat je bij de eerste serieuze aankoop van NOS kleurdelen of uitlaten wel het aankoopbedrag, maar niet de ‘waarde’ verdubbelt. Aan de andere kant zijn we u in een fase dat zo’n klassieker, zelfs als hij niet in zijn fabriekskleuren is gespoten, een glimlach waard is. Denk aan de CB 750’s met palmenstranden, piramides en palmen op de tank en deksels. Het is niet fabrieksorigineel. Maar hoogst nostalgisch. Mooi toch?

Aan de andere kant: een nette Honda CB 360? Daar rij je zomaar de maximaal toegestane 100 km/u mee. Daarbij is de uiterst beschaafde Honda een heerlijk gedateerde motorfiets die ook in een nette staat nog uiterst betaalbaar is.

MIS GEEN ARTIKEL MEER

REGISTREER GRATIS

EN WE STUREN U ELKE DAG ONZE NIEUWSBRIEF MET DAARIN DE LAATSTE VERHALEN OVER KLASSIEKE AUTO'S EN MOTOREN

Selecteer eventueel andere nieuwsbrieven

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Honda CB 360
Een nette schuurvondst
Honda CB 360
Nog een schuurvondst. Nu van vriend Alex Janssen

8 Comments

Leave a Reply
  1. Alleen wegdoen als je er zeker van bent dat hij overgaat naar een liefhebber. Ik heb ongeveer 10 jaar geleden een 360 gekocht. Daarna nog een rode en een oranje cb250 gekocht van het zelfde type. Heb deze motoren aangeschaft omdat deze motoren voor relatief weinig geld werden aangeboden en deze dan werden gekocht om vervolgens in onderdelen verkocht te worden. Jammer dat geld hierbij boven de historische waarde gaat. Ik heb er met mijn aankoop in ieder geval 3 weten te redden van de sloop en ik rijd hier nog altijd nog met erg veel plezier op.

  2. Ik heb een oranje nog volledig stock CB360 in mijn (verwarmde)garage staan. Bouwjaar 1976, gekocht in 1979, 5 dagen voor mijn 18e verjaardag en nog altijd in bezit.

    Na een paar jaar heb ik hem (of is het ‘haar’?) helemaal gereviseerd, frame behandeld met anti-roest verf, motorblok helemaal uit elkaar gehaald. De bovenste nokken van de kettingspanner bleken afgebroken, waardoor de kettingspanner los was komen zitten en wat aluminium van het kleppendeksel had weggefreesd. Dat was dus het ‘rinkelend’ geluid dat ik binnenin hoorde. Al dat aluminiumslijpsel was overigens netjes in het centrifugaal oliefilter/pomp afgevangen. Motorisch mankeerde er verder helemaal niets aan.

    Ik heb er nog een paar jaar met plezier mee rondgereden. Mijn herinnering is vooral dat de motor erg betrouwbaar was, liet je nooit in de steek. Er werd door bezitters van ‘echte’ motoren ten onrechte erg op neergekeken.

    Eigenlijk was de CB360 gezien mijn lengte (1,95m) net een maatje te klein, mijn knieën staken boven de tank uit. En je moest er niet mee op de snelweg rijden, want boven 120 km/u was de fut er wel ver uit. Met mijn lengte ben je natuurlijk een windvanger van jewelste. Uiteindelijk is de CB360 in de garage beland en daar niet meer uitgekomen.

    Heb het sindsdien niet over mijn hart kunnen verkrijgen hem weg te doen, of beter gezegd, vanwege het luttel bedrag dat je ervoor kreeg, zowat weg te geven. Bij de laatste verhuizing is hij dus gewoon mee gegaan naar het nieuwe adres.

    De CB360 staat nu overigens in die verwarmde garage heel gemoedelijk naast mijn CBX1000. Ik rijd nooit meer op, ook op de CBX niet, maar nostalgie doe je niet weg, want onbetaalbaar. Nadat ik ga stoppen met werken (over ong. 5 jaar) worden beiden grondig onderhanden genomen/gerestaureerd.

      • Great little summary of the state of the CB360. I had an orange one, exactly like your pictures, while a college junior/senior in 1985 and 86. It was fun and fantastic transportation. I have many great stories and memories from that bike! In fact, I recently bought one just like it, including color, and gave it to my 21 year old son to ride at college. He loves it. This is him riding off to school….

  3. Dit verhaal gaat voor meer fietsen uit dezelfde categorie danwel cylinderinhoudsklasse op, denk aan Yamma’s XS400 en 360, Suusjes GN250 en 400, en Kwaak ER250-jes…

    Er heerst nog immer het idee dat je ‘onder de 500′ met een kinderfiets onderweg bent, en zodoende niet voor vol wordt aangezien.
    En dat terwijl zo’n kwartlitertje-of-ietsjes-meer een heerlijke pruttelbrommert is voor ‘slands secundaire weggetjes..
    Of voor snel een boodschapje in de stad.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

The maximum upload file size: 8 MB. You can upload: image. Links to YouTube, Facebook, Twitter and other services inserted in the comment text will be automatically embedded. Drop files here




Nu in de kiosk

Bekijk de bijna veertig pagina's tellende preview via deze link of een klik op de omslag.

Het decembernummer, met daarin:

  • Alfa Romeo Giulia 1300 Super
    Erik van Putten verkent de tijdloze charme van de Alfa Romeo Giulia 1300 Super, met beelden van Bart Spijker en hemzelf. Het verhaal duikt in de wereld van Alfa-liefhebber Koen de Groot, wiens familie diep geworteld is in de Alfa Romeo-cultuur. Koens' bijzondere relatie met zijn Giulia, een auto die hij al jaren koestert en die binnenkort een indrukwekkende upgrade krijgt, wordt uitgelicht. De Giulia symboliseert autoliefde en erfgoed, een passie verrijkt door Koens vader Frans, een Alfa Romeo-expert en -liefhebber.
  • Dubbel Gebruikte Typeaanduidingen
    Peter Ecury ontrafelt fascinerende verhalen uit de autowereld in de 32e aflevering van zijn serie over dubbel gebruikte typeaanduidingen. Deze editie biedt een update over de geruchten rond Peugeot en Porsche en duikt in de geschiedenis van de typeaanduiding '142', gebruikt door merken als Volvo en Austin. Ecury bespreekt ook de evolutie van de term 'GT' en het controversiële gebruik van de letters 'SS' in autonamen na WOII, met voorbeelden als de Chevrolet Impala SS en de Alfa Romeo Giulietta SS.
  • Ducati 750GT, 860GT en 900GTS
    Hans Smid belicht de Ducati rondcarters, geproduceerd van 1972 tot 1974, die minimalistische schoonheid combineren met unieke techniek. Dit artikel beschrijft Ducati's innovatiedrang en de creatie van deze modellen, benadrukt de uitdagingen en kosten bij het verzamelen ervan, en toont Ducati's reis van bijna ondergang naar iconische status.
  • Horex Imperator
    Marina Block vertelt het verhaal van de Horex Imperator, een iconische motorfiets uit de jaren 50, bekend om zijn sportiviteit en geavanceerde techniek. Ondanks de sluiting van de fabrieken bleef Horex bekend, mede door stripfiguur Werner en recente heruitgaven. De Imperator, met zijn innovatieve parallel twin en bovenliggende nokkenas, inspireerde latere ontwerpen en wordt geprezen om zijn kwaliteit en design, ondanks beperkte verkoopsuccessen.
  • KlassiekerPost
    Lezers van Auto Motor Klassiek delen hun ontdekkingen en ervaringen. Eddy Joustra ontdekt een Peugeot 203 pickup in Heerenveen, terwijl Robert Reessink in Italië een unieke Moto Guzzi bromfiets fotografeert. Verhalen variëren van Chris van Haarlems Schotse scooteravonturen tot Bram Droogers vondst van een Rolls-Royce Corniche en twee FIAT 850's. Ben de Man vindt een bijzondere Chevrolet Step-Van in Nederland, en lezers delen correcties en aanvullingen op eerder gepubliceerde artikelen.
  • Nissan Silvia 1.8 Turbo
    Aart van der Haagen onthult de geschiedenis van een zeldzame Nissan Silvia 1.8 Turbo, oorspronkelijk als bedrijfswagen geregistreerd. De eerste eigenaar transformeerde de auto naar een gezinsvriendelijk voertuig, en Jan Manenschijn koestert nu deze ongerestaureerde parel met slechts 67.000 kilometer op de teller.
  • Peugeot 205-collectie Team VCC Twente
    Aart van der Haagen belicht de verzamelpassie van Team VCC Twente voor Peugeot 205-modellen. De broers Peter en Niek Olde Veldhuis verzamelden unieke exemplaren zoals de GTI en CTI, en zelfs een zeldzame 1.9 GTI Dimma. Hun collectie toont de transformatie van een ooit gewoon model naar een bijzondere klassieker.
  • Volvo en Klassieke Auto's
    Alain Pondman van Volvo Lotte spreekt over de echte waarde van klassieke auto's. Hij bekritiseert de trend van goedkope, slecht onderhouden klassiekers op Marktplaats, benadrukt het belang van het maken van herinneringen met oldtimers, en adviseert kopers om te investeren in kwaliteit en duurzaamheid.
  • Volkswagen Kever 1955 - Tweede leven
    Max de Krijger vertelt het verhaal van Hendrik Jan Hofman, een gepassioneerde Kever-restaurateur. Hofman bracht een zwaar beschadigde 1955 Kever weer tot leven met een toewijding aan perfectie en detail. Deze groene Kever, compleet met handgemaakte kinderstoel en open dak, weerspiegelt zijn vakmanschap. Hofman overweegt nu de verkoop van de Kever om zich op een nieuw project te richten.
  • KlassiekerPost
    In de KlassiekerPost-rubriek van Auto Motor Klassiek delen enthousiaste lezers hun unieke vondsten en persoonlijke ervaringen. Eddy Joustra stuit op een zeldzame Peugeot 203 pickup in Heerenveen. Robert Reessink legt in Italië een unieke Moto Guzzi bromfiets vast op camera. Chris van Haarlem deelt zijn Schotse scooteravonturen, inclusief een onverwachte ontmoeting met een Austin A30 op het eiland Skye. Bram Drooger spot een elegante Rolls-Royce Corniche en twee FIAT 850's. Ben de Man ontdekt een bijzondere Chevrolet Step-Van in Nederland. Deze rubriek illustreert de diversiteit en diepgewortelde passie van klassieke auto- en motorliefhebbers, met verhalen die variëren van lokale ontdekkingen tot internationale schatten. Daarnaast bieden lezers waardevolle correcties en aanvullingen op eerder gepubliceerde artikelen, zoals P.B.T.M. Matthijssen's input over de Ardie/Dürkopp Dianette, wat bijdraagt aan de rijke en veelzijdige inhoud van het tijdschrift.
  • Opnieuw bijna twintig pagina's korte berichten over van alles en nog wat, wat met klassiekers heeft te maken
  • En natuurlijk onze rubriek 'Klassiekertjes' waarin u lekker rond kunt shoppen op zoek naar uw volgende klassieker.

Het perfecte leesvoer voor een avondje of meer ongestoord weg te dromen. Hij ligt nu in de winkels. Een abonnement is natuurlijk beter, want dan mist u geen nummer meer en u bent nog eens veel goedkoper uit ook. Niet verkeerd in deze dure tijden.

Suzuki Fronte

Suzuki Fronte: Klein volgens toen

Chevrolet Impala

Chevrolet Impala, een bijzondere ervaring