De Ford Cortina’s waren Britse Fords en in mijn herinnering was het mooiste exemplaar dat van Corgi Toys. Dat schaalmodel had een luxe metallic lak en gefacetteerde koplampen. Net diamanten. Ik kreeg mijn Cortina voor Sinterklaas toen ik daar nog in geloofde.
Maar de 1 op 1 modellen werden in vijf generaties gebouwd tussen 1962-1982. En daar tussenin waren Cortina’s de best verkochte auto’s in Engeland. Na 1970 waren de Cortina’s bijna identiek met de Duitse Ford Taunussen. En dat was natuurlijk in Fords streven om meer eenheid in het Europese aanbod te krijgen.
Bedacht door een banneling
In Amerika was de Edsel daarvoor een enorme flop geweest voor Ford. Het project had kluiten geld gekost. Edsel ontwerper Roy Brown jr. werd daarom voor straf naar Engeland verbannen. Daar mocht hij geen kwalitatief dure, prestige uitstralende auto maken, maar moest hij iets simpels bedenken dat goedkoop en massaal geproduceerd kon worden. De nieuweling zou het moeten gaan opnemen tegen bewezen verkoopsuccessen als de Morris Oxford Farina en de Vauxhall Victor. De werknaam van het betaalbare project was ‘Archbishop’ en dat is toch best een paar treden hoger dan ‘koorknaapje’.
De voorwielaandrijving die de Duitse Ford makers voor hun Taunus P4 hadden bedacht werd in Engeland als zinloos modern gezien. Auto’s moesten immers de motor voorin en de aandrijving op de achterwielen hebben?! De Cortina en de Duitse Ford 12M kostten indertijd nieuw bijna hetzelfde: Zo’n 5.700 gulden. Ter informatie: in 1962-1963 was het bruto modale inkomen hier 8.000 gulden. Per jaar. De laatste Cortina 1200 cc Mk1’s werden helemaal kaal verkocht terwijl de strakker gestileerde MK 2 al leverbaar was. De instap-Cortina kostte toen f 5.999, een Hema prijsje.
De Cortina: een massaal succes
Nadat Ford Dagenham in vier jaar 12.000.000 pond had geïnvesteerd in het idee was het in 1962 zover. De auto die de ruimte tussen de Anglia en de Consul moest opvullen had een 1200 cc viercilinder van 49 pk. De Consul Cortina zoals de nieuweling toen nog heette was er ook met een 1498 cc blok van 58 pk en Fordrijders met sportieve ambities konden voor de door Colin Chapman geprepareerde Lotus versie van 1558 cc en 106 pk gaan. Die Lotus Cortina’s waren erg snel, maar gingen vaak kapot. De koppeling had het moeilijk, de synchronisatie tussen de tweede en derde versnelling uit de Lotus Elan bak ook. Het differentieel verloor de strijd ook vaak.
Lotus Cortina: Pas op voor namaak!
De Lotus Cortina’s waren niet alleen motorisch aangepast en de vraag is nu hoger dan de productie was. Bij diverse clubs zijn re-shells, repilica’s, fakes en clones dan ook een dankbaar onderwerp van gesprek. Koop daarom nooit een Lotus Cortina uit een emotionele opwelling.
Ford had in de jaren zestig en zeventig toch maar mooi en betaalbaar spul in de showroom staan, zowel uit Dagenham als uit Keulen. De Cortina Mk1 was niet veel duurder dan een Vauxhall Viva HA of een Opel Kadett A, maar was beslist een meer volwassen auto dan zijn GM-concurrenten.
Typisch Brits was de manier waarop de grotere broer van de Consul Cortina tot stand kwam: de Consul Corsair had dezelfde bodyshell als de Cortina maar een langere voor- en achterzijde. Daardoor was de wagen wat smal en had een flinke overhang, maar ook de Corsair was een heel knappe wagen voor zijn geld, met zijn Thunderbird-achtige puntneus.
Hartstikke leuke auto. Ik rij zelf in de voorganger, de Consul 315. De achterremmen daarvan trof je trouwens later in de Lotus Cortina aan.
PS
Ik heb nog een E113 versnellingsbak liggen
Als je abonnee van AMK bent heb je recht op elke maand een gratis advertentie. Dan kom je straks bakken te kort 🙂
De 1ste vanafprijs was 5.555 gulden