Onder grote belangstelling van de internationale auto pers werd in 1969 de opvolger van de Fiat 1100 R onthuld: De Fiat 128. De Italiaan was het eerste model van het Torinese merk dat van voorwielaandrijving werd voorzien. Ook de dwars geplaatste motor voorin, de uitstekende rij-eigenschappen en het uitgewogen concept vielen in goede aarde. De Fiat 128 werd verder geroemd vanwege zijn ‘value for money gehalte’. In maart 1971 werd hij aan de wereld getoond. Hij volgde indirect de 850 Sportcoupé op, samen met de latere X1/9 en 128 Sportcoupé.
Karakteristiek
De Fiat 128 rally was alleen met een tweedeurs carrosserie leverbaar. Hij was natuurlijk herkenbaar als 128, maar wel heel onderscheidend. Aan de buitenkant had de Fiat 128 rally een aantal karakteristieke details. Zo had de sportversie van de 128 een gedeelde voorbumper, die werd verbonden door een beugel. Aan die voorkant presenteerden zich ook vier grote ronde jodium koplampen. De binnenste twee – geheel in rallystijl – dienden als verstralers. Karakteristiek waren ook de vier ronde lichtunits áchter. Dat gold ook voor de uitklapbare zijruiten aan de achterzijde, evenals de zwarte band met merklogo onderaan de beide flanken. Optioneel kon het rally-plaatje compleet gemaakt worden door het plaatsen van aluminium Cromodora-velgen en een matzwarte kofferklep en motorkap.
Sportieve beleving
Het interieur van de Fiat 128 rally kenmerkte zich ook door het toepassen van veel zwart. Het dashboard was sober en doeltreffend, natuurlijk ook voorzien van een toerenteller en oliedrukmeter. Voor de versnellingsbak bevond zich in de middenconsole een voorbereiding voor het plaatsen van een brandblusser. Achter het tweespakige stuurwiel vonden bestuurders een sportieve plek in de bucket seats. Die waren van kleine hoofdsteunen voorzien. En om de rallybeleving af te maken: voor de bijrijder was een heuse voetensteun in het compartiment onder het dashboard gebouwd. Niet alleen het dashboard was – zoals veel onderdelen binnenin – qua kleurstelling sober. Het gold ook voor de hemelbekleding en de bekleding van de stijlen.
Toerengraag
De ook voor de later gelanceerde Fiat 128 Sportcoupé en X1/9 ontwikkelde 1290 cc motor debuteerde dus in de Fiat 128 rally. De motor werd voorzien van een dubbele Weber carburateur, leverde 67 pk en een koppel van 9,0kgm bij 4.000 tpm. De toerengrage motor liet zich moeiteloos opzwepen naar 7.000 tpm. Hij was verrassend soepel. De 800 kilo wegende Fiat 128 rally haalde binnen 13 seconden een snelheid van 100 kilometer per uur.
Geperfectioneerde versnellingsbak
Onderdeel van de aandrijflijn was een vierversnellingsbak die prima op zijn taak was berekend. Hij behoefde geen technische aanpassingen bij de productie van de rally. Wel werd de bak – zoals veel andere 128-onderdelen – in 1972 herzien. Dat was voor de handelbaarheid een enorme verbetering. De slagen werden korter en de synchronisatie van de 1e versnelling werd aanmerkelijk verbeterd. Ook een kenmerk van de Fiat 128 rally was dat het oliecarter iets kleiner was ten opzichte van het carter van de standaardversies. Insiders beweren, dat Fiat dat voor een iets andere oliedruk deed.
Uitgebalanceerd tot het uiterste
De Fiat 128 rally was – zeker naar de jaren zeventig maatstaven – uitgebalanceerd tot het uiterste. De combinatie van het totale technische concept, de ‘drehfreudige’ motor, het tijdloze ontwerp, de specifieke rally-uitrusting met bijbehorende stijlkenmerken en de rij-eigenschappen maakten de Fiat 128 rally tijdens zijn productieperiode al tot een begeerlijk rij-ijzertje. Dat de basisingrediënten van de Fiat 128 rally veel tuners en vrijetijdscoureurs uitnodigden om de auto tot wegracer om te bouwen en voor wedstrijden (vooral Duitsers deden dat met liefde) in te zetten deed de huidige beschikbaarheid geen goed. Daardoor verdwenen veel rallyvarianten in razend tempo uit het straatbeeld. Die zeldzaamheid maakt de Fiat 128 rally – die tot mei 1975 werd geproduceerd – alleen maar begeerlijker.
Eind 1971 probeerde ik bij Team Radio Veronica (lees: Ed Swart) in het gevlij te komen. In de klasse standaard toerwagens leek de Fiat 128 Rally mij een perfect instrument. Tegenstanders (zoals Hans Hugenholtz) kozen voor een Ford Escort Sport, ook een snelle en goedkope kar. Eveneens met een 128 Rally kwam Hans Daniels aan de start, maar omdat hij als importeurs inschrijving op Pirelli’s reed, kwam hij niet voor in de Coupe Michelin. Het was een bijzondere racewagen, als je daarvan mocht spreken. Er mochten geen kuipstoelen in, want helemaal standaard. De enige vrije keuze was voor dempers (= Koni”s) en banden. Om het onderstuur te bestrijden reed ik op Michelin TB Racings vóór en standaard ZX-en achter. Zo werd 1972 nog een mooi jaar.
Leuk verhaal, op ons dorp had je 1 garage en Fiat dealer. Veel Fiat dus op het dorp. M’n broer had een 850, ha zie de nieuwe AMK.
Als motorrevisie bedrijf wisten we van de oprekkende kleppen van de 128. Modificatie kwam snel. Echt leuke auto
In 1974 kocht ik mijn eerste auto een Fiat 128 1.1 L waarin met veel plezier heb gereden, op een gegeven moment was de uitlaat lek en heb ik doordat ik bij een pijpleiding bedrijf werkte er zelf een dubbel pijp van voren naar achteren onder gemonteerd waardoor de auto een hogere eindsnelheid kreeg die 16 km hoger lag als de standaard. Ze waren gevoelig voor vocht en was starten soms een probleem In 1975 was ik op vakantie in Italie en kocht daar een model van de Fiat 128 Rally sud Afrika. In 1976 werd deze vervangen voor een Toyota Corolla 1200.
Eigenlijk ongelofelijk en zeldzaam dat enkel de Rallye de dubbele ronde achterlichten had. Puur productietechnisch vraagt dit een dure aparte mal voor de ‘stamping’ van het achterste deel van de carrosserie. Voeg daarbij dan nog het logistieke aspect van andere onderdelen op de gewone productielijn. Ik denk niet dat enig ander merk deze dure oplossing ooit heeft toegepast voor een speciale uitvoering binnen een modellenreeks.
En ik vond ook deze nog van onze X1/9
Nog even de foto van de 128
Nog even de foto van de 128
Ik heb twee felblauwe Fiats 128 gehad in de jaren ‘73-‘75, zie foto van de eerste uit 1971.Hele fijne auto’s. Heb er veel mooie kilometers mee gemaakt, ook in de bergen tijdens vakanties. Een plezier om in te rijden. Ik werkte toen bij een Fiat dealer en heb ook in de coupe’s gereden. In later jaren hebben we ook nog een X 1/9 in een speciale IN uitvoering gehad. Was ook heel fijn om in te rijden.
Ik had in die tijd jammer genoeg geen Fiat 128, maar ja, wel zo’n kale Kadett. Die roestte ook terwijl je er naast stond… een vriend was de gelukkige bezitter van een 128 coupé, wat reed dat fantastisch…
Wat ik altijd een leuke variant heb gevonden was de Zastava 1100 uit Joegoslavië.
De Serviërs hadden de sedan omgetoverd tot een handige vijfdeurs. Of misschien was het een Italiaans ontwerp, dat weet ik niet.
Wat ik wel weet is dat hij de Zastava 101 werd genoemd, maar dat Peugeot daar een stokje voor stak op de EEG-markt. Dus stond hij hier te koop als Zastava 1100. Ze verkochten best goed.
Ik ben een gelukkige bezitter van een 128 Rally bj 1973 kleur mostert geel ,altijd veel bekijks op evenementen.
Sowieso was de 128 een geweldig fijne auto. De techniek was getest in de Autobianchi Primula, die nu helemáál zeldzaam is geworden. En als je bedenkt dat een 128 goedkoper was dan een kale Kadett of ietwat saaie Escort, dan begrijp je dat ze goed verkocht werden. Wel met roestbehandeling, natuurlijk, want Italiaans ijzer stond toen aangeschreven als beperkt houdbaar.