Dit jaar viert een aantal auto’s de vijftigste verjaardag. Dat is een behoorlijk aantal, want 1972 bracht veel nieuwe automodellen. Traditiegetrouw zetten wij een aantal nieuwelingen van weleer in de schijnwerpers. Vandaag presenteren wij deel drie. Daarin beschrijven wij beknopt de Peugeot 104, de Fiat 124 Special T 1600 én de eerste BMW 5-serie.
Peugeot 104
Hij was bij zijn presentatie in 1972 de kleinste vierdeursauto van dat moment: de Peugeot 104. Sochaux presenteerde een aantrekkelijk en individueel geconstrueerde auto, die een eigen invulling gaf aan het begrip Supermini. De Peugeot 104 kenmerkte door een tamelijk hoge opbouw en hoekige vormen, die mede dankzij de op de hoeken geplaatste wielen veel ruimte herbergden. De 104 kreeg de 72 graden gekantelde en dwarsgeplaatste 954 cc variant van de Moteur-X onder de motorkap. De transmissie en de motor deelden het carter, de aandrijving van de bovenliggende nokkenas gebeurde door middel van een ketting. Uiteraard- want heel modern- kreeg de 104 voorwielaandrijving. De vierdeurs versie (leverbaar als L en GL) kreeg in 1973 gezelschap van de kortere driedeurs uitvoering. Deze 104 Z kreeg aanvankelijk de 954 cc motor. Later was de kleine driedeurs Z bijvoorbeeld ook verkrijgbaar als ZS met de 1124 cc motor en als ZS2 met de 1360 cc motor, die vanaf modeljaar 1980 ook in de vijfdeurs 104 S werd gemonteerd.
Vernieuwingen in 1976
We keren nog even terug in de tijd. Vanaf 1976 kreeg de 104 de toepassing waar eigenlijk geen fabrikant in deze klasse meer omheen kon: de grote, in het dak scharnierende achterklep. Aanvankelijk had Peugeot het idee dat een vijfdeurs 104 de verkopen van de 204 Break onder druk zou zetten., dus hield men een tijdlang vast aan het principe van vier portieren en een kleine achterklep voor de aparte kofferbak. Toen de Peugeot 204 in 1976 verdween was er bij Peugeot wél ruimte voor een vijfde deur op de 104. Die stap resulteerde in een aangepast gamma. De 104 GL werd de instapper. De 204 werd toen vervangen door de 104 GL6 (het cijfer zes staat voor het aantal Franse fiscale pk’s). Deze kreeg net als de nieuwe SL de 1124 cc motor (XW) en de rechthoekige koplampen en grille van de driedeurs coupé. Ook de korte 104 kreeg uitbreiding. De al genoemde ZS verscheen medio jaren zeventig op het menu. Later kwamen daar bijvoorbeeld ook de ZL en de ZR bij.
Nog meer wijzigingen tot het einde
Peugeot bleef de 104 wijzigen. Zo kreeg hij nog een ander dashboard. Verder paste Peugeot het front en de achterzijde bij de korte driedeurs én de langere vijfdeurs versies nog enkele keren aan. Ook voegde het uitrusting niveaus toe (of wijzigde men de namen ervan), breidde men het motoren aanbod met de 1219 cc Douvrin motor uit en schrapte men versies. Er was dus genoeg beweging in het gamma. Dat duurde tot in 1988, toen rolde de laatste 104 van de band. De totale productie van de 104 bedroeg 1.6 miljoen exemplaren. Dat waren geen R5 of Peugeot 205 cijfers, maar evengoed mag worden vastgesteld dat de markante Peugeot 104 geen windeieren legde. Niet voor niets werd de 104 een langloper binnen het Peugeot-gamma van weleer.
Fiat 124 Special T 1600
1972 was een razend druk introductiejaar voor Fiat. De Italianen lanceerden tal van nieuwe modellen, uitbreidingen op bestaande modellen en nieuwe toepassingen. Tot die laatste categorie hoort de 1592 cc motor met dubbele bovenliggende nokkenas. De 132A motor verving de 1608 cc TwinCam (Bialbero) motor van Lampredi, die in de 124 Coupé en Spider en in de 125 in meerdere gedaanten was ondergebracht. De korte 1592 cc motor werd in de basis speciaal voor de nieuwe Fiat 132 ontwikkeld, maar vond bijvoorbeeld ook zijn weg naar de Lancia Beta, en vanaf 1973 ook in de al genoemde 124 Coupé en Spider. De vermogens en de prestaties waren model- en uitvoering afhankelijk. De Fiat 132 werd na de lancering in het voorjaar van 1972 lauwtjes ontvangen en kon in de ogen van menigeen de 125 niet doen vergeten. Mede daarom bracht Fiat nóg een model waar de illustere nieuwe dubbelnokker in werd gemonteerd,
Nieuwe 1592 cc motor ook voor Fiat 124 Special T
De Fiat 124 Berlina liep in 1972 al zes jaar mee, maar de massa fabrikant uit Turijn zag nog genoeg rek in het succesvolle 124-model. De Berlina topversie was de Special T (met de T van TwinCam). Vanaf de introductie in november 1970 had hij de 1438 cc met dubbele bovenliggende nokkenas. Maar in 1972 kondigde Fiat de 124 Special T 1600 aan. Met deze auto vulde Fiat onder meer het technische gaatje, dat met het verdwijnen van de 125 was ontstaan. Hij kreeg- net als enkele andere modellen uit de Fiatstallen- de nieuwe 1592 cc Fiat TC motor van Lampredi. De motor genereerde in de 124 Special T 95 DIN-pk. Het maximale koppel lag op 125,5 Nm bij 4000 toeren per minuut. Een topsnelheid van 170 kilometer per uur was mogelijk. De brandstofvoorziening gebeurde door een dubbele valstroomcarburateur van WEBER. De auto had bekrachtigde schijfremmen rondom, het Special interieur en een toerenteller. Een vier bak met een eindoverbrenging van 3,900:1 was standaard, een vijfversnellingsbak was tegen meerprijs leverbaar. Welke transmissie je ook koos: de 124 Special T met 1592 cc motor was sowieso niet te versmaden. Zéker in deze configuratie was het een fantastische en geslepen familiesedan, die de 124 Berlina-reeks een nieuwe dimensie gaf. En dat is iets, wat wij niet hoeven uit te leggen aan diegenen die deze specifieke Fiat wel eens in de vingers hadden. Hij stond maar een paar jaar op het programma, maar werd illuster en onder de huid kruipend. Vandaag is het een zeer zeldzame en dus gezochte klassieke Fiat uit een tijdperk dat bij Fiat niets onmogelijk was.
BMW 5-serie (E12)
In 1972 verving BMW- na een looptijd van elf jaar- de hele Neue Klasse reeks door de nieuwe BMW 5-serie, die als E12 reeks debuteerde. Paul Bracq was verantwoordelijk voor het definitieve ontwerp van de E12. BMW was inmiddels een behoorlijk prestigieus merk geworden en met de nieuwe zakelijke middenklasser formuleerde BMW een sterke, slanke en zakelijke troef. De voor zijn tijd glad getekende 5-serie was in de beste traditie van BMW een achterwielaandrijver. De E12 werd uitsluitend als vierdeurs sedan geleverd.
Aanvankelijk alleen met M10 motoren, later ook met fraaie zescilinders
De eerste E12 modellen werden geleverd met M10 tweeliter viercilinder motoren zonder en met injectie. (520/520i). Later volgde de 518 (met de motor die al bekend was uit de BMW 1800 en 1802). BMW breidde het 5-serie programma verder uit met zescilinderversies: de 525 en de 528. Zij kregen beiden de M30 motor, en dat was in prestigieus opzicht een grote stap. In 1977 verscheen de 520i met de M20 zescilindermotor en kreeg ook de 528 brandstofinjectie. Alle auto’s kregen standaard een vierversnellingsbak en schijfremmen voor. De grotere zescilinder modellen kregen ook schijfremmen achter. Model- en periodeafhankelijk stelde BMW ook een vijf versnellingsbak (optioneel) beschikbaar. Verder konden kopers in combinatie met de meeste versies ook een drietrapsautomaat bestellen. De zwaarder gemotoriseerde versies (520i, 525 en 528/528i) kregen overigens tot 1979 verstevigde stabilisatoren voor en achter.
BMW Motorsport GmbH en CKD-pakketten voor Zuid-Afrika
Na de zomer van 1976 verscheen een licht gewijzigde E12 serie. Het meest opvallend was de plaatsing van nieuwe achterlichtunits. Verder wijzigde BMW de E12 op detailniveau. De 5-serie was ook voor BMW Motorsport GmbH aanleiding om gepeperde versies met drieliter en 3.5 liter motoren te bouwen. Verder wist Alpina raad met de E12 basis, en bouwde het eigen auto’s onder deze naam, onder meer dus op basis van de 5-serie. De reguliere productie vond grotendeels plaats in Dingolfing (in de voormalige- en vernieuwde Glasfabrieken). Ook verscheepte BMW CKD-pakketten naar Zuid-Afrika, waar de E12 vervolgens tot in 1985 werd gebouwd. Vanaf 1981 werden de E12 versies daar overigens uitgerust met het interieur van de tijdens dat jaar gelanceerde E28. Dat werd de feitelijke opvolger van de E12, die ervoor zorgde dat de 5-serie het hart van het BMW gamma werd. En dat is vandaag de dag nog steeds zo.
Lees ook:
– Over alle voordelen die u als AMK abonnee heeft
– Een halve eeuw jong. De nieuwe auto’s van 1972. Deel één
– Een halve eeuw jong. De nieuwe auto’s van 1972. Deel twee
Heb ik wel overwogen, ik snap de suggestie. Maar dan had ik ook de Samba bijvoorbeeld nog kunnen noemen. Uiteindelijk heb ik de keuze gemaakt om het bij de 104 te houden. En bij het merk Peugeot.
Jammer Erik dat je in het P104-deel niet ook even linkt met de Citroën LN(A); feitelijk de 104-koets met Visa-boxer, later dezelfde watergekoelde 1154cc.
Destijds beschimd door de èchte Citroën, want een Peus met Chevrons blijft een Peus…nu een verzamelobject.
‘De echte Citrofiel’…rot-autocorrectie…
De 104 motor, gekantelde versie, heeft nog model gestaan voor de eerste 4-cilinder BMW motorfietsmotor, . De combi bak-motor werd losgelaten, blok werd volledig horizontaal gelegd en daar was ie: wat de opvolger van de boxers moest worden, maar niet werd, echter de succesvolle K100 moorfiets.