Colombo & Bariani gevoel

Een tijdje geleden belde ik met Frans de Groot. Intimi binnen het Alfa Romeo wereldje kennen hem als hun broekzak, want Frans is een leven lang betrokken geweest bij Alfa Romeo. Hij koestert een diepe liefde voor het merk, en nog altijd is hij lekker bezig om van Alfa’s bijzondere creaties te maken, zonder al te veel afbreuk te doen aan het originele karakter van de Italianen. Ik snap het volledig, maar laatst was ik even het spoor bijster. Want Frans vertelde trots dat hij in één van zijn Tipo 105 Giulia’s twee Colombo en Barani nokkenassen monteerde. “Met de firmanaam erin gegraveerd, zó mooi.” Mijn vertwijfeling duurde heel kort.

De montage van met liefde geproduceerde onderdelen. Of onderdelen van statuur. Het is een dingetje dat ik graag ook bij mijn eigen wagenparkje op leeftijd toepas. Neem die dekselse Toyota Starlet, waarover ik u regelmatig bij praat. Die heeft nu 247500 kilometer op de klok staan en hij rijdt zo soepel als wat. Er is veel dat niet vervangen hoeft te worden aan de auto, maar wat aan slijtage onderhevig is gaat er uit. Daar komt goed spul voor in de plaats. Vaak origineel (soms tweedehands), of voorzien van de merknaam van een onderdelenfabrikant van statuur. Zoals mijn eigen onderhoudsdiscipline ook geen ruimte laat voor zaken als een keertje overslaan. Daarom voelt de techniek van die verrekt goede Toyota nog zo fris aan, het is een feest om ermee te rijden.

Bij mijn Toyota uit 1995 rijst soms de vraag of de onderdelenvoorziening direct soelaas biedt voor een onderhoudsvraagstuk. Sommige zaken zijn niet zomaar voorhanden. Het geluk bij een ongeluk is dat het spul nog steeds verkrijgbaar is, maar men moet soms wél zoeken. Het is het wachten meer dan waard. Liever origineel dan imitatie. Huib de Graaf- die glorieerde in de Triumph TR reportage van deze maand- zei het ook: liever origineel dan nieuw gefabriceerd. “Het past net een tikje beter, en onderhuids bekruipt jou het gevoel dat de auto helemaal klopt.” Die strofe snapte ik volkomen. Als ik in een auto stap met goedkope imitatie onderdelen, dan mis ik op voorhand al iets. En rijd ik met minder plezier. En rijden is iets wat ik zó graag doe. Dan moet alles kloppen. Ik denk dat u dat als échte liefhebber wel herkent.

Heel simpel. Het idee dat je top materiaal gebruikt maakt iedere rit mooier, En je bent ook nog bewuster met jouw auto bezig. Bij mij werkt dat wél zo tenminste. Spullen van naam en faam. Gerenommeerd. Ik geloof er heilig in dat die een auto beter maken. Zeker als de originele onderdelen niet meer voor handen zijn. Het moet kloppen en deugen. Niet alleen een pennenstreek maakt van een auto liefhebbers werk, ook de liefde die je in het onderhoud steekt omarmt die betiteling.

Ik ga bij mijn laatste aanwinst preventief een aantal zaken onder de motorkap vervangen. Met a-kwaliteit onderdelen. Nog lang niet nodig, maar ik wil dat. Voor mijn eigen gevoel. En omdat ik dan zeker weet dat alles deugt. De juiste olie, bij voorkeur voorgeschreven door de fabrikant, of gelabeld met een logo van een gerenommeerd merk. De juiste vloeistoffen, de beste bougies, de beste bobinebrug. Name it. Allemaal zaken die het gevoel en de zekerheid geven dat de auto jou gaat belonen voor de investering en de liefde die jij hem geeft. En die maken dat je nét even lekkerder achter het stuur zit. Bovendien: goedkoop is duurkoop. Mij niet gezien.

Terug naar de nokkenashistorie van Frans en één van zijn klassieke Giulia’s. Wanneer je nuchter naar zo’n bespiegeling kijkt denk je: “Leuk, maar die nokkenassen zijn beiden niet zichtbaar, die rusten onder een mooi Alfa Nord kleppendeksel. Dus aan een inscriptie met de firmanaam heb je niet zo veel. En als je rijdt al helemaal niet.” Dat is van A naar B retoriek die voor een perfectionist nooit kloppend kan zijn. Want het tegendeel is waar. Niet functionele maar wél heerlijke details van een onderdeel verhogen de feestvreugde. Want je weet dat je zelf de Nordmotor mede door het plaatsen van zo’n handgemaakte nokkenas set extra pep geeft.

Wanneer Frans die extra power aan den lijve ondervindt, dan weet hij waardoor het onder meer komt. En dan kruipt die inscriptie van de naam Colombo & Bariani lekker onder zijn huid. Gewoon, omdat Frans weet dat er extra zorg en aandacht is besteed aan de onderdelen die het rijden nét even een tikje lekkerder maken. En daardoor krijg je dat scheutje extra tinteling. Precies dát maakt waarom ik Frans laatst heel goed begreep. Het zijn niet alleen het merklogo, het imago en het ontwerp die bepalen wat een liefhebbers auto is. Het is ook de onzichtbaarheid van technisch top onderhoud. Of het gebruik van technische top toepassingen. Zoals state of the art en ambachtelijk gefabriceerde nokkenassen. Keurig gemonteerd onder een fraai kleppendeksel. Symbool voor een onderhuids liefhebbers fenomeen. Niet zichtbaar. Wel voelbaar Juist. Dat is het Colombo & Bariani gevoel.