Pure, pure melancholie. Dat overvalt je als je vroeger regelmatig in de 2cv4 zat waarin vooral mama vaak reed. En je tientallen jaren erna zelf achter het stuur zit van een A-type Citroën met dezelfde, bescheiden krachtbron. De klassieker van dienst is een Dyane uit 1968. En deze stamt niet uit de allereerste serie, maar uit de eerste herziene reeks, mét de 435 cc motor. Of een bescheiden aantal pk’s in een charmante jas voor puur genot kunnen zorgen? Reken maar.
51, 52, 53, 54. De naald van de teller kruipt langzaam omhoog. Gelet op de geluidsproductie van het amechtig werkende tweecilinder krachtbronnetje heb je het idee dat je sneller gaat. Totdat de blik weer op de weg is gericht. Dan zie je het ontspannen en lome tempo waarin alles voorbij trekt. 60,65,70,75. De gang komt erin, iedere pk is er één, we zijn al even onderweg. En het dotje extra gas dat we inmiddels aan de op temperatuur gekomen motor voegen, zorgt ervoor dat alles klappert. Het past bij dit type auto, bij deze eigenzinnige en bijzonder sympathieke Franse zuster van de 2cv. Ze oogt moderner, maar het sfeertje, het geluid, de lucht en de volkomen autonome indruk zijn gelijk aan die van de Eend. Heerlijk.
De Dyane is echt een paar flinke tikken moderner om te zien. Ons in Bleu Weekend gespoten exemplaar heeft nog de dichte c-stijl, maar is in alles Dyane genoeg om haar onmiddellijk als zodanig te herkennen. En dat geldt ook voor de veerkarakteristiek. De lange uitslagen van het zo typische systeem met de centrale veerpotten harmoniëren met de frotteurs aan de voorzijde en de (net als de vering) in lengte geplaatste schokdempers. De besturing is op die karakteristiek afgestemd, ze werkt prettig indirect.. En als het roer omgaat, dan word je getrakteerd op een zijwaarts hellend vlak. Op één oor hangen is ook in een Dyane heerlijk, en je weet dat het eigenlijk nooit mis kan gaan.
Anticiperen is noodzaak. Qua snelheid en acceleratie sowieso. Vroeger was het al een uitdaging om mee te komen op de snelweg, vandaag heb je er helemáál niets te zoeken. En dat hoeft ook niet, want dit is echt een ideale klassieker voor de landelijke routes, voor de kleine weggetjes. Daar is zij op haar best. Citroën schroefde geen al te grote trommels onder de Dyane. Maar wanneer je daar rekening mee houdt, heb je genoeg tijd om de Dyane op tijd tot stilstand te brengen. Ook al rij je altijd met een relatief lage snelheid. Het schakelen met de paraplupook is- in samenwerking met de prima werkende korte slag koppeling- een feestje. In alles-en ook dat is een onderdeel van het charmepakket van deze Citroën- ben je aan het werk. En daarvoor word je beloond met een flinke portie comfort, die hand in hand gaat met pure basisprincipes.
Eenvoud kan verbluffend aantrekkelijk zijn. Alleen de startprocedure al, waarbij je de sleutel (linksonder) op contact zet, en met een centrale trekknop de bescheiden motor in werking stelt. Of neem nu de wijze waarop je de achterklep vastzet. Je doet de klep omhoog en hij rust op één stang. En die ontgrendel je weer met een haakknop in het midden. Ook handig: de twee schuifraampjes per voorportier. En met een eenvoudig procédé open je het dak, om binnen-en buitenlucht met elkaar te verbinden. Ondertussen is het ook voor lange mensen geen enkel probleem om een ruime plek achter het platliggende stuur te vinden. En klein of groot: iedere bestuurder kijkt uit op een eenvoudig instrumentarium, en een dito outillage die bestaat uit knoppen en hendels. Alles is functioneel, en het werkt. Zodat je bijvoorbeeld met een gesloten dak ook de ventilatie en verwarming eenvoudig regelt.
Deze uitvoering is overigens niet de Luxe, maar de luxe Confortversie. Dat betekent dat er twee stoelen voorin staan in plaats van een bank. Het meubilair voor- en achterin zit heerlijk en is met mooi bruin kunstleer bekleed. Deze uitvoering heeft net iets meer aan boord. Heel aardig zijn de gegoten kunststof deurpanelen. De Confort kreeg ze, de basisversie niet. De wieldeksels zijn een andere indicatie waaruit blijkt dat we met de meest luxueuze versie onderweg zijn.
Citroën was er altijd meester in, om bijzondere auto’s te bouwen. En in het geval van de A-typen: eenvoud met een heel eigen ontwerpstijl te combineren. Zoals de Dyane, die heupwiegend de aandacht op haar charmante uiterlijk vestigde. En liet zien, hoe je op een eigen wijze charmante, romantische en pretentieloze eenvoud presenteerde.
Met dank aan Anne Kramer
Wat een prachtig verhaal. Zo klinkt het als je geniet van het rijden in een voiture, die eigenlijk geen auto is, maar meer een soort van levensinstelling. Zelf geniet ik al 53 jaar (niet in hetzelfde exemplaar) in/van een zgn. echte Eend. Ben daar onlangs nog mee met mijn kleindochter van toen 12 jaar oud naar het zuiden van Spanje gereden. Op en neer zo’n 5.000 km puur genieten.
Of 2CV of een Diane, ach… Het is mij om het even. Ik ben opgegroeid met die alleszins beminnelijke dingen in het straatbeeld, heb er zo links en rechts wel eens in moeten rijden en heb er vaker aan gewerkt om gestrande vrienden weer op weg te helpen. Hadden ze maar onderhoud moeten plegen in plaats van een ‘canard’ zo te verwaarlozen. Het zal ze leren! Het rijden in deze auto(‘s) was altijd een genot. De bekoorlijke eenvoud van een echt beminnelijke auto met een geniaal gevonden vering. Hoe mooi kan het leven zijn. En de ervaring er op de autoweg een vrachtwagen mee in te halen was een dingetje. Kruipend er centimeter voor centimeter aan voorbij, totdat de vrachtwagenchauffeur een snee brood uit het raam hield om onze eend, waarin we zaten, te voederen. We braken zowat doormidden van het lachen. Slechts mooie herinneringen!
Uit de ervaringen van een 2CV rijder weet ik dat chauffeurs het inhalen van hun combinatie nog wat moeilijker maakten voor de vroege Eend-rijders door wat gas bij te geven, zodat de bestuurder niet uit de zuiging kwam en er vaak niets anders op zat om dan maar weer achter de vrachtwagen te blijven rijden.
Prachtig stuk geschreven , Dyane waardig .
Het geluid van de motor is wel gelijk aan dat van de Eend, maar de overige geluiden (gelukkig) niet. De beter sluitende en meer solide deuren geven weing windgeruis i.v.m. de Eend. Het dak klappert niet, wat bij ouder wordende Eend daken inclusief was. Moest je op een winderige dag eens een vrachtwagen inhalen, of tegenkomen, dan was je je goed bewust dat er maar een (klapperend) zeiltje boven je hoofd zat. Is zelfs een afneembaar, kunstof alternatief voor gekomen. Maar dat werd niet populair, vermoedelijk door de prijs.
De herrie vind ik het enige nadeel van Eend, maar mijn vrouw wil geen Dyane, vind ze een nepEend. Dus tuffen we, met veel plezier, vrolijk verder in een 2CV6 Special.
Wat een fantastische beschrijving van een geweldig en eenvoudig autootje; de A-types zijn niet voor niets zo geliefd..
Geniet ervan,vooral met een zonnetje is dit het ultieme onthaast-mobiel voor het hele gezin.
Picknick mand mee..
Ochhh, wat een dotje, juist in deze uitvoering zonder het derde zij ruitje. En heerlijk Spartaans. Prachtig verslag, dank voor deze geweldige herinnering.
Heel goede herinneringen aan. Van alles mee getransporteerd, van boomstammen voor de kachel tot een piano aan toe. Een accesoire van de ‘Commerciale’, een blikken deksel die de ruimte van het reservewiel afdekte, hielp daarbij en verhuisde mee naar de latere ‘zesjes’. Helaas kan ik niet meer tegen het lawaai van de boxer-twin in een blikken trommel. Maar kan nog kilometers genieten van de reizen en avonturen in mijn geheugen.