in

Ducati 350 XL. Calimero rules!

Ducati maakte enorm leuke eencilinder motoren. Maar De (Amerikaanse) Markt wilde meer. In Den Beginne waren er de intussen legendarische 750 cc L-twin ‘rondcarterblokken’. Dat waren geslaagde kruisingen tussen een volbloed renpaard en een nukkig prinsesje. Het tijdens de productie monteren van zo’n hoogste gecompliceerd stuk horlogewerk viel vanuit geen enkel bedrijfskundig perspectief te verdedigen. Herstel: Alleen door een Italiaan te verdedigen. Want: “Kijk een hoe mooi het is!” Of beter nog: “Che bella macchina!!”

Ducati’s revolutie: de Pantah

Daarna kwamen er dikke twins met eenvoudiger te monteren motorblokken, waar de koningsassen echter op hun plek bleven. Toen de Pantahlijn met de riemaangedreven nokkenassen gepresenteerd werd wist de massa het zeker: Dit was geen Echte Ducati. Het merk zou er aan ten ondergaan!

Nu had Ducati, net als zowat alle andere Italiaanse fabrikanten die struktureel die voor passie in plaats van voor de pasta kozen, natuurlijk al bijna doodervaringen genoeg gehad. Maar Pantahblokken werden de redding van het bedrijf.

Pantahs werden de redding

Naast de 500, 600 en 650 Pantahs in de vroege jaren 80 was een reeks van 350’s specifiek geproduceerde V-twins – of laat het ‘L-twins’ zijn – voor de Italiaanse markt. Ze werden overigens ook verkocht in Griekenland en Spanje. Dat soort gedoe met cilinderinhouden, daar steekt meestal iets achter qua belasting, verzekering en bescherming tegen dampend testosteron van jonge rijders of concurrentie uit Japan. In Japan mochten alleen motorfietsen tot 400 cc verkocht worden. In Amerika was er een door Harley gelobbiede regeling dat Japanse motorfietsen met een cilinderinhoud in de buurt van de Harleys dubbel extraplus werden belast. De slimme Japanners gingen daarom 700 cc machines maken. En die verkochten ook prima in the States.

Van 500 naar 350 cc

De Italiaanse 500 cc motorfietsen waren zo ongeveer allemaal ook met een cilinderinhoud van 350 cc leverbaar. Laverda, Moto Morini en Moto Guzzi deden ook dapper aan het spel mee, om de lokale markt bij de merken te houden. Iets van ‘wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’. De 350 XL was een Ducati’s onderdelenbakspecial en in wezen een 500 SL met een 600 TL-stuurkuip en hoger stuur plus wat goedkoop spul. Er kwamen niet geventileerde schijven onder. De achterschokdempers waren goedkopere Paioli’s zonder ‘rugzakjes’. Er werd meer van de SL Pantah geleend dan van de TL, inclusief instrumenten, instrumentenpaneel en aan de achterzijde geplaatste voetsteunen.

De 350 motor was een verkleinde 500 SL, met kleinere kleppen (33,5 mm inlaat en 30,5 mm uitlaat). De Dell’Orto carburateurs waren kleiner (30 mm) en er waren nieuwe nokkenassen gemonteerd. Het onderblok, inclusief de vijfversnellingsbak en natte kabelbediende koppeling, was identiek aan de latere 500 SL, en het uitlaatsysteem kwam van Silentium.

Mooie cijfers!

De kleine Ducati werd – op zijn Italiaans – opgegeven voor 38 pk bij meer dan 10.000 tpm. En dat zijn veel toeren voor een Duc! Het 350 XL-rijwielgedeelte leek ook erg op dat van de 500 SL, met gouden FPS-wielen, Paioli-ophanging en kleine 05-serie Brembo-voorremklauwen. Aantrekkelijk ingekleurd in rood en zwart, was de 350 XL opgegeven voor een top van ongeveer 170 km/u. Maar het is dan ook bekend dat de kleur rood motorfietsen heel snel maakt.

De Ducati was duurder dan de Morini 3 ½ Sport en de Moto Guzzi Imola. En ook in de Zuid Europese landen was geld wel een dingetje, zeker in Italie waar er toen nog in Lires werd gerekend. Grote bedragen schrikken enorm af! Daarbij was de Moto Morini als echte 350 geboren en geen teruggetunede 500. En hij woog 20 kilo minder dan de Ducati. De 350 cc Moto Guzzi Imola deed heel erg zijn best om op een LeMans te lijken en raakte daarmee de Italianen vol in het hart.

Daarbij had de Ducati nog een nadeel

Een optisch nadeel. De styling was niet van het soort waarvan estheten steil achterover sloegen. De grote zijpanelen onttrokken de achterste cilinder vrijwel uit het zicht waardoor de Duc smoelde als een motorfiets met een liggende eenclinder. Vanaf de zijkant gezien was het geheel ook wel erg vol en plaatwerkachtig. Heel in het kort zou je het zo kunnen zeggen: Deze kleine Ducati was een lelijk ding.

Intussen zijn de 350 cc Italianen hier gewoon schaars

Maar dat resulteert niet in megaprijzen. Ze zijn nogal eens voor kleingeld meekomen als vrachtwagen/container vulling na beursbezoek in Imola of dergelijke festiviteiten. Niemand wordt er woest enthousiast van. Want de ooit opgegeven top van 170 km/u is met een stevige polderwind tegen en met een volgroeide Noord Hollander of Grunninger in een textiele motoroutfit aan boord? Met wat meefietsen kom je er op de snelweg mee weg op de linkerbaan. Maar verwacht er niet veel van. Waar deze motorfietsen – en in 1970 bijvoorbeeld, was een 350 cc motor nog een middelzware machine – gewoon enorm veel plezier kunnen geven, dat is op secundaire- en tertiaire wegen. Gewoon lekker binnendoor spelen. Genieten. Bochtjes pakken. Een terrasje doen. En dat allemaal voor weinig.

Bijkomend voordeel is, is dat niet motorrijdend Nederland je niet als bedreigend ziet. Op zo’n kleine Duc maakt je vrienden. De aanstichter van deze hele overweging vonden we vers ingeruild bij Startwin. Er was nog niet eens over de prijs nagedacht.

MIS GEEN ARTIKEL MEER

REGISTREER GRATIS

EN WE STUREN U ELKE DAG ONZE NIEUWSBRIEF MET DAARIN DE LAATSTE VERHALEN OVER KLASSIEKE AUTO'S EN MOTOREN

Selecteer eventueel andere nieuwsbrieven

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

2 Comments

Leave a Reply

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

The maximum upload file size: 8 MB. You can upload: image. Links to YouTube, Facebook, Twitter and other services inserted in the comment text will be automatically embedded. Drop files here




Nu in de kiosk

Bekijk de bijna veertig pagina's tellende preview via deze link of een klik op de omslag.

Het decembernummer, met daarin:

  • Alfa Romeo Giulia 1300 Super
    Erik van Putten verkent de tijdloze charme van de Alfa Romeo Giulia 1300 Super, met beelden van Bart Spijker en hemzelf. Het verhaal duikt in de wereld van Alfa-liefhebber Koen de Groot, wiens familie diep geworteld is in de Alfa Romeo-cultuur. Koens' bijzondere relatie met zijn Giulia, een auto die hij al jaren koestert en die binnenkort een indrukwekkende upgrade krijgt, wordt uitgelicht. De Giulia symboliseert autoliefde en erfgoed, een passie verrijkt door Koens vader Frans, een Alfa Romeo-expert en -liefhebber.
  • Dubbel Gebruikte Typeaanduidingen
    Peter Ecury ontrafelt fascinerende verhalen uit de autowereld in de 32e aflevering van zijn serie over dubbel gebruikte typeaanduidingen. Deze editie biedt een update over de geruchten rond Peugeot en Porsche en duikt in de geschiedenis van de typeaanduiding '142', gebruikt door merken als Volvo en Austin. Ecury bespreekt ook de evolutie van de term 'GT' en het controversiële gebruik van de letters 'SS' in autonamen na WOII, met voorbeelden als de Chevrolet Impala SS en de Alfa Romeo Giulietta SS.
  • Ducati 750GT, 860GT en 900GTS
    Hans Smid belicht de Ducati rondcarters, geproduceerd van 1972 tot 1974, die minimalistische schoonheid combineren met unieke techniek. Dit artikel beschrijft Ducati's innovatiedrang en de creatie van deze modellen, benadrukt de uitdagingen en kosten bij het verzamelen ervan, en toont Ducati's reis van bijna ondergang naar iconische status.
  • Horex Imperator
    Marina Block vertelt het verhaal van de Horex Imperator, een iconische motorfiets uit de jaren 50, bekend om zijn sportiviteit en geavanceerde techniek. Ondanks de sluiting van de fabrieken bleef Horex bekend, mede door stripfiguur Werner en recente heruitgaven. De Imperator, met zijn innovatieve parallel twin en bovenliggende nokkenas, inspireerde latere ontwerpen en wordt geprezen om zijn kwaliteit en design, ondanks beperkte verkoopsuccessen.
  • KlassiekerPost
    Lezers van Auto Motor Klassiek delen hun ontdekkingen en ervaringen. Eddy Joustra ontdekt een Peugeot 203 pickup in Heerenveen, terwijl Robert Reessink in Italië een unieke Moto Guzzi bromfiets fotografeert. Verhalen variëren van Chris van Haarlems Schotse scooteravonturen tot Bram Droogers vondst van een Rolls-Royce Corniche en twee FIAT 850's. Ben de Man vindt een bijzondere Chevrolet Step-Van in Nederland, en lezers delen correcties en aanvullingen op eerder gepubliceerde artikelen.
  • Nissan Silvia 1.8 Turbo
    Aart van der Haagen onthult de geschiedenis van een zeldzame Nissan Silvia 1.8 Turbo, oorspronkelijk als bedrijfswagen geregistreerd. De eerste eigenaar transformeerde de auto naar een gezinsvriendelijk voertuig, en Jan Manenschijn koestert nu deze ongerestaureerde parel met slechts 67.000 kilometer op de teller.
  • Peugeot 205-collectie Team VCC Twente
    Aart van der Haagen belicht de verzamelpassie van Team VCC Twente voor Peugeot 205-modellen. De broers Peter en Niek Olde Veldhuis verzamelden unieke exemplaren zoals de GTI en CTI, en zelfs een zeldzame 1.9 GTI Dimma. Hun collectie toont de transformatie van een ooit gewoon model naar een bijzondere klassieker.
  • Volvo en Klassieke Auto's
    Alain Pondman van Volvo Lotte spreekt over de echte waarde van klassieke auto's. Hij bekritiseert de trend van goedkope, slecht onderhouden klassiekers op Marktplaats, benadrukt het belang van het maken van herinneringen met oldtimers, en adviseert kopers om te investeren in kwaliteit en duurzaamheid.
  • Volkswagen Kever 1955 - Tweede leven
    Max de Krijger vertelt het verhaal van Hendrik Jan Hofman, een gepassioneerde Kever-restaurateur. Hofman bracht een zwaar beschadigde 1955 Kever weer tot leven met een toewijding aan perfectie en detail. Deze groene Kever, compleet met handgemaakte kinderstoel en open dak, weerspiegelt zijn vakmanschap. Hofman overweegt nu de verkoop van de Kever om zich op een nieuw project te richten.
  • KlassiekerPost
    In de KlassiekerPost-rubriek van Auto Motor Klassiek delen enthousiaste lezers hun unieke vondsten en persoonlijke ervaringen. Eddy Joustra stuit op een zeldzame Peugeot 203 pickup in Heerenveen. Robert Reessink legt in Italië een unieke Moto Guzzi bromfiets vast op camera. Chris van Haarlem deelt zijn Schotse scooteravonturen, inclusief een onverwachte ontmoeting met een Austin A30 op het eiland Skye. Bram Drooger spot een elegante Rolls-Royce Corniche en twee FIAT 850's. Ben de Man ontdekt een bijzondere Chevrolet Step-Van in Nederland. Deze rubriek illustreert de diversiteit en diepgewortelde passie van klassieke auto- en motorliefhebbers, met verhalen die variëren van lokale ontdekkingen tot internationale schatten. Daarnaast bieden lezers waardevolle correcties en aanvullingen op eerder gepubliceerde artikelen, zoals P.B.T.M. Matthijssen's input over de Ardie/Dürkopp Dianette, wat bijdraagt aan de rijke en veelzijdige inhoud van het tijdschrift.
  • Opnieuw bijna twintig pagina's korte berichten over van alles en nog wat, wat met klassiekers heeft te maken
  • En natuurlijk onze rubriek 'Klassiekertjes' waarin u lekker rond kunt shoppen op zoek naar uw volgende klassieker.

Het perfecte leesvoer voor een avondje of meer ongestoord weg te dromen. Hij ligt nu in de winkels. Een abonnement is natuurlijk beter, want dan mist u geen nummer meer en u bent nog eens veel goedkoper uit ook. Niet verkeerd in deze dure tijden.

Renault 4 TL

Renault 4 TL als gezinsvriend

Citroën 2CV AZ. Rijden met een late oude Eend